Vrije Universiteitsblad 1967 - pagina 77

Verandering, geen vervreemding

Prof. dr. D. Nauta

Dit jaar komt de Algemene vergadering van de Vereniging, waarvan de Vrije Universiteit uitgaat, in Amsterdam bijeen. Het is de historische plaats, waar zij van de aanvang af haar vestiging heeft gevonden. Men zal er echter haar docenten en studenten niet meer aantreffen in het voor velen zo vertrouwde gebouw aan de Keizersgracht. Evenmin is er nog een of andere afdeling van de Vereniging in ondergebracht. Het staat, met de later er bijgevoegde belendende percelen, thans geheel verlaten, wachtende op het moment dat het in andere handen zal overgaan. Er zijn nieuwe gebouwen verrezen aan de buitenkant van de stad. En op het terrein waarop ook het ziekenhuis staat, heerst de grootste bedrijvigheid ten behoeve van de voortgaande uitbreiding. De deelnemers van de Algemene vergadering zullen het nodige er van met eigen ogen krijgen te zien. Want het ligt in het voornemen in de namiddag de bijeenkomsten te verleggen naar dat terrein, al zal men zich dan in groepen moeten splitsen, omdat een grote geschikte vergaderzaal nog ontbreekt. Welk een verandering, vergeleken met wat in dat opzicht onze universiteit lange jaren is geweest. Ook in allerlei andere opzichten heeft zich met haar een grote verandering voltrokk'gn en is nog aldoor bezig zich met haar te voltrekken. Men kan wijzen op het aantal hoogleraren en andere docenten, die aan haar verbonden zijn. Men kan wijzen op de toenemende schare van studenten, die voor de studie in de diverse faculteiten zich laten inschrijven. Men kan wijzen op de talrijke groepen van personen die in dienst van de Vereniging zijn genomen ten behoeve van de administratie en de technische verzorging van wat als een bedrijf van behooriijke omvang kan worden beschouwd. Zo zou ik nog verder kunnen doorgaan met de beschrijving van wat er ten opzichte van onze Universiteit uiteriijk zo al is veranderd. De Universiteit is uitgegroeid tot een volwaardige universiteit. Ook buiten eigen kring wordt zij volledig aanvaard. Er is geen sprake van dat men zich over haar of haar prestaties schamper zal uitlaten, gelijk het in het begin van deze eeuw maar al te vaak is gebeurd. Het heeft niet weinig moeite gekost haar in 1905 de effectus civilis /te doen bezorgen, de erkenning van haar wetenschappelijke graden. Thans wordt zij geheel op gelijke voet behandeld met de andere universitaire instellingen in den lande. En ook in het buitenland weet men in toenemende mate met haar rekening te houden. Een en ander kan met dankbaarheid worden geconstateerd. Het is evenwel bij veranderingen van de geschetste aard niet gebleven. Veel ingrijpender is het natuuriijk, dat wij ook moeten spreken van wijzigingen in aanpak en opzet van het ondernomen werk. Het valt niet te ontkennen, dat de opvattingen, welke thans op meer dan één gebied verdedigd en verbreid worden, aanmerkelijk verschillen van de in de eerste periode onzer Universiteit aangehangen beschouwingen. De ruimte ontbreekt om hiervan een in bijzonderheden tredende schets te bieden. Maar ieder zal voor zichzelf in staat zijn een voorbeeld te noemen. Het betreft ook maar niet kwesties, die min of meer aan de buitenkant liggen of die een overwegend technisch-wetenschappelijk karakter dragen. Het spreekt vanzelf, dat er ook dergelijke kwesties zijn; en voor wie wetenschappelijk onderlegd zijn, kunnen ook die belangrijk genoeg zijn om er volle aandacht aan te schenken en ze in de discussies te betrekken. Maar ik denk nu vooral aan kwesties die in bredere kring de belangstelling opwekken en waarmee allen in hun leven en denken op zijn tijd in aanraking komen. Juist in verband met

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen