GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 212

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 212

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE TIJD VAN KUYPER - EN NU Gesprek met prof. dr. F. W . Grosheide naam en toenaam, toen leken de zaken zo klaar en helder te liggen, toen was het geheel te overzien en ervoeren we duidelijk de band met de universiteit ook zó, dat we vandaar uit geleid werden. En nu ? Zeker, we zijn dankbaar voor de geweldige groei van de universiteit. Maar, er zit ook iets benauwends in die expansie. Grijpen we niet te ver om ons heen, halen we niet te veel ,,overhoop"? Roepen we geen vragen op, die we niet kunnen beantwoorden? Het oude, vertrouwde lijkt zoek.

** *

Prof. dr. F. W.

Grosheide

O p de tentoonstelhng van het V.U.museum, die in de gebouwen van de universiteit aan de Keizersgracht gehouden wordt, zagen we een foto, gestoken in een charmant ouderwets-krullerig lijstje, van een jonge, kwieke prof. dr. F. W . Grosheide. Dat plaatje kwam ons direct weer in de gedachten, toen we bij de nu emeritus-hoogleraar in zijn studeervertrek aan de drukke Amsterdamse Ceintuurbaan waren, om met hem over de tachtigjarige Vrije Universiteit te praten. Natuurlijk, professor Grosheide is niet jong meer, zijn snor en baardje zijn wit geworden: „ik loop tegen de tachtig " Maar dat kwieke, dat vieve is er nog ! Hij spreekt heel geanimeerd, met af en toe een ondertoon van milde ironie, en van tijd tot tijd wipt hij vlug uit zijn stoel om een boek te pakken, waarmee hij zijn betoog wil illustreren: een zinsnede uit een collegedictaat van Kuyper, een alinea uit Bavinck's dogmatiek.

* * * Ja, naar die periode, toen professor Grosheide studeerde — hij kwam in 1899 als student aan — denken veel oudere V.U.-vrienden met enig heimwee terug. Toen toch kenden we alle ,,proffen" met

3156

Z o ongeveer, met deze vragen zijn we naar professor Grosheide gegaan en hier liggen eigenlijk de polen, waartussen het gesprek zich bewoog: de V.U. uit de tijd van Kuyper en de V.U. van tegenwoordig. Toen we zojuist professor Grosheide schetsten als een vief man — en deze uitdrukking komt ons het meest tekenend voor — was dat niet om een soort van aardige inleiding te hebben. Zijn levendig optreden is uitdrukking van een geest, die zich niet star blijft hechten aan een mooi verleden — „het was een mooie tijd !" —, dat hijzelf meemaakte, maar vandaar uit de lijnen doortrekt naar het heden, waaraan hij levendig deel heeft. Anders gezegd, men moet van professor Grosheide niet verwachfen dat hij de beginperiode van de V.U. eenzijdig zal verheerlijken, maar evenmin dat hij er uitsluitend enige welwillende vriendelijkheden aan zal wijden. En het heden verschrikt hem niet: professor Grosheide juicht de brede ontwikkeling van de universiteit toe, omdat die voortvloeit uit wat de oprichters voor ogen stond. Het heden lag al in het begin besloten.

** * Het verleden — en dan vertelt professor Grosheide graag over zijn leermeester Kuyper : ,,Hij gaf schitterend college, ik ben nog altijd dankbaar dat ik die meegemaakt heb. Ik heb later wel begrepen dat niet alles wat hij zei, evangelie was, maar Kuyper had iets over zich, dat je je gewoon niet kon voorstellen dat hij ongelijk kon hebben. Hij nam de mensen helemaal mee. Als 't er op aankwam, leerde men van het vak wellicht meer bij Woltjer, de preciese schoolmeester, of bij de secure Rutgers, maar Kuyper voerde je mee". De theoloog Grosheide bewondert zeer, hoe Kuyper vanuit de bijbel een dogmatiek opbouwde, en hij betreurt dat aan Kuyper's theologische arbeid de synthetische opbouw heeft ontbroken, omdat hij de politiek in ging. Professor Grosheide vindt dit een schaduwzijde — en hij zou graag gezien hebben dat het rijtje dictaten van Kuyper's dogmatiekcolleges uit zijn boekenkast had kunnen verdwijnen voor een uitgewerkte dogmatiek van zijn leermeester.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 212

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's