GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 176

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 176

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Vrije Universiteit en wij vrouwen Dit jaar hoopt de V.U. haar 80ste verjaardag te vieren. O p bescheiden wijze. Maar toch is het weer een mijlpaal, die ons aanleiding geeft tot een ogenblik van rustige bezinning. Bezinning houdt niet alleen een omzien in, doch ook een vooruitzien. Het is tevens een her-oriëntering. W i e zich niet telkens bezint op de taak, die zij verricht, vervalt in sleur. En daarmee is de pit uit het werk en is het ten slotte tot steriliteit gedoemd. Ook de duizenden busjeshoudsters, die jaar in jaar uit de V.U. steunen met een gestage stroom van geldmiddelen, hebben er behoefte aan zich nu en dan eens te bezinnen op haar taak. W a n t zo geheel vanzelfsprekend is die taak niet. De V.U. wordt immers ook vandaag nog aangevochten. Niet zozeer van buitenaf, dan wel van binnenuit. In de bijna 80 jaar van haar bestaan heeft onze universiteit zich een plaats verworven in het universitaire leven in Nederland. Haar bestaan wordt door de buitenwacht niet meer betwist, doch gerespecteerd. De kritiek komt nu veeleer van geestverwanten, of althans van hen, die menen, dat er aan de verwezenlijking van het ideaal, waarvoor de V.U. staat, nogal wat hapert. Dat ideaal is kort gezegd: christelijke wetenschapsbeoefening. N u is dit zeker lang geen eenvoudige zaak. Integendeel. W i e denkt dat dit vanzelf gaat, als je maar eenmaal een christen bent, heeft er niets van begrepen. Het is op het terrein der wetenschap precies zoals op elk ander terrein, waarop je de Heer probeert te dienen; niet dat ik het airede gegrepen heb, maar ik jaag ernaar of ik het grijpen mocht. Paulus kende de strijd en hij schaamde zich niet daaraan ootmoedig uiting te geven. Laatst heb ik in een studentenblad gelezen, dat het toch wel vreemd is, dat de V.U. zich na bijna 80 jaar nog steeds aan het bezinnen is op de verhouding tussen geloof en wetenschap. De hoogleraren van de V.U. hebben er zelfs verleden jaar een conferentie over gehouden. Van harte durf ik hierop te zeggen: gelukkig ! Het zou mij veeleer benauwen als dit aan de V.U. géén probleem meer was. Elke tijd heeft immers zijn eigen vragen. Ook de wetenschap staat niet stil en wie ernst wil maken met de relatie geloof en wetenschap zal hiermee persoonlijk tot klaarheid moeten komen. Men kan geen recept van anderen overnemen, noch deze verhouding eens voor al

Me3. dr. C. M. J. Velzeboer. de pas benoemde lector in de oogheelkunde, spreekt voor de vergadering van Vrouwen V.U.-Hulp. Een van de weinige heren onder haar gehoor is de heer J. Wilschut, de president-directeur, die op het podium zit.

in een statische formule vastleggen. W a t men wel kan — en dat gebeurt aan de V.U. ook en kan alleen daar gebeuren. Waar men op eenzelfde grondslag staat —, dat is het onderling gesprek, het uitwisselen van gedachten en ervaringen. Daardoor kan men komen tot een verheldering van inzicht, al zal ieder persoonlijk zich bij de wetenschapsbeoefening klaar bewust moeten zijn van de fundamentele betekenis van zijn geloof. W e l verre van dit als een bewijs van zwakheid te beschouwen acht ik het een teken van dynamische kracht, indien de hoogleraren aan de V.U. zich tezamen op hun bijzondere taak en roeping bezinnen. Men zou eerder wensen, dat dit nog meer plaats vond binnen het kader van de V.U., omdat alleen op deze wijze onze universiteit kan beantwoorden aan wat de stichters voor ogen stond. Alleen op deze wijze kan een team-geest worden gekweekt, die de arbeid van allen ten goede komt. Men kan zich echter afvragen wat de vrouwen, die de V.U. steunen •— en met name de busjeshoudsters •—, hiermee te maken hebben. W e l , het is een van de merkwaardigheden van onze V.U., dat zij zonder de financiële, maar ook zonder de morele steun van het belijdend protestantse volksdeel niet denkbaar is. Dit geldt niet het minst voor de vrouwen. Daarom wil ik graag in het kort nog even ontstaan en wezen van onze V.U. schetsen. Niet omdat U dit allemaal niet weet — U w activiteit bewijst U w liefde voor de V.U. en hoe zou die kunnen bestaan zonder kennis van wat zij is en zijn wil — maar omdat het goed is tegenover alle kritiek ons weer eens bij de grondgedachten, waarop zij berust, te bepalen. Wetenschappelijk denken is zelden of nooit een zuivere abstractie. Het is of gericht op de noden en behoeften van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 176

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's