Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 59

roepen en uit hoofde van haar eigen bevoegdheid regelen gesteld aangaande het karakter van die Universiteit en haar met inachtneming van die regelen doen besturen. Geen rechtsgrond of aanleiding valt aan te wijzen, welke haar ertoe zou behoren te nopen van haar zeggenschap over deze Universiteit afstand te doen. Het is dan ook alleszins gerechtvaardigd en stellig ook in het belang der Universiteit, dat het bestuur der Vereniging — ook indien de huidige concentratie van Verenigingsen Universiteitsbestuur in één college zou vervallen — toch op een bepaalde wijze invloed op het bestuur der Universiteit blijft uitoefenen; dit zal overigens het beginsel, dat de Universiteit een zelfbestuursorganisatie is, niet krachteloos mogen maken. De tijd is, naar het ons voorkomt, nog niet rijp om reeds een volledig uitgewerkte regeling over dit onderwerp in de statuten te kunnen neerleggen; ook binnen de Universiteit is de gedachtenwisseling daarover nog niet ver genoeg

gevorderd. Met name zal ook de in het begin van dit jaar geïnstalleerde voorlopige Universiteitsraad, die onder meer tot taak heeft een bestuursreglement voor de Universiteit te ontwerpen — dat aan onze goedkeuring onderworpen zal zijn — zijn licht over de zaak moeten laten schijnen. Niettemin is het naar onze mening gewenst dat reeds thans een statutaire voorziening wordt getroffen, welke het mogelijk maakt een gewijzigde bestuursstructuur in te voeren. Wil deze, gelet op de belangen van de Vereniging, voor haar aanvaardbaar zijn, dan zal deze tenminste op enkele essentiële punten aan het bestuur der Vereniging als zodanig bevoegdheden ten aanzien van de Universiteit moeten toekennen. In het voorgestelde artikel, dat als ,,additioneel" artikel aan de statuten ware toe te voegen, wordt, ter meerdere bescherming van de belangen der Vereniging, de instemming van de raad van bijstand voor de invoering van een nieuwe bestuursorganisatie voorgeschre-

Aangezien de Wet Universitaire Bestuurshervorming 1970, welke tot de nu voorgestelde voorziening de aanleiding vormt, een experimenteel karakter heeft en slechts geldt tot 31 augustus 1976, wordt voorgesteld aan het onderhavige artikel een tijdelijke werkingsduur te geven. De mogelijkheid om zo nodig tussentijds wijziging in het artikel te brengen wordt buiten twijfel gesteld door de in het derde lid opgenomen verwijzing naar artikel 21.1) Wanneer de verdere ontwikkelingen op het gebied van de bestuurshervorming zich voldoende hebben uitgekristalliseerd, zal een definitieve regeling inzake de verhouding tussen Vereniging en Universiteit in de statuten dienen te worden opgenomen, ter vervanging van het thans voorgestelde artikel. 1) Bij de wijziging der statuten, welke op 6 februari jl. werd aangenomen, zijn er artikelen vernummerd; dit artikel was vóór die wijziging art. 20.

Voorstel tot tvifzi^ng van het huishoudelifk rt^lement der Veretü^ng (Zie punt 6 van de agenda op pag. 4) 1. In de artikelen 7, eerste lid en 14, eerste lid, wordt in plaats van ,,artikel 19 der statuten" gelezen: artikel 20 der statuten. 2. In artikel 15, eerste lid, wordt in plaats van ,,artikel 9 der statuten" gelezen: artikel 10 der statuten. TOELICHTING De voorgestelde wijziging vloeit voort uit de vernummering van de artikelen der statuten, waartoe in de Algemene Vergadering, gehouden op 6 februari jl., werd besloten in samenhang met de invoeging van een nieuw artikel 6.

AirVIESVAN DERAAD VANBIJSTAND

Zowel met het voorstel tot wijziging van de statuten als met het voorstel tot wijziging van het huishoudelijk regle-

ment heeft de Raad van Bijstand in zijn vergadering van 1 mei 1971 zijn instemming betuigd. vu-BLAD

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen