VU Magazine 1976 - pagina 372
Vü magazine 18 Dr. J . Hendriks en mevrouw drs. A. L. R ijken-Hoevens
het meest met het totaal-oordeel over de dienst samen? Frappant was, dat niet de preek en de predikant het sterkst samenhingen met het oordeel over de dienst, maar de liturgie en de relatie met medekerkgangers. Dus een positief oordeel over de dienst hing samen met het honoreren van opvattingen over de liturgie en met de vraag of de relaties met de medekerkgangers („gemeenschap der heiligen") waren zoals men die graag zag. Overigens bleek zeer veel variatie te bestaan, wanneer aan de kerkleden uitspraken werden ontlokt over de samenhang tussen hun ervaringen in de kerkdienst en hun oordeel over de kerkdienst. Bij sommige uitspraken was er geen samenhang, bij andere een zeer duidelijke. Niet alleen de ervaringen van de ondervraagden met de kerkdienst, ook hun betrokkenheid op de kerk speelde een rol bij een al dan niet positief oordeel over de kerkdienst: een relatief sterke betrokkenheid op de kerk ging samen met een positief oordeel. Bovendien bestond er een direct verband; gemeenteleden die zich sterker dan anderen met "de kerk verbonden voelden en vaker'naar de kerk gingen, oordeelden positiever over de kerkdienst dan gemeenteleden voor wie dat alles niet gold. Dat ging vooral in het negatieve op: wanneer men in de kerkdienst weinig ervoer van wat men belangrijk vond. Hoe minder men bij de kerk betrokken was, hoe sterker de samenhang tussen ervaring en oordeel. Bij regelmatige kerkgangers, die zich nauw met de kerk verbonden voelden, was dat verband veel geringer.
Structuur Een vrij groot aantal van de ondervraagde gemeenteleden gaf aan, dat men in de kerkdiensten datgene wat men belangrijk vond, ook meemaakte. Vooral de predikant kwam er goed af; de relatie met medekerkgangers
De bij dit verhaal gebruikte foto's komen uit,. De dominee gaat voorbij", uitgave: Ambo
veel minder: niet minder dan 30 procent zei over dit onderdeel niet te ervaren wat men belangrijk vond. De onderzoekers bespeurden een bepaalde structuur: gemeenteleden die het accent legden bij de individuele persoon en zijn persoonlijke relatie tot God, zijn behoefte aan zekerheid, steun en geborgenheid kwamen in de huidige kerkdienst aan hun trekken. Ze konden er ervaren wat voor hen waardevol was. Anders was het met diegenen die nadruk wilden hebben op de mondigheid van het gemeentelid in de dienst. 4 0 procent van de ondervraagde gereformeerden zei het waardevol te vinden wanneer gewone gemeenteleden een actieve rol zouden mogen spelen in de liturgie en 23 procent van hen zei, dit in de kerkdienst niet mee te maken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976
VU-Magazine | 487 Pagina's