Studentenalmanak 1964 - pagina 120
door de Academische Senaat onderstreept.
Historisch is dit ook te verklaren: door zijn passiviteit en individualiteit
maakte de universiteit het noodzakelijk, dat de studenten ter verzorging
van de eigen vorming eigen organisaties op allerlei terrein in het leven
riepen.
En ook de overheid, in casu Sectie R. van de Staatscommissie tot Reor-
ganisatie van het hoger onderwijs, staat op het standpunt, dat zij buiten
het studentenverenigingsleven moet blijven.
Bijeengenomen is dit een groot voordeel voor de nederiandse student,
al heeft het ook schaduwzijden met name aanpassingsmoeilijkheden bij
de huidige aankomende studenten.
Wanneer echter deelneming aan het georganiseerde studentenleven van
een dergelijk belang mag worden geacht, dan is het bepaald verontrustend
kennis te nemen van het groeiend extern- en intern-nihilisme.
Dat wijst er namelijk op, dat de studentenorganisaties er klaarblijkelijk
niet in zijn geslaagd de problemen van democratisering, massalisering
en dergelijke op adequate wijze te verwerken.
Men zou kunnen zeggen, dat juist extern- en intern-nihilisme het deficit
vormen van het bestaande studentenleven en wijzen op gemiste aan-
passingskansen.
In dat licht bezien wordt ook de houding van de overheid, niet ten
onrechte halfslachtig te noemen, verklaarbaarder in zaken als verlening
van subsidies voor sport- en cultuurbeoefening, die slechts worden ver-
strekt wanneer zij ten goede komen aan alle studenten van een univer-
siteit.
De tijd, met andere woorden, van de ,,Heren Studenten" is voorbij,
zoals ik óók las in het orgaan van de nederiandse bond van pension-,
logies- en aanverwante bedrijven (L.P.A.B.-nieuws, 21ste jaargang, no. 2,
juli 1963):
„In plaats van in tenten en tonnen op de Dam te gaan huizen", zo schrijft
men daar, „en te demonstreren, ware het wellicht zaak, dat de studenten
de hand eens in eigen boezem staken. Zij moeten eens leren begrijpen,
dat de tijd van de „ploert" en de „ploerterij", die alles moest dulden
en waar alles kon en mocht, onherroepelijk voorbij is. Onherroepelijk
120
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Studentenalmanak | 358 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Studentenalmanak | 358 Pagina's