GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1964 - pagina 119

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1964 - pagina 119

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

huisvesting, de studenten-eettafelvoorzieningen, de universitaire voor-

lichting, kortom, met name die sector van het studentenbestaan die

men de sociaal-economische zou kunnen noemen.

Dit mist zijn uitwerking op het georganiseerde studentenleven niet.

En zo al het georganiseerd studentendom eigener beweging bezig is

zich op zijn structuur te bezinnen, immers binnen de studentenvereni-

gingen leeft dezelfde problematiek, ook zij zijn in wezen 19de eeuws

en ook daar worstelt men met aanpassingsmoeilijkheden, de veranderde

houding van de universiteit ten opzichte van de student dwingt hiertoe

met te meer klem.

Ik noem het huidige georganiseerde studentenleven 19de eeuws en ter

illustratie refereer ik aan het artikel ,,De organisatie van het studenten-

leven", door Dr. M. J. Hartgerink en Mr. K. j . Cath (Universiteit en

Hogeschool, december 1959, jaargang 6, nr. 2) waarin zij schrijven, dat

het georganiseerde studentenleven nog altijd autonoom en alomvattend

is; dat het initiatief geheel en al bij de studenten zelf ligt; dat de studen-

tenverenigingen gesloten zijn, waaraan zij hun instituten als het novitiaat

ontlenen waarbij sprake is van een kritische belangstelling voor aspirant-

leden die voor deelname nog het initiatief moeten nemen; dat zij teveel

bleven bij een geforceerd gedrag, doen aan elitevorming en een hard-

handige omgang ter sociëteit te veel op de vootgrond stellen.

Of zoals Prof. Dr. E. N. Hofstee stelt in zijn artikel Stellingen inzake

studentenorganisaties (Universiteit en Hogeschool, mei 1959, jaargang

6, nr. 5): de studentenorganisaties bleven staan bij een gedragsstijl die

gezien de veranderde maatschappelijke positie van de student is ver-

ouderd; dit is namelijk de stijl van de ,,jeunesse dorée".

Het is duidelijk dat beide artikelen weergaven zijn van een extreem

standpunt, maar niet valt te ontkennen, dat in vele gevallen de vinger

op de juiste plek wordt gelegd.

Anderzijds is het zo, dat deelname aan het georganiseerde studentenleven

door overheid en universiteit en niet in de laatste plaats de georgani-

seerde studenten zelf, gezien blijft worden als essentieel voor de vorming

van de student.

Aan onze universiteit is dat enige jaren geleden nog met zoveel woorden

119

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Studentenalmanak | 358 Pagina's

Studentenalmanak 1964 - pagina 119

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Studentenalmanak | 358 Pagina's