Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 91

Wat voorts de nieuwbouw betreft hebben wij in vorenstaand overzacht ook de uitgaven, welke hiervoor zijn gedaan, vermeld. Daaruit blijkt, dat tot en met 31-12-1961 voor nieuwbouw werd uitgegeven een bedrag van ca. ƒ 28.300.000,—, waarvan ruim ƒ 11.800.000,— in het verslagjaar. Reeds in het verslag over het jaar 1960 werd de aandacht er op gevestigd dat de bouw en inrichting van het gehele universiteitscomplex een bedrag van ca. ƒ 250.000.000,— zou vergen. Zoals bekend, komt van deze uitgaven in het algemeen 5 % voor eigen rekening van de vereniging, behoudens de investeringen voor studentenvoorzieningen, waarin slechts een zeer beperkte bijdrage van de zijde van de overheid te verwachten valt. Het verheugt Directeuren d a t de opbrengst van de busjes van Vrouwen V.U.-Hulp in 1961, na aftrek van administratiekosten, geheel ten gunste kon worden gebracht van het bouwfonds. De opbrengst van de beide lichtingen 1961, waarvan ƒ 42.532,56 werd ontvangen in januari en februari 1962, bedroeg ƒ 337.665,74. (In 1960 werd ontvangen ƒ 326.731,95). Daarnevens werden nog giften en legaten ontvangen, alsmede rente, zodat met inbegrip van de overboeking van het batig saldo 1960, ruim ƒ 720.000,— aan dit fonds kon worden toegevoegd. Anderzijds werd het eigen aandeel in ke kosten van grondaankoop ten laste van het bouwfonds geboekt, zodat de netto toename ca. ƒ 550.000,— bedraagt. Het bouwfonds is grotendeels belegd in effecten, welke zijn gewaardeerd tegen aankoopwaarde. De beurswaarde per 31 december 1961 was ruim 16 % hoger. De „liquide middelen en beleggingen op korte termijn" waren per 31-12-1961 in verband met verplichtingen welke werden opgenomen onder „crediteuren en vooruit ontvangen post e n " hoger dan per ultimo 1960. Overigens zijn ook de liquide middelen nagenoeg geheel rentegevend belegd. Over de aard van de beleggingen werd in het verslagjaar geregeld overleg gepleegd

met de Commissie van toezicht op het geldelijk beheer, welke in deze arbeid voor Directeuren een grote steun heeft betekend. Directeuren willen tenslotte met dankbaarheid vermelden dat zij ook in dit jaar wederom in het bezit werden gesteld van enige legaten, al dan niet belast met vruchtgebruik. Organisatie der vereniging Het is ook met grote erkentelijkheid, dat directeuren melding maken van het vele werk, dat ook in het afgelopen jaar door de organisatie is verricht. Deze staat niet voor een eenvoudige taak. Zij moet niet alleen voortdurend zorgen voor verhoging van het jaarlijkse contributiebedrag, doch ook voor het goedmaken van de vrij aanzienlijke verliezen, die voortdurend aan contributies verloren gaan als gevolg van bedanken, overlijden of emigreren. In de toekomst zal de actie, gezien het bovenstaande, echter nog in belangrijke mate moeten worden geïntensiveerd. Directeuren zijn zich bewust, dat daarmede een zware eis aan de organisatie wordt gesteld. Zij leven echter in het vertrouwen, dat de medewerkers tot de noodzakelijke, grotere ii^panning bereid zijn, zoals zij dit in het verleden steeds zijn geweest. De taak, die de Vrije Universiteit zowel nationaal als internationaal voor zich heeft, is groot. Zij zal deze slechts kunnen vervullen, Indien zij, daarbij gesteund door het volk, dat biddend en offerend achter haar staat, leeft uit de kracht van het Woord Gods. Het college van directeuren. Mr. J. Algera, voorzitter Mr. D. Schut, secretaris H. van Namen, penningmeester Mr. H. Bos Kzn. Ir. C. A. Doets J. D. F. V. Halsema H. M. Oldenhof

aanmelding van leden, donateurs en begunstigers van verhoging van contributie aanvragen van spaarbusjes t o e z e n d i n g van gijten, adreswijzigingen aan het bureau van de organisatie der Vereniging, Keizersgracht 164, Amsterdam-C. Telefoon (020) 62971. Postgirorekening 6327. Bank: Kas-Associatie N.V. Amsterdam. Hoofd: P. Faber, privé tel. nr. (020) 716245. Secretaresse Vrouwen V.U.-Hulp: mej. L. de Deugd. l e g a t e n Voor testamentaire beschikking wordt de aandacht gevestigd op de naam der Vereniging: „De Vereniging voor Hoger Onderwijs op Gereformeerden grondslag te Amsterdam". Statuten goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 12 februari 1879 (no. 23) en de latere wijzigingen goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 25 april 1903 (no. 118); 21 december 1908 (no. 1255); 26 mei 1924 (no. 93) en 9 december 1936 (no. 27).

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen