GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 82

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 82

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mee-beslissen in bedrijf zou logisch moeten zijn Het dagblad Typhoon, dat in de Zaanstreek wordt verspreid, wijdde half december vorig jaar nog twee volle pagina's aan een zaak die bijna vier jaar tevoren in zijn verspreidingsgebied had gespeeld: de sluiting van de vestiging van Thomassen & Drijver-Verblifa NV te Krommenie. Aanleiding voor die uitvoerige publicatie was het verschijnen van een rapport ('Bedrijfssluiting en sociaal beleid' 441 bladzijden) dat was samengesteld door medewerkers van de afdeling Bedrijfssociologie aan de VU. Niet elk rapport dat van de VU uitgaat krijgt een dergelijke aandacht, zodat mag worden verondersteld dat de bedrijfssluiting in kwestie de betrokkenen in Krommenie nog altijd hoog zit. Het rapport zelf bevestigt die veronderstelling. Betrokkenen die in de onderzoekperiode (van voorjaar 1970 tot augustus 1971) door de VU-sociologen werden gevraagd zich te herinneren hoe die bewuste april 1969 hun eerste reactie was geweest op het bericht van de bedrijfssluiting antwoordden in meerderheid 'zeer emotioneel' (31,6 procent van de ondervraagden) of 'emotioneel' (34,2 procent). In Dordrecht, waar eveneens een vestiging van Thomassen & Drijver werd gesloten, zei 26,3 procent 'zeer emotioneel' te hebben gereageerd en 42,1 procent 'emotioneel'. In de vestiging in Utrecht lagen deze cijfers lager, namelijk 30,8 en 15,4 procent. 'Opvallend is wel,' zo noteert het rapport, 'dat in Krommenie en Dordrecht de meer emotionele reacties sterk overheersen. De reacties van "vloeken en schelden" tegenover de concemdirectie, en de termen "klap in het gezicht" en "morele dreun" zijn hier overheersend.' Drs. A. Walravens, bij wie de dagelijkse leiding van het onderzoek berustte (het team bestond uit mevr. K. Meinema en de heren H. Nugteren, P. Leeuwerik en L. Parlevliet), zegt dat met opzet de uitkomsten van de vraaggesprekken met de mensen uit het bedrijf zijn vastgelegd in de koele kwalificaties van staten en tabellen: emotioneel, rationeel, positief, negatief. 'Als we letterlijke verslagen hadden gemaakt van die interviews, dan waren deze pagina's bij wijze van spreken bij de minister beland, net als de Barend Servet-show, 'zegt hij in een gesprek met VU-magazine, doelend op een tv-programma dat rond de jaarwisseling 28

enige aandacht trok en werd berispt wegens door de minister van CRM gesignaleerde aantasting van 'openbare orde' en 'goede zeden'. Drs. Walravens: 'Die reacties logen er niet om, ook al was het toch al weer even geleden dat de sluiting bekend werd gemaakt. Sluitingen van bedrijven zijn altijd ontzettend trieste gebeurtenissen. Er zijn mensen die in zo'n bedrijf niet alleen 25 jaar hebben gewerkt, maar daar ook een groot deel van hun interesse hebben; die van het bedrijf uit vrienden en kennissen hebben. Als het goed is, zijn ze al eens beloond voor bedrijfstrouw, of hebben ze promotie gemaakt. Wanneer dan van de ene dag op de andere, zonder datje erbij betrokken bent geweest, wordt gezegd: je wordt bedankt, dan is dat een geweldige emotionele schok. Dat was zelfs merkbaar bij mensen die na de sluiting allang weer ander werk hadden gevonden.'

Informatie Een groepje sociologen van de VU startte, zoals gezegd, in het voorjaar van 1970 met een onderzoek naar het beleid zoals dat door

de directie van Thomassen & Drijver-Verblifa NV en de vakbonden was gevoerd met betrekking tot de sluiting. De opdracht voor dit onderzoek kwam van het bedrijf en de bonden zelf; tijdens de conflicten rondom de sluiting was meer dan eens aangedrongen op een 'onafhankelijke commissie' die haar oog zou moeten laten gaan over het gevoerde beleid. De directie voelde er niet voor zo'n commissie te laten opereren in de hitte van de strijd die aan de gang was. Tegen een onderzoek achteraf was geen bezwaar. Deze volgorde, onderzoek nadat het bedrijf gesloten is, doet bij VU-magazine de vraag rijzen of hier geen reddingspoging werd ondernomen naar een verdronken kalf Drs. Walravens: 'Toen we die opdracht aannamen, wisten we dat er niets meer te redden viel aan die bedrijven. De wetenschap heeft een beetje de image altijd voorop te moeten lopen, altijd voorspellingen te moeten doen. Je kunt echter ook je methoden hanteren door aan de hand van een bepaalde zaak aan te tonen hoe het niet moet, zodat in de toekomst misschien andere paden zullen worden ingeslagen.'

Vrouwen van werknemers in Krommenie organiseerden op 22 april '69 een betoging. Aan Krommenie's burgemeester Tjaberings werd een petitie aangeboden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 82

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's