VU Magazine 1978 - pagina 143

Vü magazine 9

Voorzitter VNO, mr. C. van Veen:

„Medezeggenschap akkoord, maar beperkt" Nadat hij zijn inleiding over medezeggenschap had gehouden, bleef mr. C. van Veen, voorzitter van het VNO (Verbond van Nederlandse Ondernemingen), nog even achter de groene tafel zitten. Hem zouden over het juist besprokene enige vragen worden gesteld door een verslaggever van de AVRO-radio. „Medezeggenschap akkoord, maar beperkt", antwoordde hij op een vraag of de productie geen gevaar kan lopen door het meespreken, „want het is geen medezeggenschap in een kaartclubje, maar in een samenwerkingsverband, gericht op het goed, snel en goedkoop produceren van een goed waarop de consument zit te wachten". ,,De SteUing van de ondernemingen is steeds geweest", zo vervolgde mr. Van Veen, ,,dat ze wel medezeggenschap wilden, dat ze de werknemers wel wilden betrekken bij de gang van zaken, maar dat er altijd dit probleem is geweest, dat de ondernemer wel vond dat het zin moest hebben. Als ik nu hoor, dat ondernemingen dagen zitten te discussiëren... ik sprak van de week nog een ondernemer die zei: ik werk eigenlijk van 's ochtends acht tot 's ochtends tien en voor de rest van de dag zit ik allerlei vergaderingen uit te leggen waarom ik dit of dat doe. Dat is een misschien wat overtrokken beeld, maar dat tijdsbeslag kan zo groot worden, dat de eigenlijke functie, het ondernemen, er onder door gaat. Daarvoor willen wij waarschuwen." ,,Gelijkwaardigheid is nog geen gelijkheid. Binnen een werkorganisatie is er een taakverdeling. Er zijn mensen die leiding geven, er werken mensen op het laboratorium, in allerlei hulpdiensten, er zijn mensen die produceren. Deze taakverdeling moet je binnen een on-

haarscherpe en flitsende optreden in de internationale concurrentie? Want weet goed, dat een onderneming moet opereren op een onzekere markt en dat men in het buitenland echt niet zit te wachten tot wij met onze proefnemingen klaar zijn en wij onze evaluaties zodanig hebben verricht dat we eventuele fouten op ons gemak zullen kunnen corrigeren. Het gaat op die onzekere markt hard en snel toe. Dit is inhoudelijk de kern van het probleem waarmee we worstelen en waardoor het komt, dat ik u andere aspecten laat zien van de medezeggenschap dan vriend Spit dat ongetwijfeld zal hebben gedaan. Mr. C. van Veen (foto: Anefo)

Wat wordt bereikt?

derneming goed overeind houden, die moetje niet met allerlei vage structuren insneeuwen want dan komt er van het feitelijk functioneren van zo'n bedrijf niks terecht. Want, en dat heb ik vanmiddag ook gezegd, je kunt denken en zeggen wat je wilt, maar de onderneming moet opereren op een onzekere markt, die moet kunnen concurreren en dat betekent dat je snel en wendbaar moet kunnen opereren. Dat stelt grenzen aan wat je met iedereen kunt bespreken."

Het is helemaal niet moeilijk in een goed doorwrocht stuk van de minister van Sociale Zaken, zoals de Memorie van Toelichting op de nieuwe wet op de ondernemingsraden, te gebruiken in de discussie, maar de ondernemer die op dinsdagmiddag moet beslissen of hij dit of dat product zal maken, die of die investering zal doen, of zal proberen iets anders te gaan doen. die heeft aan zo'n schriftuur niets. Die staat gesteld tegenover een concreet afwegingsprobleem. Ik geloof, dat dit de kern is van het probleem waarmee wij in onze kring worstelen. Daarbij gaat het niet in de eerste plaats over procedures, van informatie, van overleg, over allerlei structuren, maar om vragen zoals: wat moet de inhoud van de informatie zijn? Wat moet het karakter van het overleg zijn'^ Wat bereiken we ermee? „Minder winst en niet meer werk", verzucht menige ondernemer die de problemen van vandaag over de schoenen voelt lopen. Op die vragen zijn geen pasklare, voor het bedrijfsleven in al zijn verscheidenheid algemeen geldende antwoorden te geven. De antwoorden luiden, hoe de ondernemer er ook voorstaat, in ieder geval verschillend voor de kleinere, kapitaalintensieve sectoren, voor de industrie, voor de diensten; verschillend voor metaal en grafici om maar een paar voorbeelden te noemen.

Besluitvaardig In het fragment uit de inleiding van de heer Van Veen dat volgt, staat inderdaad de besluitvaardigheid van de onderneming centraal. Daarnaast wordt ook een aantal opmerkingen gemaakt over de zgn. APO's, arbeidsplaatsenovereenkomsten en over de wens van de vakbonden dat winst in de eerste plaats wordt gebruikt voor het creëren van werk. Waar draait de discussie over de kwestie winst-werk anders om, dan om de vraag: hoe kunnen we bereiken dat de vakbeweging naast de Ondernemingsraad (OR) kan inspelen op belangrijke ondernemingsbeshssingen en tegelijkertijd waarborgen scheppen, dat het besluitvormingsproces kwalitatief opgewassen blijft tegen het keiharde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen