GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 316

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 316

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

i ^ nwgame 6

leerling uit de vierde klas MAVO op de vraag waarom hij tijdens het uur maatschappijleer zijn huiswerk zit te maken. Zijn reactie IS wel tekenend voor de sfeer van leren en presteren waaruit ons onderwijs nauwelijks los te wrikken is. Hij staat in zijn oordeel bovendien niet alleen. Nog veel mede-leerlingen, ouders en ook docenten van wél-examenvakken delen zijn mening Toegegeven, maatschappijleer is niet van enig nut wanneer je je slechts op één ding richt: het halen van de eindstreep, het diploma. Maar het gaat bij maatschappijleer nu juist om meer dan alleen instrumentele kennis die door middel van een examen getoetst kan worden. Het kan zijn dat daarom de benaming ,,maatschappij/eer" ongelukkig gekozen is. Als leervak is het in geen geval bedoeld.

Ontplooiing In het interim-rapport van de VU-commissie maatschappijleer worden de doelstellingen van het vak geformuleerd. Hetgeen beoogd wordt is te herleiden tot drie onderdelen. In de eerste plaats dient de leerling zich bewust te worden van zijn eigen plaats in de samenleving, waarvan hij deel uitmaakt. Kennis en inzicht van zijn eigen situatie is niet voldoende, maar is voorwaarde I" en dat is het tweede punt — om de mogelij kheden van de leerling te ontwikkelen zich te ontplooiien in die samenleving. Het ont-

wikkelen van mogelijkheden houdt niet in. dat hij met alle geweld aangepast dient te worden aan de maatschappij als een pasklare, kritiekloze burger. Integendeel. Er wordt hierbij vanuit gegaan dat de ontplooiing van ieder mens eerst gestalte krijgt in zijn relatie met anderen en in zijn gedrag binnen de samenleving. De leerling zal inzicht moeten krijgen in de manier waarop de samenleving belgedrag van mensen beïnvloedt en de ontplooiing van de individuele mens in de weg kan staan. Daarom zal de leerling zich tevens de vaardigheden eigen moeten maken om een zodanige ruimte in de samenleving te creeëren, dat hij in staat is zich te ontplooien, op basis van kennis en inzicht. Als derde punt voegt de commissie hier aan toe dat de leerling bij dit alles dient te beseffen, dat hij zélf verantwoordelijk is voor hetgeen hij doet en — even belangrijk — niet doet terwijl hij daartoe wellicht de mogelijkheid heeft. Het stimuleren van de bereidheid om die verantwoordelijkheid te dragen voor al dan niet aanvaardde activiteiten zal daarbij onderdeel moeten zijn van het onderwijsproces. In het pre-advies van het Christelijk Pedagogisch Studiecentrum wordt gesproken over maatschappijleer als .,een wijze van zien en een wijze van zijn''. ,,Zien" heeft daarbij betrekking op inzicht' in de wijze waarop onze samenleving in elkaar zit, terwijl het .,r//'/7" slaagt op het standpunt dat op basis daarvan gekozen wordt, het gedrag dat

daaruit voortvloeit en de verantwoordelijkheid die men daarvoor aanvaardt. Vanzelfsprekend neemt het initiatief en de zelfwerkzaamheid van de leerling een zeer belangrijke plaats in. Dat juist dit laatste aspect voor veel leerÜngen vreemd is binnen ons onderwijssysteem, daarvan getuigt de opmerking van een leerling van een vierde klas HAVO. Op de vraag wat zijn mening dan wel is over een bepaald onderwerp, geeft hij als antwoord: ,,dat moet u mij niet vragen, want dat weet ik niet; u lient de leraar, u moet mij dat leren."

Taboe De vraag is natuurlijk hoe je als docent het stimuleren, activeren en motiveren in de praktijk inhoud geeft. Bij maatschappijleer ligt de lesstof niet bij voorbaat vast en zij die bij dit vak betrokken zijn, menen dat dit ook zeer beslist niet moet. Hoewel dit enerzijds veel vraagt van het improvisatie-talent van de docent, geeft het hem anderzijds maximale ruimte om de lesstof aan te passen aan de situatie van de leerlingen; een eerste voorwaarde waaraan te bespreken onderwerpen tijdens het uur maatschappijleer moeten voldoen. Herkenbaarheid van maatschappelijke kwesties voor de leerling is van zo groot belang omdat de bewustwording van de eigen plaats in de samenleving vooropstaat. De onderwerpen, die in de ideale situatie door de leerlingen zelf ter discussie worden

PRAKTIJKFINANCIERING HYPOTHEKEN (OOK TOP-) ALLE VERZEKERINGEN EN PENSIOENVOORZIENINGEN VOOR ACADEMICI.

RH DRS. A. H. L. RESSING fiv

RAADGEVEND BUREAU REWA Postbus 149 - Wassenaar - Telefoon (01751) 19222*

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 316

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's