GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 153

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 153

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

uu magazine 19 moeten inzetten. Bestaat er ten aanzien van een sollicitant gegronde twijfel op dit punt dan rechtvaardigt dit gewoonlijk een afwijzing. Reden voor twijfels is er in ieder geval ten aanzien van sollicitanten die lid zijn van een organisatie, die doelstellingen nastreeft die in strijd zijn metdegrondwet. In mei 1975 heeft de hoogste rechterlijke instantie in West-Duitsland, het grondwettelijk hof in Karlsruhe, het beroepsverbod verenigbaar geacht met de West-Duitse grondwet. Volgens deze grondwet hebben ambtenaren een verplichting tot trouw. Daartoe behoort, zegt het hof, een verplichting tot politieke trouw, d.w.z. trouw aan de staat en de grondwet. Deze verplichting „eist meer dan een enkel formeel korrekte, voor het overige ongeïnteresseerde, koele, innerlijk gedistantieerde houding tegenover staat en grondwet: zij eist van de ambtenaar in het bijzonder dat hij zich ondubbelzinnig distantieert van groepen en strevingen, die deze staat, zijn grondwettelijke organen en de geldende grondwettelijke orde aanvallen, bestrijden en belasteren. Van de ambtenaar wordt verwacht, dat hij deze staat en zijn grondwet als een hoge positieve waarde erkent en waardeert, waarvoor het de moeite waard is zich in te zetten". Het zwaartepunt van de toetsing op politieke gezindheid moet liggen bij de indiensttreding. Het gaat dan om „een voorspellend oordeel over de persoonlijkheid van de kandidaat, niet enkel om de vaststelling van afzonderlijke beoordelingselementen (uitingen, het deelnemen aan demonstraties, politieke aktiviteiten, lidmaatschap van welke groepen, verenigingen of politieke partijen dan ook)"Wettelijkegrondstag Inmiddels had de West-Duitse regering een poging ondernomen om het beroepsverbod een wettelijke grondslag te geven. Voor de deelstaten w a s dat niet nodig: deze hadden alle het beroepsverbod in hun wetgeving opgenomen. Maar voorzover het ging omfunkties in het apparaat van de centrale regering in Bonn, berustte

het beroepsverbod nog steeds op de wat wankele basis van het niet overal even duidelijk geformuleerde besluit van 1972. Dit wetsontwerp heeft de eindstreep niet gehaald. De oorzaak hiervan is een belangrijk meningsverschil tussen enerzijds de regeringspartijen SDP (socialisten) en FDP (liberalen) en anderzijds de oppositiepartij CDU/CSU. De oppositie wilde vastleggen dat het lidmaatschap van een partij of vereniging die „grondwetsvijandige" doelen nastreeft gewoonlijk twijfel oplevert aan de houding van de sollicitant ten aanzien van defundamenteel vrije en demokratische orde, ook als diepartij of vereniging nog nietverboden is. De sollicitant moet dan die twijfel zien weg te nemen. Aan het C D U / C S U standpunt gelijke bepaling Volgens de regering w a s een dergelijke bepaling in strijd met de uitspraak van het grondwettelijk hof. Dit eist immers dat aan de twijfel over de „grondwetstrouw" van een sollicitant ten grondslag \\qX„een voorspellend oordeel over de persoonlijkheid van de kandidaat, dat slechts het individuele geval op het oog heeft en zich daarom baseert op een van geval tot geval wisselend aantal elementen en de waardering daarvan". Volgens de regering was dus ook de aan het CDU-CSU standpunt gelijke bepaling uit het besluit van 1972 in strijd met de uitspraak van het hof. De Bondsraad, enigszins te vergelijken met onze Eerste Kamer, heeft echter het regeringsontwerp verworpen: in dit college heeft de CDUCSU de meerderheid. Feitelijk ging het bij dit~meningsverschil tussen regering en oppositie vooral om de positie van de DKP, de Duitse kommunistischepartij. Verboden isdeze partij niet, maar in de ogen van CDU/CSU is zij zeker „grondwetsvijandig". Verboden worden kan een partij alleen door het grondwettelijk hof alszij blijkenshaar doel of blijkens het optreden van haar aanhangers erop uit is de fundamenteel vrije en demokratische orde te beschadigen of opzij te zetten of de veiligheid van de Bondsrepubliek Duitsland in gevaar te brengen!

Demonstratie in Düsseldorf tegen het beroepsverbod

^"taijp

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 153

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's