GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 488

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 488

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

ons achter het stuur ook moeten 'beschaven', hoezeer wij ook geprikkeld worden tot een egoïstisch-primitief gedragspatroon.

Instelling

Foto Verbond van Veilig Verkeer

Primitief Wij willen nu onze aandacht wijden aan de psychologische aspecten van het deelnemen aan het gemotoriseerde verkeer. De psychologie van de autobestuurder is van primitieve aard. Door de beslotenheid van de auto is communicatie met anderen slechts op primitieve wijze mogelijk: knipperen met het licht, claxoneren of gebaren maken. Het is daarom niet zo verwonderlijk dat het gedrag van de chauffeur psychologisch gezien primitief is. De auto vergroot het machtsgevoel en men ontwerpt een bepaald territorium om zijn stalen zelf. Wanneer anderen binnen dit territorium komen ergeren wij ons gemakkelijk. Het liefst zouden wij de weg voor ons alleen hebben. Wanneer iemand vlak achter ons blijft rijden, voelen wij ons niet op ons gemak. Wij zijn dan geneigd sneller te gaan rijden of iets in te houden om dit onaangename gevoel van op de hielen gezeten worden, kwijt te raken. Zeer agressieve chauffeurs kunnen lange tijd het passeren verhinderen. U kent allen de hardnekkige blokkeerders van de hnker baan, die op de hielen gezeten door claxonerende geprikkelde achtervolgers ogenschijnlijk doodkalm hun eigen plan volhouden. Dit is in feite geen kalmte, maar machtsvertoon. Een zeer gevaarlijk machtsvertoon, want het prikkelt de achtervolgers tot agressieve manoeuvres.

Kleine auto Het chaufferen brengt ons in een isolement en stimuleert primitieve gedragspatronen. De auto wordt een verlengstuk van ons Ego en vergroot ons territorium. Aangezien dit voor iedere automobilist geldt, is het verkeer 20

in wezen een gebeuren, waarin jagen en ontwijken een belangrijke rol spelen. Hoe groter en hoe sneller de auto is, des te meer zal het jagen gestimuleerd worden. De kleine auto moet als het even kan wijken voor de grotere en moet bij kruisingen niet al te veel rekenen op voorrang. Een oudere collega vroeg mij eens nadat hij een ongeval had veroorzaakt door geen voorrang te geven aan een van rechts komend Flatje: snap jij nu zo'n man, met zo'n klein autootje? Nog een andere factor is minstens even belangrijk, nl. de snelheid. Snel rijdende auto's en vooral snel rijdende chauffeurs hebben de neiging zo weinig mogelijk voorrang te geven vooral aan langzaam rijdende kleinere auto's. Het grote Ego voelt er niet zo veel voor in te binden voor het kleinere en zwakkere. Zonder dwingende corrigerende maatregelen zou het verkeer een zaak van 'fight or flight' blijven op grond van de stimulatie van het primitieve gedragspatroon, dat door de auto wordt aangewakkerd en het ontbreken van de normale interactiemechanismen die het intermenselijk verkeer sociahseren en beschaven. Zonder gedragsregels en zonder etiquette zou de menselijke beschaving als geheel ook een primitieve fight or flight cultuur gebleven zijn, zoals wij die in wild-v/est films geromantiseerd zien. Er moeten regels zijn ter bescherming van het individu en de gemeenschap. Een zekere gehoorzaamheid aan gemaakte afspraken, in feite niets anders dan een vorm van sportiviteit, naast een zekere kleurgeving aan het menselijk gedrag door goede manieren kunnen een wild-west samenleving tot een beschaving maken. Zo is het ook in het verkeer. De chauffeur neemt deel aan een gebeuren op de weg, waarin vele anderen participeren. Het is derhalve een sociaal gebeuren en wij zullen

Van Lennep stelde terecht dat het chaufferen een actief deelnemen aan een samenleving betekent, waarbij wij ons steeds snel de betekenis van veranderingen in de totale situatie op de weg moeten reahseren. Hij stelde terecht dat dit iets anders is dan snel reageren. De snelle reactietijd als voorwaarde voor goed chaufferen achtte Van Lennep een verouderde psychologische benaderingswijze. Bij het zich realiseren van de betekenis van de veranderingen in het verkeerspatroon behoort het adequaat beoordelen van deze veranderingen en de daaruit voortvloeiende beshssing om zo of zo te handelen. Vaak zijn deze beslissingen zo voor de hand liggend dat de juiste handeling 'automatisch' volgt. Maar alle ingeslepen handelingen wortelen uiteindelijk in een bewust besluit. Verantwoordelijkheidsgevoel en persoonlijke instelling zijn derhalve voor de ontwikkeling tot een goede verkeersdeelnemer minstens even belangrijk als het vermogen om zich snel de betekenis van de voortdurende veranderingen in het verkeerspatroon te reahseren. Het verantwoordelijkheidsgevoel en de goede persoonlijke instelling bepalen de mate waarin wij bij het nemen van beshssingen in het verkeer rekening houden met de gevolgen die deze voor anderen kunnen hebben. Dit alles wordt in hoge mate bevorderd door zich aan de verkeersregels te houden. Deze regels zijn er immers niet in de laatste plaats op gericht om de consequenties van ons rijgedrag voor anderen zo weinig mogelijk riskant te doen zijn. Helaas is er op dit punt weinig reden tot tevredenheid. Als ieder zich aan de regels hield zou de beoordeling van de verkeerssituatie in hoge mate vergemakkelijkt worden en het zou onze spanning verminderen. Wat er gebeurt als de ander zich niet aan de regels houdt, is voldoende bekend. Een verkeersfout van de ander, waardoor wij onverwacht gehinderd worden, wekt reactieve agressie op, die in woedende gebaren, of zelfs in lichamelijke afstraffing kan eindigen. Hetzelfde geldt voor naar onze mening stuntelig rijden of niet opschieten. Verkeerspsychologisch gezien is de instelUng van de verkeersdeelnemers bijzonder belangrijk. Goldstein en Mosel (1958) stelden vast dat een betere instelling correleerde met minder ongevallen. Een eenmaal vastgelegde verkeerde instelling wordt volgens Schubert (1967) waarschijnlijk niet door toenemende ervaring veranderd. Een goede motivering, die al in de schooljaren moet beginnen en een zeer belangrijke plaats moet bekleden bij de rij-instructie, is één van de mogelijkheden tot het verhogen van de verkeersveiligheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 488

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's