VU Magazine 1978 - pagina 389
1 ^ magazine 35
Studenten-demonstratie ter gelegenheid van het bezoek van ds Tema aan de VU (links). De demonstranten wensen geen betrokkenheid van de VU bij de derde Internationale Conferentie in 1981.
gedaan door de Potchefstroomse Universiteit voor Christelijk Hoger Onderwijs. Daarom bepleiten wij bij u dat u waarmaakt wat uw juiste plaats is in het overleg tussen de christelijke instellingen voor hoger onderwijs, op grond van uw bijdragen in verleden en heden. In het bijzonder dringen wij er bij u op aan om zorgvuldig de mogelijkheid te overwegen om deel te nemen aan de voorbereiding voor de eerstvolgende conferentie van instellingen voor christelijk hoger onderwijs die wij in de geest van ware broederschap, beschouwen als een noodzakelijk platform voor wederzijdse hulp, kritiek en uitwisseling. Mocht u wensen hierop te reageren, richt u zich dan tot de bijeenroeper van het Steering Committee van de volgende conferentie, dr. Klaas Runia. Het Steering Committee is bevoegd om geëigende handelingen te treffen t.a.v. uw antwoord." Klaas Runla Voorzitter van de Conferentie John H. Kromminga Vice-voorzitter van de Conferentie Brief aan P . U . De PU kreeg de volgende brief: .,Zeer geachte broeders. De tweede conferentie van instellingen voor christelijk hoger onderwijs heeft met diepe dankbaarheid geconstateerd dat op de conferentie een geest van christelijke broederschap hoewel er duidelijke verschillen bestonden in opvattingen en overtuigingen - de boventoon voerde. Zij is ervan overtuigd dat de conferentie duidelijk aantoonde dat alle aanwezige instellingen de zaak van christelijke wetenschap ernstig zijn toegedaan. Zij wil deze gelegenheid aangrijpen de
Universiteit van Potchefstroom voor Christelijk Hoger Onderwijs te danken voor haar bijdrage, in de vorm van financiële steun en persoonlijke deelneming aan het succes van de conferentie en ook voor de manier waarop de universiteit de ,,clearinghouse" publicaties de afgelopen jaren heeft behandeld. Gezien het feit dat allen het erover eens zijn dat deze conferentie, evenals de eerste van grote betekenis is geweest voor de bevordering van christelijk hoger onderwijs in de wereld, zijn wij ervan overtuigd dat dergelijke gezamenlijke pogingen de komende jaren moeten worden voortgezet. Er is een historisch begin gemaakt en wij moeten alles doen ons werk samen te versterken. Een speciaal woord van waardering komt toe aan de afgevaardigden van de Universiteit van Potchefstroom voor Christelijk Hoger Onderwijs voor hun bereidheid zich te onderwerpen aan indringende vragen m.b.t. het beleid van. en de praktijk aan hun instelling. Dit vond voornamelijk, maar niet uitsluitend plaats op een vergadering die niet officieel tot de conferentie behoorde, doch die door de meeste vertegenwoordigers en een groot aantal bezoekers werd bijgewoond. Deze bereidheid zich te laten ondervragen, demonstreert de ernst waarmee deze vertegenwoordigers het wederzijdse overleg van christelijke instellingen nemen en straalt af op de instelling die zij vertegenwoordigen en moet van harte worden toegejuicht. In het belang van een voortgaande vruchtbare samenwerking tussen de vertegenwoordigende instellingen dringt de conferentie er bij de Universiteit van Potchefstroom voor Christelijk Hoger Onderwijs op aan serieuze aandacht te geven aan de bezorgdheid van verschillende aard die in en om de conferentie tot uitdrukking
is gebracht. Wij dringen er bij de universiteit op aan: a) haar verwerping van de inhoud van de Koinonia Verklaring te herzien evenals haar beleid t.a.v. de toelating tot de Universiteit van Potchefstroom voor Christelijk Hoger Onderwijs van bepaalde studenten op grond van hun ras (de vertegenwoordigers naar de conferentie kunnen over deze bezorgdheid verder contact opnemen binnen de universiteit): b) alles te doen om de faciliteiten die zij te bieden heeft toegankelijk te maken voor allen die christelijk hoger onderwijs wensen te ontvangen en dit te doen zonder dat van enigerlei discriminatie op grond van ras sprake is en c) haar faculteiten en studenten aan te moedigen te protesteren en te getuigen tegen onrecht zoals dat in de universitaire wereld in Zuid-Afrika voorkomt. De genoemde bezorgdheid vormt eep hinderpaal voor volledige samenwerking tussen de instellingen voor christelijk hoger onderwijs die op de conferentie waren vertegenwoordigd. Wij verzoeken u dringend al zulke obstakels weg te nemen vooral ook vanwege de belangrijke rol die de Universiteit van Potchefstroom voor Christelijk Hoger Onderwijs speelt bij de voortgang van deze samenwerking die onder haar auspiciën is begonnen. Mocht u wensen hierop te reageren, richt u zich dan tot de bijeenroeper van het Steering Committee van de volgende conferentie, dr. Klaar Runia. Het Steering Committee is bevoegd om geëigende handelingen te treffen t.a.v. uw antwoord." Klaas Runia Voorzitter van de Conferentie John H. Kromminga Vice-voorzitter van de Conferentie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978
VU-Magazine | 484 Pagina's