GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1971 - pagina 109

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1971 - pagina 109

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

m

magazine

'Men Iclaagt dat de Vrije Universiteit niet meer zo populair is als vroeger.' Dit zinnetje werd niet onlangs neergeschreven, maar precies een halve eeuw geleden. Het is aangehaald uit de in 1921 verschenen brochure 'Onze tijd en onze roeping' van prof. mr. Anne Anema. En waarom was de VU niet meer zo populair? Op de jaarvergadering van 'de vereniging' had Idenburg het ter sprake gebracht, meldt Anema.

hem dat te pas kwam. Hij spreekt over 'een politiek-sociaal-religieuze' richting, die wetenschappelijk aangegord moet worden. Wetenschapsbeoefening was voor Kuyper niet louter een doel in zichzelf. Je deed het ergens voor. Waardevrij was in Kuyper's ogen de wetenschapsbeoefening allerminst. Het is geen 'linkse' hoogleraar in 1971, die zegt dat de VU bestaansrecht dient te ontlenen aan strijd tegen 'het systeem', maar Kuyper, die in 1880 bij de opening van de Vrije Universiteit in de Nieuwe Kerk uitroept: 'Als, reeds buiten de wetenschap om, de Christelijke consciëntie én tegen de heersende staathuishoudkunde, én tegen de in zwang zijnde handelscostumen, én tegen het roofdierachtige der sociale verhoudingen in verzet komt, (...) weet ge dan nog één katheder in der juristen faculteit te noemen, die door

Tegen het roof dierachtige der sociale verhoudingen' 'Hij had bij zijn rondtocht door het land na Kuyper's afsterven van verschillende zijde onder ons volk gehoord, dat men daar bij het optreden van hoogleraren en geschriften meermalen zo weinig merkt van de invloed der beginselen.' Men las artikelen van VU-hoogleraren 'waarvan men het gevoel heeft dat ze even goed van een liberaal man of van een openbare universiteit zouden kunnen zijn'. flet klinkt allemaal zeer vertrouwd, thans 50 jaar later, behalve dan de verdenking van liberalisme. Is de veronderstelde kwaal eindelijk overwonnen of zijn liberale geluiden thans juist in trek bij degenen, die klagen dat de VU de VU niet meer is? Rond de naam 'Anema' hangt thans de reuk van het oude vertrouwde, maar het is interessant uit zijn geschrift te vernemen, dat juist hij indertijd een der 'hoofdschuldigen' werd geacht aan de verminderde populariteit van de VU. De kans zit er dik in dat later gemurmureerd zal worden over het missen van de oude vertrouwde klanken van Verkuyl, Kuitert, Lever en Van Zuthem, om slechts enkele namen te noemen. Sinds het gereformeerde volk zich in 1880 op het pad der wetenschap waagde, zijn er bij elke bocht verontrusten, die terugwillen, want 'waar blijven we?' en 'waar moet dat heen?' Het opdoeken van een universiteit op christelijke . grondslag zou veler gemoedsrust ten goede komen. Maar Kuyper zei in 1907 over de stichting van de VU: 'Steeds is er door ons nadruk op gelegd, dat (• •.) een politiek-sociaal-religieuze richting, die verzuimde zich ook wetenschappelijk aan 's gorden, gevaar liep te verzinken in een gevoelsactie.' Ook theologie verzandt anders in sentimentele mystiek, waarschuwde Kuyper, die ovengens zelf bepaald niet afkerig was van het louter bespelen van het gevoelsleven, als

de tegenstelling der beginselen niet wordt gedeerd?' . Of alle VU-medewerkers in de afgelopen 90 jaar zó gemotiveerd bezig waren, moet worden betwijfeld. Het lijkt er soms op of het beleven van voldoening over de geslaagde emancipatie ('dat hebben we samen toch maar even gefikst') VU en Vereniging in bepaalde tijden meer samenbond, dan een gemeenschappelijke wil om samen aan de slag te gaan in de wereld. Maar juist in déze tijd lijken - voor wie het zien wil - allerlei oude noties weer boven te komen. Het werk van verscheidene VUmedewerkers getuigt er in hoogst moderne vorm van en ook de projectenlijst van 'de vereniging', die vele nieuwe taken ziet, waarvoor contributies worden gevraagd. Er zijn velen, die iets in de VU 'zien', niet om als monument te dienen van een geslaagd emancipatieproces, maar als instrument dat dienstbaar dient te zijn aan de medemens. Een nieuwe gedachte? Wie dat denkt, heeft-weinig begrepen van wat Kuyper voor ogen stond, toen hij de VU stichtte. Dwars tegen de in de negentiende eeuw levende opvattingen in bepleitte hij wetenschapsbeoefening vanuit een levensbeschouwing. 'De oude humanistische gedachte, dat wetenschap een onafhankelijke activiteit van onderzoekers is, die met de wereld geen of weinig aanrakingspunten heeft, is verlaten. De wetenschap is een sociaal instrument geworden. Door de ontwikkeling van wetenschap en techniek zijn we in een toestand gekomen, die het leven op aarde in gevaar brengt. Alleen de wetenschap kan ons weer uit deze gevarenzone brengen. Wij staan voor vraagstukken, die zo ingewikkeld zijn, dat zij met gezond verstand alleen niet meer te beheersen zijn. Het beleid van stadsontwikkeling, woningbouw en milieuhygiëne zal alleen op basis van wetenschappelijke voorbereiding kunnen

worden gevoerd. (...) Anders dan in het humanistisch verleden wil men de studie een maatschappelijke inhoud geven. Zo wordt theologie een techniek van sociale hulpverlening. En om andragoog te worden, moet men eerst een geloof omhelzen. De neerlandistiek wordt gezien als een middel tot democratisering en de geschiedenis als een wetenschap van heden en toekomst.' Wie zei dit? Kuyper zou zijn oren waarschijnlijk niet geloofd hebben, maar het was de rectormagnificus van de Universiteit van Amsterdam, prof. mr. A. D. Belinfante, die enkele weken geleden de senaatszitting opende met een rede, waaraan deze woorden zijn ontleend. En een van de hoogleraren van deze universiteit zei dezer dagen in een gesprek: 'Ik wilde, dat we nèt als de VU een grondslag hadden.' Bestaansrecht heeft de VU als christelijke universiteit, wanneer ze haar grondslag waarmaakt. En daarvoor is kritisch en inspirerend meeleven van velen nodig. In het takenprogram van de vereniging en in vraagstukken, die VU-onderzoekers aanpakken, moet de levensovertuiging tot uitdrukking komen, van waaruit de VU is gesticht. Dat daarbij spanningen zullen optreden is onvermijdelijk. Veel vragen vergen met de wetenschap van nu, vanuit een christelijke levensovertuiging een ander antwoord, dan gegeven werd in 1880. Het is wel menselijk en begrijpelijk om te willen blijven vasthouden aan opvattingen die veilig en vertrouwd voorkomen, maar met christelijk geloven heeft dat niets te maken, - sterker staat een dergelijke neiging tot behoudzucht zelfs op gespannen voet. 'Conservatisme is de demon van de zelfzucht.' Ook dit is geen nieuwe gedachte, maar een uitspraak van de stichter van de Vrije Universiteit. B. V. K. 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Magazine | 208 Pagina's

VU Magazine 1971 - pagina 109

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Magazine | 208 Pagina's