Studentenalmanak 1964 - pagina 182

wederzijdse bekendheid gepaard gaat. Dat is de reden waarom deze

normalisatie in de komende 5 ä 10 jaar zo goed mogelijk moet verlopen.

Een waarschuwing is op zijn plaats. Het bovenstaande mag ons er nooit

toe verleiden om deze persoonlijke motieven - die samenhangen met

de bekendheid met nederlandse kuituur - te verwarren met de politiek-

psychologische realiteiten in Indonesia. Deze zijn - allerwege - tegen

begrippen als kolonialisme en westers imperialisme, die ons holle frasen

lijken maar voor hen de echo van fysieke realiteiten vormen. Een Indo-

nesiër koestert - soms terecht - nog wantrouwen t.a.v. de opinie van

bepaalde groepen nederlanders over zijn land en is beducht dat deze groe-

pen de nederlandse politiek teveel zullen blijven bepalen. De nederlander,

die een Indonesiër in zijn waarde wil laten zal de indonesische revolutie

moeten billijken, subsidiair inzien, dat zijn wantrouwen tegen neo-

kolonialisme als historisch feit verklaarbaar is. Daarna zal hij tot zijn

verrassing ontdekken, hoe genuanceerd Indonesiërs kunnen denken.

5 retrospectieve zelfanalyse inzake nederlands deel van de relatie

De nederlanders, die zich de afgelopen jaren moeite getroost hebben

voor een nieuwe relatie tussen beide landen, hebben leren zien, dat

niet alleen Indonesia interessante stof is. Evenzeer belangrijk is de zelf-

reflektie, die zij ervaren bij een analyse van het nederlandse denken over

de oude relatie.

Uitgangspunt voor een dergelijke analyse moet zijn het feit, dat neder-

land tot 1950 het merendeel der kondities voor die relatie unilateraal

bepaalde; dit ook daarna heeft willen voortzetten. Dat Indonesia's

reakties tot 1962 juist daardoor inderdaad ten dele gekonditioneerd

werden door nederlandse akties of wat daarvoor gehouden werd.

Toen Min. van Buitenlandse Zaken Dr. Subandrio de delegatieleden

toesprak, vergeleek hij de huidige relatie met een haat-liefde komplex

(tussen personen van verschillende sekse).

Sinds de laatste eeuwwisseling gingen vele nederlanders uit van de toe-

passing van analogieën uit het familierecht: zoals de voogd-pupil relatie

en de vader-kind relatie. Deze gedachte - o.a. door Kuyper gebezigd -

was rond 1900 zeer vooruitstrevend en behoort tot het beste, dat wij

182

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen