GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 462

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 462

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

l/u magazine 20 dat de gevoeligheid in zijn kring (overwegend Hervormd) niet alleen de Katholieken geld, maar ook de (overwegend gereformeerde) anti-revolutionairen". Het werd in 1959 dus overwegend een blauwtje voor Romme, al hadden de anti-revolutionairen de deur op een kiertje gezet. „Wie iets van de Nederlandse verhoudingen kent, begrijpt wel dat een ruwe poging om in het Europese kader deze Duitse partijformatie naar Nederlandse bodem over te planten voorshands weinig succes zou hebben", commentarieerde de socialist Fedde Schurer in de Friesche Koerier. Maar hij was ervan overtuigd dat het onderwerp „hoe pijnlijk het ook moge zijn" binnen afzienbare tijd wel weer aan de orde zou komen. ,,Er is, en dat is voor de protestants confessionele partijen het tragische, maar één richting en één voorland. Wanneer zij volharden, bij hun keuze tegen het socialisme, kunnen ze geen andere kant meer uit, en ze weten zelf dat ze in de Europese ruimte een verdwijnende macht zullen vormen. Romme hoeft zijn stem niet eens te verheffen noch zijn wenkbrauwen te fronsen: de tijd werkt in zijn richting". Het (licht-)blauwtje dat Romme in 1959 opliep, betekende allerminst dat de vorming van een Nederlandse CDU, althans een nauwere binding tussen de drie christelijke partijen van de agenda werd afgevoerd. Wel leek de urgentie even af te nemen (bij de verkiezingen van 1 963 won de KVP een zetel, waardoor — samen 76 zetels — een christendemocratisch alternatief weer binnen het blikveld scheen te komen, maar in 1967 voltrok zich de politieke aardverschuiving, waarvoor prof. Duynstee indertijd al had gevreesd. De KVP verloor 8 zetels, de CHU 1. De zetelwinst van de ARP (2) kon niet goedmaken, dat het christen-democratisch blok als geheel een klap had opgelopen, met name door de start van een nieuwe, nietconfessionele partij in het politieke centrum D'66. In 1971 zette de afbrokkeling zich voort evenals in 1972. Vergeleken bij de situatie in 1 959, toen Romme zijn hand uitstak, was de situatie zo dat de ARP met wat schommelingen (15,13) stabiel was gebleven op 14 zetels, dat de KVP teruggelopen was van 49 naar 27 zetels en de CH\) van 1 2 naar 7 zetels. Samen bezetten de drie thans nog 48 zetels, maar de urgentie om een streep onder eigen verleden te zetten, steeg in de periode 1967-1975 harder bij de KVP en (iets later) CHU dan bij de ARP, die vrijwel onbeschadigd de politieke aardverschuivingen tussen 1967 en 1972 was doorgekomen. Bleken de jongere generaties uit de volksdelen, die totdan KVP of CHU hadden gestemd, weinig of geen behoefte meer te hebben aan een confessionele partij, bij het van oudsher anti-revolutionaire volksdeel lag de situatie anders. Zowel de deconfessionalisering als de verjonging van het kiezerscorps werden overleefd; er was zelfs sprake van een lichte winst. Waarom een medicijn geslikt (een lichte deconfessionalisering)tegen een kwaal, die men kennelijk niet had, en die misschien juist wel eens als ziekteverwekker kon optreden? Met name de maag van de KVP echter verdraagt de lepels levertraan niet, die in het CDA-contact veelvuldig van AR-zijde wordt toegediend, in de vorm van onderstreping van het principieel-christelijke karakter van het CDA. De vrees daarvan nog meer verzwakt te geraken, is vanuit electoraal gezichtspunt terecht. Slechts wanneer dan ook onder de traditionele a.r.-aanhang een beduidende deconfessionalisering zou optreden (hoewel aanzienlijk geringer dan bij KVP en CHU, blijkt uit onderzoeken ook bij de A.R. de aantrekkings<racht op jonge kiezers iets te verzwakken) mag verwacht ift/orden dat zij misschien bereid is tot dezelfde kuur als

