GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 37

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 37

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

te vechten. Misschien zijn kwalificaties als gemakzuchtig, gauw tevreden over zichzelf, liefst de weg van de minste weerstand volgend op zijn plaats. Het komt vervolgens in sterke mate aan op het vermogen om zelfstandig te werken. Nu wordt op de meeste scholen voor V.H.M.O. aan de leerlingen niet zoveel vrijheid gelaten op dit punt. Dat is wel te begrijpen, omdat de school moet zorgen, dat de jongelui zover komen dat zij aan de bonte verscheidenheid van eindexameneisen zullen kunnen voldoen. En het zou misschien ook niet helemaal eerlijk zijn jongelui die nog lang niet volwassen zijn, een aanzienlijk risico te laten lopen door nogal wat te laten afhangen van de vraag of zij in belangrijke mate op eigen benen kunnen staan. Kan men echter aan de ene kant aanvaarden, dat vele scholieren een stevige hand en een behoorlijke controle niet kunnen ontberen, anderzijds is het te betreuren indien, alleen om de vormende waarde daarvan al, het zelfstandig leren werken en eigen verantwoordelijkheidsgevoel ontplooien niet op school wordt aangekweekt. Gelukkig is niet elk streven in die richting afwezig en dat is een goed ding voor de selectie van toekomstige studenten. Het is daarbij namelijk van groot belang, wat er terecht komt van de beleving van de schone zinspreuk „non scholae sed vitae discimus" — we leren niet voor de school maar voor het leven. Aan universiteit en hogeschool is studiedwang vrijwel afwezig, terwijl studiedrang bij de student in voldoende mate aanwezig moet zijn, wil hij een redelijke kans van slagen hebben.

Is het niet altijd even gemakkelijk een geruststellend beeld van de karaktereigenschappen te krijgen, er moet ook rekening mee gehouden worden, dat allerlei hoedanigheden nog in ontwikkeling zijn in de levensperiode waarin men een eindexamen pleegt af te leggen. Dat kan een troost zijn voor ouders die van de ijver, de studielust of de zelfstandigheid van zoon of dochter eigenlijk niet zo'n hoge dunk hebben. Misschien valt er in de studententijd een ontplooiing in de goede richting te constateren! Het kan echter ook tegenvallen en de ouders kunnen in hun goede verwachtingen worden teleurgesteld. Studiesucces is niet voorspelbaar, ook al tracht men met alle mogelijke middelen, o.a. een psychologisch onderzoek, te peilen wat een adspirantstudent waard is. Zo ongeveer luidde de conclusie waartoe onlangs een vooraanstaand nederlands psycholoog kwam. Het spreekt vanzelf, dat dit niet betekent, dat selectie overbodig is, maar wel dat ze feilbaar is. Mislukking bij het wetenschappelijk onderwijs. Uit het voorgaande volgt reeds dat het niet altijd goed gaat, ook al is de stap naar universiteit of hogeschool weloverwogen gezet. Er zijn in de regel meer onvoorziene omstandigheden dan alleen de karakterontwikkeling. De studie kan wel eens niet meevallen en aanzienlijk meer energie vereisen dan men op school behoefde aan te wenden. Misschien brengt de student in zijn vrije leven dan niet de vereiste wilskracht en zelfdiscipline op, hoewel zijn ouders getuigen, dat zij in zijn schooltijd nooit enige moeite behoefden te doen om hem aan het werk te krijgen. De aanpassing aan het leven buiten het ouderlijk huis en buiten de omgeving waarin men opgroeide, kan moeilijker verlopen dan was gehoopt of voorzien. Er kunnen zich teleurstellende ervaringen in het persoonlijk leven voordoen. Er kan sprake zijn van geloofsmoeilijkheden, te weinig wezenlijk contact met medestudenten of misschien het teveel opgaan in de studentengemeenschap en te weinig aandacht overhouden voor de studie. De reeks van voorbeelden kan nog heel wat worden uitgebreid. Maatregelen van universiteit en hogeschool. Wie meent, dat men bij het wetenschappelijk onderwijs in het geheel geen oog heeft voor de gevaren van vertraging en mislukking, vergist zich. Er worden wel degelijk maatregelen genomen om te voorkomen, dat allerlei hindernissen struikelblokken worden. Een zekere leiding ontbreekt bij de studie niet en ook aan iets wat men begeleiding van de student pleegt te noemen, wordt aandacht geschonken. Er zijn werkgroepen en werkcolleges, practica, waar toezicht en bijstand niet ontbreekt, tentamen- en examenregelingen, die voor het geleidelijk nagaan van de vorderingen geschikt zijn en ook een stimulans tot voortgaan in zich kunnen bergen. Er zijn echter ook weer grenzen, niet slechts aan de mogelijkheden, maar ook aan de wenselijkheid van leiding en controle. Een ontwikkeling in vrijheid en zelfstandigheid 5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 37

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's