GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 445

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 445

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magadneS

Doelstelling VU en verkiesbaarheid

Discussie over CPN-kwestie duurt voort De Universiteitsraad van de VU heeft dinsdagavond 23 november (vlak voor het ter perse gaan van VU-Magazine) twee moties aangenomen, waarin wordt uitgesproken; (motie 1.) „dat de doelsteUing van de Vrije Universiteit, (....) nu en in de toekomst prevaleert boven de eis van universitaire democratie, zoals geregeld in de bestuursstructuur van de Vrije Universiteit en dat derhalve de verklaring, zoals bedoeld in artikel 1.5.4 van de Regelen voor de Vrije Universiteit, een gerechtvaardigde beperking is van de verkiesbaarheid", (motie 2) „dat de doelstelHng van de Vrije Universiteit (....) nu en in de toekomst het besturen van de universiteit moet doordringen en beheersen, en dat derhalve de verklaring, zoals bedoeld in artikel 1.5.4. van de Regelen voor de Vrije Universiteit, een gerechtvaardigde beperking is van de verkiesbaarheid van leden van de Universiteitsraad".

V.l.n.r. John vanBaars (wetenschappelijk personeeI)HarmScheepstra(Vl]SO) Mr. Vroon (Vereniging)

Beide moties werden met grote meerderheid aangenomen. Artikel 1.5.4. waarvan de moties spreken luidt: ,,Van ieder die toetreedt tot de universiteitsraad wordt een schriftelijke verklaring verwacht dat hijIzij instemt met de doelstelling, dan wel bekend is met de doelstelling, alsmede bereid is om naar vermogen in de geest van deze doelstelling te werk te gaan in het besturen van de universiteit". De UR-vergadering trok grote publieke belangstelling, ook van de kant van de pers, want wat in wezen aan de orde was, heet in de wandelgangen de CPN-kwestie. Als een CPN-lid (of iemand die het lezen van De Waarheid aanbeveelt) gekozen wordt als lid van de Universiteitsraad en de bereidverklaring ondertekent, moet hij dan toch nog worden geweerd? En zo ja, hoe dan?

kening bereid is, vertrouwen moet worden gegeven." ,,Het spreekt daarbij uiteraard vanzelf, dat ieder, die op deze basis gekozen is, als lid van enig bestuursorgaan voor haar of zijn handelingen in die hoedanigheid op deze bereidverklaring aanspreekbaar blijft". Wat betreft het al of niet onverenigbaar zijn van doelstelling VU en lidmaatschap CPN constateerde de werkgroep globaal drie uiteenlopende visies binnen de universitaire gemeenschap, die haar doen pleiten voor „een diepgaande studie over de relatie tussen Evangelie en ideologieën in het algemeen en van het Evangelie en marxisme in het bijzonder". Een dergelijke studie wordt zelfs bijzonder dringend nodig" genoemd.

ADVIES De werkgroep Doelstelling, die zich met de problematiek bezighield, adviseerde de Universiteitsraad uit te spreken ,,dat naast een bereidverklaring en een bewilligingsverklaring geen andere voorwaarden behoeven te worden gesteld aan de kandidaatsstelling voor de Universiteitsraad en andere nader te bepalen bestuursorganen." De werkgroep schreef in haar advies „dat een ieder die tot bovengenoemde onderte-

Het voorstel van de werkgroep verwierf instemming, zowel van het College van Bestuur als het Bestuur der Vereniging, zo liet UR-voorzitter P. Kuijper de Universiteitsraad weten. Wèl verklaarde het bestuur van de Vereniging, dat het wat betreft de diverse gesignaleerde visies zich aansloot bij een ervan, door de werkgroep omschreven als: „Lidmaatschap van de CPN enerzijds, en enige 'vorm van verwantschap met de doelstelling der Vrije Universiteit („naar ver-

mogen in de geest van de doelstelling te werk te gaan") worden absoluut onverenigbaar genoemd. Dus behoren leden van de C.P.N, principieel niet thuis in bestuursorganen van de Vrije Universiteit. Maar als dat uitgesproken is, moet meteen ook gezegd worden dat de procedure bij de kandidaatsstelling als bestuurslid en bij de verkiezingen niet wel toelaat om expUciet CPN-ers — voorzover zij de bereidverklaring willen ondertekenen — te weren uit besturen. Nadrukkelijk dient hierbij overigens te worden aangetekend dat precies hetzelfde geldt m.b.t. anderen (dan C.P.N.-ers), wier levensbeschouwelijke opvattingen weliswaar in strijd worden geacht met de doelstelling der universiteit, maar die toch de bereidverklaring ondertekenen." Het. College van Bestuur voegde aan de voorstellen van de werkgroep toe, dat men name de overweging ,,dat iemand aanspreekbaar blijft op zijn verklaringen" sterke nadruk verdient". Aan de Universiteitsraad zond voorzitter dr. P. Kuijper een concept-uitspraak conform de voorstellen van de werkgroep doelstelling: „De Universiteitsraad van de Vrije Univer-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 445

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's