GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 240

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 240

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 magadne 18

Dr. Roelf Haan

Weber en wij Bekend is de hier al eens genoemde stelling van de Duitse socioloog Max Weber (1864-1920), dat het calvinisme op het ontstaan van de kapitalistische ..geest" een beslissende invloed heeft gehad. Of liever gezegd: ongeveer bekend. Wantmeestal wordt Weberindit verband nogal oppervlakkig geciteerd als degene die beweerd zou hebben dat het calvinisme ,,de" schuld zou dragen (dan wel de eer zou toekomen) van de stoot te hebben gegeven tot het kapitalisme als zodanig. Zo eenvoudig ligt de zaak lang niet. En er is bijna geen kritiek mogelijk op Webers diepgaand onderzoek, waarop hijzelf niet reeds geantwoord heeft (reden waarom hij zich bij de verzorging van latere drukken van zijn werk ook beklaagt). Weber zegt eigenlijk meer niet dan wel. Zo beweert hij niet, dat de oorzaak van de ..calvinistische"" invloed op het kapitalisme zozeer bij Calvijn moet worden gezocht, als wel bij de interpretatie die de protestanten na hem hebben gegeven van zijn predestinatieleer. Het is ook niet zo, dat de bedoelde uitverkiezingsleer noodzakelijkerwijs de uitwerking moest hebben die het kennelijk overwegend gehad heeft (naast activisme kwam immers ook fatalisme voor); in feite liggen voor hem de wortels van de kapitalistische levensstijl trouwens verder terug, nl. in het middeleeuwse klooster: het protestantisme bracht de ascetische en methodische wijze van leven slechts naar buiten en droeg die over op het wereldse bestaan zelf. Nog veel minder wil Weber beweren dat het ,,calvinisme" de enige invloed op het kapitalisme geweest is. Wat de historie duidelijk aantoont echter, is dat het de, met name Engelse, puriteinen zijn geweest, die met de religieuze kracht waarover ze beschikten de menselijke geest psychologisch zo hebben omgevormd, dat het kapitalisme daarvan voortaan voetstoots bezit kon nemen en ook rechtstreeks werd bevorderd. Hij let dus niet zozeer op de calvinistische theologie, zelfs niet op de ethiek, maar op de puriteinse levens-

praktijk, zoals die door de zielzorg der dominees werd beïnvloed. Zij rieden de mensen, geplaagd door de vraag of zij wel tot de uitverkorenen zouden behoren, aan afleiding te zoeken in noeste arbeid, dan wel in de vruchten van die arbeid de aanwijzing te zien van Gods welbehagen. Plichtsbetrachting (ter ere Gods) werd het sleutelwoord van de ,,puriteinse tirannie"; zo werd de moderne mens geboren die eens en vooral zijn onbevangenheid had verloren en in alle dingen van het leven, tot in de sexualiteit en in de sport, slechts middel wenste te zien voor een naar de eeuwigheid verschoven doel: de rust die ,,overblijft" voor het volk van God. Niet dat er geen dominees waren die voor mildheid en menselijkheid een oor hadden. Nog minder, dat zij de rijkdom als doel zagen: integendeel. Maar het effect van hun ijver was dat de mensen werden teruggeworpen op een allerindividueelste eenzaamheid, waarin zij hun onrustige strijd hadden aan te binden met de natuur. Deze spanning van plicht kon niet meer. als in roomskatholicisme en lutherdom. worden gebroken door de biecht. Die eenzaamheid wordt treffend gesymboliseerd door de figuur van Robinson Crusoe, die een populair romanthema opleverde voor de hele 18e en 19e eeuw, en die model kwam te staan voor de moderne economische wetenschap (hierover schreef dr. W. Van Drimmelen onlangs een helder artikel in het maandblad van de economische faculteit). Robinson staat op de grens van puritanisme en liberalisme. Met hem was de ,,geisoleerde homo economicus, die tevens zending drijft, in de plaats getreden", zegt Weber van Bunyans innerlijk eenzame pelgrim die door de jaarmarkt der ijdelheden naar het hemelrijk jaagt. ,,Die tevens zending drijft": dit is een van de twee korte zinssneden van Weber in dit verband, bijna ,,slips of the pen'", waarop het de moeite waard is de aandacht te vestigen. Wat is, zo zouden we onze missiologen kunnen vragen.

het psychologisch en'sociologisch verband tussen de eenzaamheid van de . .geisolierte Wirtschaftsmensch" en het feit dat hij zending drijft? Het is veelzeggend dat de calvinistische zending (,,Le voyage au Brésil", het Braziliaanse kolonisatie- en zendingsavontuur waarmee Calvijn tijdens zijn leven van doen had. moeten we veeleer als een incident zien), en nog veel later de lutherse, begon, toen de vereenzaming van de Europese mens en de aftakeling van zijn samenleving zich duidelijk begonnen door te zetten. In zijn opstel ..De beroepsethiek van het ascetische protestantisme" brengt Weber nog op één enkele andere plaats de zending ter sprake, ditmaal in een van de meer dan 300 voetnoten, die de ingewikkeldheid van de problematiek demonstreren. Daar noemt hij de zending als voorbeeld van wat ik nu maar noem de ontmenselijking van de dienst aan God, die verwordt tot de dienst aan een idee. en daardoor aan een onpersoonlijk mechanisme waarin voor gemeenschapsleven en naastenliefde geen plaats meer is. Metde steun van omvangrijke financiële middelen werden in de 19e eeuw door de China Inland Mission grote aantallen zendelingen gestuurd naar het Chinese vasteland, om door ..Wanderpredigt"", rondtrekkende prediking, aan de heidenen het evangelie - desnoods in de Engelse taal - , ,aan te bieden", omdat Christus zijn wederkomst van dergelijke actie afhankelijk zou hebben gesteld (50 miljoen Chinese families, zoredeneerde men. en een ..bereik"' van 50 families per dag (!), dat maakt voor 1.000 zendelingen l.(X)Odagen. een zendingscampagne dus van driejaar). Mijn vraag is nu deze: hoe komt het dat christenen die in alle opzichten aan de cultuurpsychologische beschrijving van de puritein voldoen, nog vandaag denken in termen van ,.church growth" en bliksemevangelisatie door middel van de massamedia? Dit gebeurt zelfs in een stad als Buenos Aires, waarin het christelijk taalgebruik publiekelijk nauwelijks anders kan functioneren dan ter versterking van de Macchiavellistische staat. De tweede plotselinge en veelzeggende zinssnede uit het geladen slot van Webers artikel is deze: wanneer hij zich afvraagt hoe lang de kapitalistische levensstijl het nog zal volhouden, zegt hij: ,,wetlicht tot de laatste centenaar fossiele brandstof is uitgegloeid". Weer gaat het over de natuur. En het is de vraag of in de studieteams voor de Club van Rome, met name aan de VU, de theologen kunnen worden gemist. Maar daarover de volgende maand.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 240

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's