GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 379

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 379

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 25 Een representatieve groep, die bestond uit kleuterschool-kinderen van 4 en 5 jaar en uit lagere schoolkinderen van 6 en 7, werd met de aldus geconstrueerde lijsten beoordeeld door hun eigen leerkrachten (80 leerkrachten beoordeelden elk vier willekeurige kinderen in hun klassen). Een groep kleuters van 4 en 5 jaar werd bovendien na twee jaar nogmaals beoordeeld. Ze zaten toen inmiddels op de lagere school, zodat dezelfde kinderen aan de hand van dezelfde lijst door een andere beoordelaar werden geobserveerd. Bij het verwerken van de gegevens over het gedrag van de kinderen werden vier factoren onderscheiden. Met de eerste, ,,vrijmoedigheid", werd het gedrag beschreven dat te maken heeft met aan de ene kant teruggetrokkenheid en aan de andere kant op de voorgrond tredend. Dus: aan de ene kant het ongeremde, energieke, actieve kind; aan de andere kant het geremde, verlegen, gesloten en teruggetrokken kind. De tweede factor, „werkhouding" omvatte gedrag dat te maken had met het leren; een kind kan zich lang concentreren, levert constante prestaties m een constant tempo, werkt met grote inzet en werkt netjes. Daar tegenover staat het kind dat zich snel laat afleiden, ongeïnteresseerd is, zich slordig gedraagt, nu eens goede, dan weer slechte prestaties levert en vaak moet worden gewaarschuwd. In de derde factor, „sociale omgang stonden tegenover elkaar: ,,plagen en egoistisch" tegenover ..goedmoedig en vrijgevig"; prikkelbaar en gauw boos tegenover kalm en toegeeflijk; kritisch en egocentrisch tegenover instemmend en belangeloos. Fenslotte was er de factor „emotionaliteit". Tegenover elkaar stonden het overgevoelige en sentimentele kind, dat gauw bescherming zoekt bij de juffrouw en het stoere, ongevoelige, soms onverschillige kind, dat z'n eigen boontjes wel kan doppen.

sociaal-emotionele gedrag van leer- een meisje het ..goed deed" op de kleuterschool, bestond er toch een lingen". De volgende vraag was toen natuurlijk grotere kans dat het op de lagere meteen: wat heeft het instrument ge- school alsnog mis zou kunnen gaan. meten? Het bleek dat zelfs na twee Het omgekeerde was ook waar. Er jaar bepaalde gedragingen vrijwel on- was, kortom, over meisjes minder te veranderd waren gebleven. [)at gold voorspellen aan de hand van hun gemet name voor gedrag dat kon worden drag. samengevat met het trefwoord ..vrij- De vraag waar dat verschil aan te danmoedigheid" en me,i ..werkhouding". ken was, kwam in dit onderzoek niet Gedrag dat onder ...sociale omgang" aan de orde. Dr. Zaal opperde wel een of ..emotionaliteit" viel, bleek veel paar veronderstellingen. De meest minder stabiel (overigens moet opge- waarschijnlijke zou zijn, dat meisjes in merkt worden, dat in dit onderzoek de hun gedrag veel meer dan jongens afverschillen tussen kinderen werden hankelijk zijn van de situatie waar in gemeten. Het was heel goed mogelijk ze zich bevinden. Dr. Zaal: ,,Het feit dat een kind zich in absolute zin had dat een meisje in de klas verlegen en ontwikkeld in die twee jaar, maar dat gesloten is, zou wel eens sterk kunnen het in vergelijking met de anderen af- afhangen van de klasgenootjes en van stak wat een bepaald aspect van z'n de leerkracht. Dat zou een belangrijke gedrag betrof). uitkomst zijn, want het betekent dat het gedrag van meisjes veel beter dan Weinig minder dan een verrassing was dat van jongens te veranderen is.'" de uitkomst, dat was het verschil tussen de jongens en meisjes wat betreft de stabiliteit van het gedrag. Als een Intelligentie jongen zich slecht concentreerde, slordig werkte en weinig geïnteres- Aan het begin van dit verhaal werd al seerd was, dan mocht met vrij grote gezegd dat een van de oogmerken stelligheid worden voorspeld, dat dat over twee jaar nog zo zou zijn en dat er dus aanleiding was om daaraan extra aandacht te geven. Om er een positief Onveranderd gedrag voorbeeld aan toe te voegen: als hij Een eerste vraag bij het analyseren fluitend naar de kleuterschool placht van de gegevens luidde: heeft het in- te gaan, daar haantje te voorste was en strument gewerkt? Beoordelen de graag de baas speelde over zijn medeleerkrachten op de kleuterscholen met kleuters, dan mocht worden verwacht deze lijst het gedrag van de kinderen dat hij het ook op de lagere school wel op dezelfde manier als de leerkrachten zou rooien wat dat betreft. op de lagere school? Dat bleek inder- Bij meisjes kon een dergelijke zekerdaad het geval te zijn. De eerste stel- heid niet worden afgeleid uit de gegeling bij het proefschrift kon dan ook vens. Er bestond wel overeenstemluiden: .,Beoordelingen van leer- ming op het stuk van ..vrijmoedigkrachten kunnen betrouwbare en heid" en ..werkhouding", maar toch. bruikbare informatie geven over het aanzienlijk lager dan bij jongens. Als

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 379

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's