KVP en CHU. En zelfs dat is dan nog de vraag. Dereacties in de a.r.-partij op de befaamde rede van Aantjes maken het niet waarschijnlijk. Bij het appèl aan de christelijke levensbeschouwing reageerden over het algemeen scherp tegenover elkaar staande vleugels ongewoon eensgezind. Men vond elkaar in een afwijzen van de confessionaliseringstendenzen. Juist daarin verschilt men van de rooms-katholieken. Reeds het gedrag van het rooms-katholieke volksdeel tijdens de oorlogsjaren en vlak erna (Ned. Unie en Ned. Volksbeweging) kon doen vermoeden, dat er sprake was van een geringere gehechtheid in r.k.-kring aan de Katholieke Staatspartij dan in protestants-christelijk Nederland bestond t.a.v. ARP en CHU. Het was dan ook allerminst 'n vaststaande zaak, dat in 1945 weer een katholieke partij zou worden opgericht. Pas in december '45 werd hiertoe tenslotte besloten en daarbij bleek dat aan het program gelijke waarde werd toegekend als de levensbeschouwelijke grondslag. Van meetaf stelde de KVP zich ook open voor niet-katholieken. De PvdA werd een (niet geaccepteerd) aanbod gedaan samen een urgentieprogram op te stellen. In 1968beschrijftde Nijmeegse historicus A. F. Manning deze deconfessionalisering-avant-la-lettre in ,,Geen doorbraak van de oude structuren". Deze wens tot deconfessionalisering stoelde, aldus VUpoliticoloog D. Th. Kuiper in een artikel in A.R. Staatkunde jan. '70 „op een aantal overwegingen, die bij sommigen van meer idealistische, bij anderen van meer opportunistische aard waren". Volgens hem hing dat samen met het emancipatiemotief ,,dat bij de vorming van katholieke organisaties duidelijk domineerde boven het principiële motief, zulks in tegenstelling tot het calvinistische volksdeel". Ook een bepaalde interpretatie van het natuur-genade motief kon volgens hem een rol hebben gespeeld. Als in januari 1966 het rapport,,Grondslag en karakter van de KVP" gepubliceerd wordt, blijkt dat de deconfessionaliseringstendensinde KVP niet is verminderd. Integendeel. AR P-voorzitter Berghuis signaleert het in de buitengewone deputatenvergadering van van 12 februari 1966. Hij neemt het serieus, want het rapport behelst een uitnodiging tot ARP en CHU, die veel verder gaat dan wat Romme in '59 voorstelde, verdergaand nog dan een fusie; gedacht wordt aan het stichten van een algemeen-christelijke partij. Maar dat was niet een zaak van beginsel of noodzakelijkheid, maar van doelmatigheid en opportuniteit, zo werd gesteld. Daarover liet Berghuis meteen kritische geluiden horen. Hij meende dat de samenstellers van het rapport een „bredere christelijke partij in belangrijke mate zien als een soort programpartij in een centrumpositie". Hij miste daarin ,,een christelijke politiek", die ,,zowel tegenover het socialisme als het liberalisme met een eigen radicaliteit staat". Voor hem was ,,het centrale punt" daarbij ,,hoe ook programmatisch het christelijke geloof de basis en de richting van een georganiseerde christelijke politiek aangeeft". Dat was ,,beslissend... voor de geloofwaardigheid van een christelijke partijformatie". In Trouw (15 febr. '66) viel Bruins Slot hem bij. „ D e kracht van een politieke partij zit niet in haar omvang en in haar organisatie. Die zit niet in het feit dat zij als enige of als zeer grote algemeen christelijke partij of als enige grote reformatorische partij optreedt. De kracht van een partij zit in datgene waaruit ze leeft en in wat zij wil. Zij zit niet, zeker vooreen Christelijke partij niet, in materiële belangen die zij verdedigt. De kracht van een Christelijke partij zit hierin dat zij op een voor de mens van vandaag

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 462

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's