Vrije Universiteitsblad 1965 - pagina 188

de V.U., zich stellend op de beginselen van de reformatie, in contact moet staan met hen die uit die beginselen leven." ,,Deze zaak zal professor als directeur dus blijven bezighouden"? Het antwoord luidt: ,,Ja, heel beslist". De laatste vraag (en nu kom ik toch bij de hoogleraar Sizoo terecht): ,,Heeft het u destijds, toen u nog geen dertig jaar was, niet veel gekost om de benoeming tot V.U.-hoogleraar in de natuurkunde aan te nemen? Er was tenslotte nog niets, de faculteit moest nog opgebouwd worden". Professor Sizoo vertelt: ,,lk heb er heel erg tegenop gezien. Ik had gestudeerd in Leiden in een tijd dat hoogleraar in de natuurkunde bijna zoveel wilde zeggen als: Nobelprijswinnaar. Denk aan mensen als Kamerlingh Onnes, Lorentz Ik

wist heus wel dat ik buiten de bijzondere omstandigheid dat er aan de V.U. een faculteit opgebouwd moest worden, op mijn leeftijd geen hoogleraar geworden zou zijn. Toch bedacht ik dat de blaam die op het reformatorisch volksdeel geworpen zou worden bij het niet gelukken van het plan van een natuurkundige faculteit, ernstiger zou zijn dan een begin met hoe bescheiden hulpmiddelen ook. Overigens waren wij alle drie — dat waren professor Koksma, professor Coops en ik — de héle faculteit, zonder laboratorium nog of wat ook — getroffen door de zeer welwillende houding van de zusterfaculteiten. Dat bleek uit de brief die onze faculteit, één jaar oud, kreeg van de zusterfaculteiten en waarin wij uitgenodigd werden deel te nemen aan het interfacultaire overleg. A. J. K.

openhartig gesprek over de vrije universiteit subsidie, studenten, pharetra, grondslag, huisvesting en nog veel meer in discussie

Er is weer een vergadering van directeuren en de propaganda-commissie met de leden van de provinciale besturen gehouden en dat betekent: een heel openhartig gesprek over zaken die de Vrije Universiteit minder of meer direct raken. De aanstaande subsidieverhoging is aan de orde geweest, het studentenblad Pharetra is op tafel gekomen, de snelle groei van de universiteit is besproken en de kwestie van de grondslag van de V.U. is onder de loep genomen . . . . De discussie maakte nogeens duidelijk dat er gepraat wordt over de V.U. en ook, dat er vragen en opmerkingen leven. Dat is niet erg, dat is

integendeel goed. Prof. dr. G. J. Sizoo, oud-hoogleraar en nu directeur van de V.U., heeft onlangs in een bepaald verband reacties van verontruste V.U.-vrienden een gelukkig verschijnsel genoemd, omdat het uitblijven daarvan zou wijzen op een bedenkelijk gemis aan contact en wisselwerking tussen universiteit en geestverwanten. Een minder gelukkig verschijnsel is, dat verontrusting soms gepaard gaat met het verbreken van de band met de V.U. en dat t e r w i j l . . . . Maar laten we niet vooruit lopen op ons verslag dat nu volgt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen