GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 183

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 183

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

[(Zl magazines volle arbeid, aanvaardbare inkomensverschillen, milieu en schaarste kan men niet langer beschouwen als randvoorwaarden, die de ondernemer in acht moet nemen wil hij verantwoord ondernemen. Wat tot nu toe nog vaak ais randvoorwaarde wordt beschouwd, zal de ondernemer als zijn uitdrukkelijke verantwoordelijkheid moeten gaan zien. Hij moet niet „rekening houden" met een groeiend behoefte aan inspraak, openheid en zinvolle arbeid. Het is zijn taak en opdracht mee te werken aan de oplossing van deze problemen". (Ir. J. de Wit, voorzitter van het NCW op de Nieuwjaars persconferentie 1977). Voor wat de totstandkoming van een goed sociaal beleid betreft, kan ik opnieuw verwijzen naar hetgeen Uc reeds heb gezegd over de wijze van besluitvorming in de moderne onderneming. Professionele mankracht is stellig nodig; voor de wat kleinere bedrijven kan dat een grote hinderpaal zijn. Regionale organisaties als het Noordelijk Centrum voor Personeelszaken kunnen dat tekort aan mankracht compenseren.

Van Zuthem: Ik heb over dit punt zoveel nagedacht en er ook zoveel over geschreven (o.a. ,,Arbeid en arbeidsbeleid in de onderneming"), dat ik nauwelijks weet hoe deze vraag in kort te moeten beantwoorden. In ieder geval dit: steeds meer wordt aangenomen, dat de onderneming naast economische ook sociale doelstellingen kent. De gelijkwaardigheid van sociale doelstellingen is te verdedigen, ook wanneer men uitgaat van onze economische orde met zijn ondernemingsgewijze productie. Gelukkig zijn er steeds meer ondernemers, die dit ook zo zien. Weliswaar is sociaal beleid moeilijker hard te maken (nog wel), maar velen beseffen dat ziekteverzuim, motivatie, kostenbesef, verantwoordelijkheidsbesef, offerbereidheid e.d. alles te maken hebben met het sociale beleid. Voor een beter sociaal beleid is nodig, dat de opleiding van personeelsfunctionarissen wordt verbeterd (professionalisering), in de raad van commissarissen ook sociale deskundigen komen, het beleid gebonden wordt aan sociale uitgangspunten en doelstellingen, de, onderne-

^

ming ook een sociale winst- en verliesrekening publiceert (met behulp van sociale accountants opgesteld) e.d.

Wat kost het? Wat mogen verantwoordelijke werknemers; wat mag democratisering een onderneming kosten? Wat leveren ze de onderneming op? Pruijt: Democratisering moet geïnstrumenteerd worden. Dat kost geld en tijd. Het is nauwelijks te schatten hoeveel, laat staan dat zou kunnen worden aangegeven hoeveel zou moeten worden toegestaan. Ik zou hier wel willen pleiten voor normale rationaliteit en efficiency, hetgeen met name neerkomt op het leren van vergadertechniek en het bewust volgen van de regels voor efficiënte besluitvorming. Dit soort zaken zullen in toenemende mate in cursussen en conferenties aan de orde moeten komen. De kosten daarvan behoren uiteraard door de onderneming gedragen te worden. Ik wil er echter op wijzen dat wij hier niet zozeer in termen van „kosten" moeten denken. Men kan deze bestedingen evenzeer zien als investeringen, waar de onderneming op langere termijn baat bij heeft. Dit kan op veel manieren tot uitdrukking komen. Verbetering van de kwaliteit van de besluitvorming springt terstond.in het

oog. Mensen die zich prettiger voelen in hun werk, die daarin ook een uitdaging voor hun persoonlijke verantwoordelijkheidsgevoel ervaren, zullen meer gemotiveerd hun werk verrichten. Het uitwisselen van informatie en het bespreekbaar maken van problemen, zullen het begrip en vertrouwen tussen ondernemingsleiding en werknemers bevorderen. Verwacht mag worden dat werknemers zich daardoor meer betrokken gaan voelen bij het beleid van de onderneming en ook bij de vormgeving daarvan een eigen inbreng zullen leveren. Van Zuthem: In een experiment als dat van Walravens (zie proefschrift en VUmagazine jan. '77) is komen vast te staan, dat democratisering een zeer beperkt kostenverhogend effect heeft (minderdan 1 %van de loonsom). Het bedrijf Breman Beheer is ondanks de depressie ook nu een zeer florissant bedrijf, hetgeen volgens werknemers en leiding is te danken aan het feit dat er een groot kostenbesef bestaat en veel begrip voor eigenbelang (de helft van de winst is voor de werknemers). Verder zijn er aanwijzingen, dat democratisering gepaard gaat met verlaging ziekteverzuim. Op dit punt moet er echter nog veel onderzocht woi'den, ook al zijn er al veel gegevens (o.a. de proefschriften van Schouten en Philipsen).

Hoe organiseer je het „plus"? In het verslag van het gesprek tussen dr. Pruijt en prof. Van Zuthem, worden de vijf vragen uit de inleiding niet op de voet gevolgd. Er komen een aantal thema's uit het besprokene aan de orde. Het eerste handelde onder meer over de vraag of de verantwoordelijkheid van werknemers beperkt moet blijven tot hun dagelijks werk, of dat er „meer" moet zijn. Prof. Van Zuthem bracht een andere „soort" verantwoordelijkheid ter sprake. Dr. Pruyt: De verantwoordelijkheid die een directeur draagt, is een andere dan die van een boekhouder, of van iemand die aan een draaibank staat. Er bestaat aan de ene kant een verantwoordelijkheid die heel specifiek is afgestemd, op datgene wat men in een bedrijf doet, een „primaire verantwoordelijkheid". Maar ik zou niet willen stellen, datje daarmee af bent van verantwoordelijkheid voor het grotere geheel. Prof. Van Zuthem: Over dat uitgangspunt zijn we het dan eens. Verantwoordelijkheid voor het werk bestaat en is voor allerlei mensen verschillend. Je zult echter tevens moeten vaststellen, dat die verschillende verant-

woordelijkheden nogal willekeurig tot stand zijn gekomen, ze hangen namelijk af van de organisatie van de onderneming. Natuurlijk heeft een directeur een andere verantwoordelijkheid dan een boekhouder. Ik heb er ook geen moeite mee, dat deze verschillen in verantwoordelijkheid gepaard gaan met verschillen in invloed. Ik ben het met de heer Pruijt eens, dat het daarmee niet mag ophouden. De grote moeilijkheid is alleen: hoe organiseer je nu die extra-verantwoordelijkheid, dat „plus"? Ik geloof, dat dit in onze cultuur erg weinig leeft. Onze organisatie-cultuur is sterk georiënteerd op de verantwoordelijkheid van het individu in zijn werk. Je bent een goede werknemer — ook

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 183

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's