GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1946 - pagina 53

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1946 - pagina 53

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

zin — die de Universiteit aflevert, geen leiders van het geestelijk leven. Integendeel, de intellectualistische instelling verhindert het verkrijgen van die vastheid van overtuiging en die breedheid van blik, weike de jaren der bezetting ons hebben aangewezen, als onontbeerlijk voor. hem, die een^. zoo in het oog vallende plaats moet innemen als de gestudeerde. De Universiteit is plotseling tot de ontnuchterende ontdekking gebracht, dat zij niet meer — zooals zij meende — aan de spits der beschaving staat, een centrum van cultuur vormt, maar dat zij in zekeren zin buiten het leven staat, dat aan haar is voorbij gegaan en waaraan zij geen voldoende deel heeft. Dr. J. DONNER. D e Vrije Universiteit I ^ *^"

Willen wij onze taak tegenover de Vrije Universiteit juist verrichten en volbrengen, dan moeten wij als leden der Vereeniging en contribuanten en busjes-. houdsters der Vereeniging en als werkers en werksters in haar organisatie onze V. U. zien in haar waarde! Wij moeten haar z i e n ! Het is er mee, als met dien koopman in schoone parelen. Die was een kenner van parelen. En toen hij langs de parelvisschers ging, zag hij opeens die parel van groote waarde. Daar liepen anderen voorbij. Maar hij, de kenner, hij zag de schoonheid van vorm, de rijkdom van kleur van die eene parel en hij had er alles voor over. Nu, zoo moeten wij ook de waarde van onze V. U. zien. Daar moet een band zijn tusschen de V. U. en ons. De geloovige, die Gods zegeningen kent, die moet zoo in de V. U.* zien een gave Gods. Daarom spreken wij graag van o n z e V. U., d. i. de- Universiteit van hen, die zien hoe aan die Universiteit gebogen wordt voor het gezag van het Woord, dat ons lief is en hoe in die Stichting geëerd wordt de naam van den Christus, Gods onuitsprekelijke gave aan ons. Daar moet een band zijn zoo tusschen'die Universiteit en ons. ' Natuurlijk moet er geld zijn, het brood der Universiteit, maar wat ér vooral bij ons moet wezen als leden en contribuanten der Vereeniging en als werkers in haar. organisatie en wat wij vooral door propaganda moeten zien aan te kweeken, dat is dé liefde tot de V. U. En die liefde moet dan gefundeerd zijn in het geloof, in het geloof in God, die ons in Zijn genade die Stichting gaf. Die liefde zal ^ e r s t d e rechte verantwoordelijkheid met zich meebrengen. Een huurling verlaat de schapen, maar de jroedK herder geeft zijn leven vooi de schapen. Als iemand deze liefde niet heeft voor de V. U., die kan voor haar niet werken in de organisatie der Vereenig'ng. die kan ha.=i.t niet waarMjk steunen, die kan wel wat geld geven, maar die staat er zelf niet achter met zijn liefde en kracht en gebed, die staat er met zijn zelf niet-achter. Eu daarmee zijn wij van het spoor der stichters afgeg'êen. J. B. V. d. SIJS, 1757

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

VU-Blad | 65 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1946 - pagina 53

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

VU-Blad | 65 Pagina's