GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 209

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 209

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine 31 het onderwijs het geval is geweest. Hij schrijft dat onder meer toe, aan het feit dat het CNV door de publiciteit nogal werd opgejaagd om datgene waarvoor men zei te staan, ook waar te maken. Uit die ervaring heeft hij geleerd niette snel „christelijk"te roepen en de ogen open te houden voor wat anderen doen (en christenen soms niet doen). Kortom: om bescheiden te zijn. Maar w e l voelt hij zich door het hebben van een uitgangspunt ,,gedwongen"om van daaruit lijnen naar de samenleving te trekken. Het is natuurlijk nog maar de vraag of het onderwijs dezelfde lijnen zou moeten trekken als christelijke maatschappelijke organisaties als het CNV. Maar uit discussies, met name in het middelbaar onderwijs, heeft de heer Lanser begrepen dat het idee, dat christelijk onderwijs jonge mensen bewust zou moeten maken, nog niet overal is geaccepteerd. „Een aantal mensen in het middelbaar onderwijs is te hoop gelopen tegen de opvattingen van minister Van Kemenade, maar juist het christelijk onderwijs had moeten zeggen, dat die volkomen terecht zijn. Het sociaal bewust maken van mensen is juist 'n taak voor het christelijk onderwijs. Als je met jonge mensen bezig bent met het oog op de toekomst, omdat ze hun plaats moeten gaan innemen in de maatschappij, dan moet je ze met die maatschappij confronteren. En met de vraag of de maatschappij de voorwaarden biedt om je als mens volledig te kunnen ontplooien. Dat moet dan leiden tot de vraag: ontplooien, wat betekent dat? Kun je aan de hand van het evangelie zeggen dat de mensen allemaal tot hun recht kunnen komen? Dat de voorwaarden daarvoor zijn vervuld? Nogmaals: de essentiële vragen in het christelijk onderwijs hebben voor mij te ma ken met het relevant maken van het evangelie."

„Laakbare houding" J . Lanser

dag- of weeksluitingen, of, meer in het algemeen, met het hanteren van een zekere liturgie in het onderwijs? De heer Lanser acht zulke vormen op zichzelf zinvol, maar vindt ook, dat ze geen antwoord kunnen geven op de eigenlijke vraag: hoe kan in het hoger onderwijs de band met het evangelie relevant worden gemaakt? De her-formulering van de doelstelling, die een aantal jaren geleden haar beslag kreeg, heeft een antwoord op die vraag kennelijk niet dichterbij gebracht en dus „is er blijkbaar reden om er opnieuw over te gaan spreken." „ Wanneer je vindt dat een christelijke universiteit mogelijk is, dan moet onmiddellijk de vraag worden gesteld: hoe dan? Ik zou zeggen, dat in de colleges de studenten moeten kunnen ervaren dat er een relevantie is met het evangelie; dat getracht wordt hun dat waar mogelijk duidelijk te maken. Als je kiest voor een christelijke universiteit, dan kan het niet anders".

Gesprekspartner De heer Lanser zou het toejuichen wanneer leden van de ledenraad in de toekomst zouden kunnen gaan meedraaien in het bezinningscentrum, dat door de werkgroep-doelstelling is voorgesteld. Hij onderkent, dat hij als lid van de ledenraad min of meer in de positie van „stuurman aan de wal" verkeert en voelt derhalve de behoefte aan contact met mensen die in de dagelijkse praktijk van het universitaire bedrijf staan, al w a s het maar om informatie te krijgen. „Je zult in de meeste gevallen dan toch wel moeten varen op hun ervaringen en opvattingen (als die je ten minste goed voorkomen), maar ik denk dat het goed is wanneer leden van de Vereniging als gesprekspartners kunnen fungeren van de mensen die het hele proces van dag tot dag meemaken." Hij heeft de indruk, dat binnen zijn eigen organisatie, het CNV, een diepere bezinning heeft plaats gehad over de vraag hoe het evangelie vorm zou moeten krijgen, dan in

VU-magazine brengt de discussie rond doelstelling en CPN-lidmaatschap ter sprake. De heer Lanser hoopt, dat die discussie er toe zal kunnen bijdragen dat met name de studenten zich ervan bewust zullen worden, dat het propageren van het dagblad De Waarheid of het partijlidmaatschap van de CPN, geen kwestie kan zijn van: „Je doet maar es een keer wat anders", maar dat men dieper zal graven. Dat vraagt hij trouwens ook van andere partijen in de discussie; is De Telegraaf-lezer zich bewust van de beweging die hij steunt? De heer Lanser vindt dat wanneer men w i l gaan beoordelen of bepaalde activiteiten in overeenstemming zijn met de doelstelling, voorzichtigheid is geboden. In het onderhavige geval echter vreest hij dat een ongeloofwaardige situatie ontstaat, wanneer een dergelijke beoordeling achterwege zou blijven. „Ik moet de eerste communist nog tegenkomen die openlijk zal verkondigen dat zijn ideologie niet moet overheersen; dat allerlei bewegingen gelijke rechten hebben en dat er ruimte moet zijn om ideologieën te bestrijden. En dan vind ik, dat iedereen de volle vrijheid heeft om communist te worden of De Waarheid te verkopen, maar dan moet men niet tegelijkertijd in colleges willen zitten van een christelijke universiteit. Door die keuze niet te maken, ontwijken zij hun verantwoordelijkheid. Ze zadelen anderen ermee op en verwijten die dan, dat ze de hen opgedrongen verantwoordelijkheid moeten dragen. Ik vind dat een zeer te laken houding." De heer Lanser acht een emotionele reactie van mensen die de CPN zonder meer met „iets slechts" vereenzelvigen, begrijpelijk en — gezien tegen de achtergrond van wat in Hongarije en Tsjechoslowakije is gebeurd en wat nog steeds in de Sowjet-Unie gebeurt — voor een deel terecht. Maar het is niet voldoende. „Men zou moeten proberen door te dringen tot wat die beweging in wezen inhoudt, wat er aan ideologie achter steekt. Juist naar de kant van de jonge mensen toe, zou je moeten proberen dat bewust te maken. Ook de ouderen zouden zich dan beter rekenschap kunnen geven van wat er eigenlijk aan de hand is. De gebeurtenissen aan de VU zouden dan misschien kunnen bijdragen tot een stuk bewustwording. "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 209

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's