GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 346

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 346

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

ilO magaTine 36

'Veel frustrerends in politiek'

We zijn er nog niet in geslaagd een alternatief model te vinden. De afschrikking heeft dat paradoxale element in zich en dat kan niet weggenomen worden. Je dreigt met geweld om geweld te voorkomen: een gevaarlijk systeem dat in feite beneden de waardigheid van een menselijk reguleringsprincipe is. Je dreigt elkaar met de totale ondergang. Maar het i's een correctiemechanisme dat, tot op dit moment in ieder geval, een situatie heeft teweeggebracht waarbij een aantal incidenten niet hebben geleid tot gewelddadige uitbarstingen zoals in het verleden, door de zelfbeheersing die men gedwongen is zich op te leggen. Het is een stabiliteit gebouwd op angst? Ik vind angst geen gezonde basis voor de samenleving. Maar de angst dat onvoorzichtig optreden van de eigen kant zou kunnen leiden tot een confrontatie met de ander, heeft tot een behoedzaamheid geleid, die in het internationale verkeer tot op dat moment niet gebruikelijk was. Vergeten we niet: de mogelijkheden tot conflicten zijn vele geweest. En de spanne tijds die ons gegund is en die we bepaald niet maximaal uitgebuit hebben, is langer dan de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Nogmaals het is geen waterdicht bewijs. Het is voor ons in de ontwapeningsnota een argument geweest om te zeggen: laten we voorzichtig zijn, zolang we niet zien, wat er voor in de plaats moet komen. Afgezien van de vraag of we begrip voor iets anders zullen vinden bij de andere partners in het totaal. Is de regering bereid het dreigen met geweld om te zetten in het gebruiken van geweld en kan de regering de gevolgen accepteren? Daar heeft u de kern van de paradox geraakt. Het is beneden de waardigheid van een menselijk reguleringssysteem. Het past niet bij de roeping van de mens, om als verantwoordelijke mensen met elkaar om te gaan. Het onzekerheidselement is het wezen van de afschrikking. De onzekerheden van de ander hoe de een zal reage-

Het gesprek met staatssecretaris Kooijmans ging niet uitsluitend over diens ontwapeningsnota. Zo nu en dan kwamen een paar, meer persoonlijk getinte, uitstapjes voor. Bij voorbeeld: wat bewoog hem destijds een hoogleraarschap in het volkenrecht aan de VU te verruilen voor de stoei van staatssecretaris op Buitenlandse Zaken. Uit het antwoord van de heer Kooijmans bleek, dat deze functie-wisseling voor hem alles te maken had met een overstap van de theorie naar de praktijk. „Ik ging steeds sterker inzien, datje er met het theoretisch ontwerpen van regels niet komt. Het ontbreken van politieke wil is een van de grote struikelblokken voor het tot standkomen van een rechtvaardige ordening. Doordat ik op betrekkelijk jonge leeftijd hoogleraar ben geworden (de heer Kooijmans was toen 32), miste ik de ervaring uit de praktijk. Je hebt dan de indruk, teveel in een ivoren toren te zitten. Het was dus een uitdaging om datgene wat ik theoretisch had verworven te toetsen aan de praktijk". Hoe kijkt de heer Kooijmans na enige jaren ervaring op die uitdaging terug? „In de eerste plaats: er is bepaald veel frustrerends in de politiek, met name de internationale politiek, wanneer die wordt bedreven door een land dat niet bepaald de touwtjes in handen heeft. Als je van dag tot dag met deze problemen bezig bent, voel je de frustratie geweldig; ook de frustraties van de verbanden waarin je werkt. Aan de andere kant voel je iets van waardering. Iets van:, J)at is toch gelukt! Je krijgt een iets fijnere antenne voor kleine stapjes, die weliswaar niet tot wezenlijke wijzigingen van de structuren aanleiding geven, maar wel een klein stootje daartoe kunnen geven". „St bent er van bewust dat een land als Nederland zich alleen via en met anderen kan waarmaken. Het eigenlijke kan alleen gedaan worden door de twee grote kem-mogendheden. Dat geeft die frustraties. In de tweede plaats merk je dat de wereld ziende blind is. Iedereen onderkent de problemen, maar niemand kan blijkbaar de moed opbrengen, om af te zien van soevereine rechten. Van kleine voordelen die men heeft, om te komen tot een werkelijke verwezenlijking van wat men „sociale gerechtigheid" kan noemen. Want daar gaat het ten slotte om". In de rede waarmee hij in '65 zijn hoogleraarschap aan de VU aanvaardde („Volkenrecht en Sociale Gerechtigheid") pleitte de heer Kooijmans ervoor, dat de menselijke waardigheid zou moeten worden betrokken in de internationale ordening. N u, elfjaar later, vindt hij dat het inter-statelijk karakter van het volken-

recht versterkt is, doordat er veel staten zijn bggdiomen „voor wie de soevereiniteit iets is wat ten kosten van veel bloed, zweet en tranen iis verworven. Hetsoevereiniteitsbegrip, dat in feite een vermenselijking van het internationale recht in de weg staat, heeft een geweldige injectie gekregen. Aan de andere kant kun je vaststellen, dat de positie van de mens daardoor bepaald niet in de schaduw is komen te staan. Ik denk dan in de eerste plaats aan de ontwikkeling van het begrip „Rechten van de mens", hoewel die nog veel te langzaam gaat. Ook in Helsinki is getracht om de normalisering van de verh ondingen binnen Europa niet tot staten te beperken, maar die ook een zekere doorstraling te doen hebben naar degenen om wie het eigenlijk gaat in de internationale samenleving: dat zijn de mensen. Wat dat betreft heb ik altijd veel te danken gehad aan mijn leermeesteres, mevrouw Van der Molen, die altijd met veel instemming een zinsnede van Hugo de Groot citeerde: Deo carissimum animal" (Gods liefste schepsel); dat was de mens, die toch centraal moest staan". De staatssecretaris zegt, dat er wel een nauwe relatie tussen volkenrecht en vrede bestaat, maar dat men niet moet menen — zoals destqds bg de oprichting van de Volkenbond — dat wanneer de rechtskaders eenmaal in het leven zijn geroepen, ook de oorzaken van conflicten zijn weggenomen. „Het recht moet overeenkomen met sociale en politidie knelpunten die zich op een bepaald moment voordoen". En dan nog kan het zich in twee verschillende richtingen ontwikkelen: het kan een ordening in het leven roepen waarbinnen rdiening wordt gehouden met de belangen van een ieder; de rechtsordening kan ook een kant opgaan waarbij de machtigen hun belangen veilig stellen. De heer Kooijmans noemde de zeerechtconferentie van de VN als voorbeeld van een verkeerde ontwikkeling. Die conferentie vloeide voort uit een voorstel van Malta dat de belangrijkste grondstoffen op de zeebodem zouden moeten worden beschouwd als erfenis van de gehele mensheid. „W e zijn nu tien jaar verder en we zien dat het statenegoïsme en ook het individuele egoïsme van bepaalde groepen duidelijk de overhand heeft gekregen. Er werden claims van 200 mijl gelegd. Wat blijft er dan nog over voor die gemeenschappelijke exploitatie? Dat vind ik een voorbeeld waaraan je ziet dat een bepaalde rechtsontwikkeling onvoldoende rekening houdt met de werkelijke noden en behoeften die er in de internationale samenleving zijn".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 346

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's