Studentenalmanak 1968 - pagina 104

schilderen

mijn nieuwe liefste is een hoofdingang

ik beschilder al h a a r ingewanden

met de blijde penselen van liet dageraadrood

ik weet n u wat rood doet

rood loopt graag in het groene gras

in h a a r d u i m e n wandelt mijn hai t

en de h a n d e n van mijn hart

als h a n d e n van lucht

voor h a a r dansende h a i t

volgen haar welriekende duiven.

met geel

want ik weet wat geel weet

d a t de zon schijnt o m d a t niemand graag doodgaat

het geeft spieren aan rood en geel

ogen en oren aan blauw

als een gistende vrucht breekt zij iedeie kleur

vernietigt mijn nuchtere nacht

ik ontlok a a n h a a r leven al de lekaar o m a r m e n d e

en al de elkaar verscheurende kleuren

en zo geboren ik ben vogelbloot ook ik wikkel mij in

peervormige kleuren en al de spellingen van de n a t u u r

pottenbakken

er is geen beeld van de dood er is alleen

het levende beeld van de opgeheven h a n d

die een glas bier omvat of een rug van klei

(wie niet stevig in het zadel zit

krijgt rekbaar materiaal en gereedschap)

snel en stralend opgestreken

of de kamer die korte metten moet maken

met de overtollige ruimte

er is honger n a a r k n e e d b a i e ruimte

stevig staan tussen vluchtige vormen

snel grijpen n a a r een lichaam d a t zowel

in j e geest als in j e handen thuishoort

gewrongen h a n d e n gewrongen

met hoge overvoltooide vingers

krachtig de h a n d e n die het harl houden

100

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen