GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 83

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 83

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine 37

kind dat, wat het hoort, uitlegt tegen gedane suggestie op z'n kop te zetde achtergrond van een niet-verbale ten. Misschien vertrouwt het jonge context. Wellicht kan dit het best wor- kind helemaal niet op de niet-verbale den vergeleken met de ervaring, die context als hij wil begrijpen, wat er we als volwassenen hebben, wanneer wordt gezegd, maar beperkt hij zich we een vreemde taal horen in een ons juist tot het begrijpen van de woorden vertrouwde situatie. Op basis van die zelf. Dat wil dus zeggen, dat hij niet situatie kunnen we vaak raden wat boven het niveau van de woorden uitwordt gezegd. Sterker nog: wanneer gaat om een mentale analogie te conwe iets van die vreemde taal afweten, strueren van hetgeen zijn vriendje hem hangt het voor een groot deel van het over de injectiespuit verteld heeft. Het (al dan niet bekend zijnde) gespreks- begrijpen blijft dan een volstrekt veronderwerp af. of we er iets van be- bale aangelegenheid. Het kind stuit dan nooit op het gevoel iets niet te grijpen o'( niet. Kinderen moeten sterk leunen op deze begrijpen, dat we hebben, wanneer we kennis van de context, wanneer ze de inhoud van een bepaalde zin ni^t ooit de woordenschat van hun moe- kunnen inpassen in de verstandlijke dertaal onder de knie willen krijgen. context, die we op een bepaald punt Miller heeft laten zien, hoe groot het voor onszelf hebben opgebouwd. Ik probleem is. waarmee we hier te ma- ben bij dit laatste punt wat langer blijken hebben. Hetgemiddeldekind leert ven stilstaan, omdat er heel duidelijk in z'n schooljaren ongeveer 55.()(X) praktische gevolgen aan verbonden woorden. Dat betekent, dat hij onge- zijn. Een goede leerling zegt zijn onveer twaalf nieuwe woorden per dag derwijzer, wanneer hij iets niet bemoet leren. Aangenomen mag wor- grijpt of stelt vragen om de gaten in den, dat slechts een zeer klein aantal zijn kennis op te vullen. Als we kindevan deze woorden hem ooit werkelijk ren kunnen helpen duidelijker aan te door een volwassene wordt uitgelegd, geven of ze iets wel of niet begrijpen, zodat het kind dit probleem moet op- zullen we ook onderwijzers op een lossen door intelligent te raden en meer doeltreffende manier kunnen daarbij gebruik te maken van zijn ken- helpen. nis van de context. Deze strategie moet voortdurend in Motieven werking zijn en het is dan ook niet De voorbeelden van psychologische verwonderlijk dat het kind, wanneer kennis die tot dusver zijn gegeven, het dagelijks de betekenis van zoveel hadden betrekking op verstandelijke woorden moet leren, zich soms weinig processen: het geheugen, het waaraantrekt van het feit, dat in een be- nemen en het begrijpen van taal. Psypaalde zin zoveel ,,gaten" voor hem chologische kennis echter, beïnvloedt zitten, dat begrijpen onmogelijk is. het gehele gedrag van kinderen. Ik zal Deze hypothese houdt in, dat het daarom het betoog uitbreiden met een jonge kind wel degelijk ervaart, dat hij aantal voorbeelden op het gebied van iets niet begrijpt, maar dit verschijnsel motivatie en sociaal gedrag. niet herkent voor wat het is. Het is zo Volwassenen weten, dat gedrag kan gewoon voor hem, dat hij het niet op- worden ingegeven door omstandighemerkt. den van buitenaf of door motieven van binnen uit. Is er een mogelijkheid dat beide factoren hebben meegespeeld, Woorden alleen dan is niet uit te maken, welke van de Een andere verklaring zou kunnen twee het gedrag heeft veroorzaakt. worden gevonden door de juist

Wanneer echter een van beide factoren afwezig is, kan het gedrag veilig worden toegeschreven aan de tegenover gestelde factor. Dus gedrag dat tot stand komt. zonder dat sprake is van druk van buitenaf, wordt waarschijnlijk veroorzaakt van binnen uit en omgekeerd. Zijn jonge kinderen ook bezig met zulke, nogal psychologische analyses? Door alles wat we weten van de argeloosheid, waarmee kinderen oorzaak en gevolg in de wereld om zich heen beschouwen, zou je het gaan betwijfelen. Uit recent onderzoek is echter gebleken, dat jonge kinderen een dergelijke analyse kunnen maken. De kinderen - een groep vijQarigen - kregen een film te zien, waarin een jongen te zien was, die een puzzel had opgelost en daarmee zichtbaar tevreden was. De film vervolgde op twee manieren verschillende manieren. In de eerste versie werd dezelfde jongen getoond, die er niet in slaagde een paar andere puzzels op te lossen. De kinderen, die naar deze film keken, concludeerden, dat hij de eerste puzzel wel had kunnen oplossen, omdat die eenvoudig was geweest en ïiiet omdat de jongen zo handig was. De tweede versie van de film liet zien, hoe andere kinderen er niet in slaagden de eerste puzzel op te lossen. De kinderen die naai^ deze versie keken, concludeerden, dat de jongen die de puzzel wel had opgelost bijzonder handig moest zijn geweest. We zien hier hoe op precies dezelfde manier factoren van buitenaf worden gewogen (zoals de vraag, of de puzzel moeilijk of gemakkelijk was), tegenover factoren van binnenuit (de handigheid of slimheid van de jongen).

Beloning Hebben zulk soort analyses invloed op de manier waarop het kind zijn eigen gedrag beschouwt en kunnen ze daarmee dit gedrag veranderen? Er is een onderzoek gedaan, dat er op zou kunnen wijzen, dat kinderen inderdaad als volgt redeneren: ,,Als er een duidelijk motief van buitenaf is voor mijn gedrag, dan heb ik waarschijnlijk geen motief van binnenuit. Dus wanneer het motief van buitenaf wordt weggenomen, is er voor mij geen reden me op deze manier te blijven gedragen." Een concreet voorbeeld: twee groepen kinderen kregen nieuw speelgoed om mee te spelen. Aan een groep werd een van buitenaf motief gegeven om er mee te spelen, namelijk een beloning. Later gaven de onderzoekers de twee groepen hetzelfde speelgoed nogmaals en keken hoe lang de kinde-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 83

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's