GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 207

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 207

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het feest van de tachtigjarige Het zestiende lustrum, door de Vrije Universiteit heden te vieren, geeft aanleiding tot een enkele overweging. Al is tachtig jaar een voor universiteiten nog slechts heel korte levensduur — vele academies kunnen zich beroemen op het feit, dat zij haar oorsprong in de middeleeuwen vinden — toch is het bereiken van deze ouderdom voor onze academie een heuglijk feit. Het stemt te meer tot vreugde, naarmate het begin onaanzienlijk was. W i e zou in de eerste tijd geloofd hebben, dat lang vóór het eeuwfeest de grens van drieduizend leerlingen zou worden overschreden ? Zeker, er zijn andere universiteiten die nog veel groter zijn. De nieuw ingerichte universiteit van Moskou — men bouwde .voor haar een gigantisch gebouw — telt een 25.000 discipelen. Maar hij, die weet dat omstreeks 1800 in N e derland het aantal studenten minder dan de helft bedroeg van het cijfer dat nu alleen bij de Vrije Universiteit is ingeschreven, zal zich verbazen over de groei. Tegelijk blijkt uit deze aanwas de noodzaak van nieuwe voorzieningen. Opgroeiende jongens en meisjes moeten „knap" in de kleren worden gehouden. Een naar alle kanten uitgroeiende universiteit mag het aan college-gebouwen, aan laboratoria, aan een behuizing voor studenten, niet ontbreken. W a t zou fraaier zijn dan wanneer enkelen de taak op zich namen om de oprichting van een behoorlijk studentencentrum, een sociëteit, te bekostigen ? De genoemde groei plaatst ook voor bijzondere vragen en maakt wat aarzelend.

Sommigen vragen: krijgt het geheel niet te forse afmetingen ? Anderen opperen in verband daarmee het bezwaar, dat de universiteit te onpersoonlijk wordt en van haar vrienden dreigt te vervreemden: men kent vaak de hoogleraren niet meer. Z e verbinden hieraan de opmerking, dat ook de docenten waarschijnlijk vreemd tegenover elkaar staan. Men is tevens wat bezorgd daarover, dat de leerlingen te kort zullen komen. Z e vallen tussen wal en schip. De universiteit die een massale universiteit werd, vangt de jongelui — zo denken de zwartgalligen — onvoldoende op, nu ze het ouderlijk huis ontgroeien. Bovendien is deze of gene niet overtuigd van de noodzaak van bepaalde opleidingen aan de Vrije Universiteit. W a a r o m geologie, waarom moderne talen ? Als ten overvloede wordt een enkele maal de klacht vernomen: de aardigheid is er met de huidige subsidie eigenlijk af. Een feest moet men met een gerust hart kunnen vieren. Is dit thans mogelijk bij dit lustrum ? Of wordt er enkel voor de vorm een bidstond gehouden, die tegelijk dankstond kan zijn ? Vindt alleen traditioneel de tachtigste herdenking van de stichtingsdag der Vrije Universiteit plaats, zonder dat er werkelijk reden voor is ? Dergelijke twijfel miskent de werkelijkheid en toont zich blind voor de ondervonden zegen. Men heeft jaren en jaren lang onder ongunstige omstandigheden aan uitbreiding gewerkt. Deze mag, nu het tij meezit, niet worden tegengehouden uit beduchtheid voor de toekomst. Juist dank zij het feit, dat er meer faculteiten komen en deze zichzelf weer vertakken, is het gemakkelijk de band met het verleden te bewaren. Laat dan al niet ieder ieder kennen, het is te somber geoordeeld dat de Vrije Universiteit met geen mogelijkheid langer in het volk zou kunnen wortelen. Haar hoogleraren en lectoren hebben tenminste meer gelegenheid elkaar te ontmoeten dan in andere maatschappelijke kringen het geval is. Voor wie de Vrije Universiteit met zuster-instellingen van hoger onderwijs vergelijkt, is duidelijk, dat er van de zijde der universitaire staf beslist zorg uitgaat naar de leerlingen, die zorg nodig hebben. Er kan hier en daar misschien nog wat worden verbeterd. W a a r is dat niet zo ? Maar om op dit punt te beginnen met klagen is onbillijk. Hetzelfde geldt als men het de Universiteit kwalijk neemt, dat zij het wat moeilijk rooit met jongelui, die thuis bijzonder lastig waren ! Het is een te gunstiger resultaat, wanneer later blijkt hoe juist de studententijd bijdroeg tot de groei van de persoonlijkheid van in het begin niet gemakkelijke typen. Niemand zal ontkennen, dat bepaalde studierichtingen voor het oog of ook in werkelijkheid, niet zo gemakkelijk met het principiële kunnen worden verbonden als andere. Daarom staan zulke meer zakelijke of technische studies nog niet los van de openbaring en ontbreekt geenszins iedere band met het beginsel. Daar komt bij, (Vervolg op pag. 3153)

3151

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 207

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's