GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 13

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine 11 Deze zei van zichzelf: ik ben wel Gereformeerd, maar ouderling hebben ze me nooit gemaakt. Er werd een commissie van enquête ingesteld die haar uitvoerig rapport liet uitmonden in een motie volgens welke de Gereformeerde beginselen bij het onderwijs van Prof. Lohman niet tot hun recht kwamen. De motie werd met op vier na algemene stemmen aangenomen en de beide Lohmans namen in april 1896 ontslag als hoogleraar. Ik heb bij deze zaak wat uitvoeriger stilgestaan omdat Willem Hovy bij deze controverse zo nauw was betrokken. Onmiddellijk nadat de teerling was geworpen nam hij ontslag als president-directeur. Het verbreken van deze band heeft hem persoonlijk veel verdriet gedaan. Van het begin af was hij zo nauw betrokken geweest bij het wel en wee van de V.U. en een persoonlijke vriendschap verbond hem zowel met Kuyper als met Lohman. Zijn brieven aan beiden zijn bewaard gebleven en het is ontroerend te lezen ,,hoe zijn ziel geschreid heeft en getoornd tevens wegens den toon dien de Standaard aansloeg" En even later, ook aan Kuyper: moet de vriendschap onder Gods kinderen niet een geheiligde zijn? Maar ook Lohman die in zijn kritiek op Kuyper wel eens over de schreef ging spaart hij zijn broederlijke vermaningen niet. Kortom, de verwijdering tussen beide vrienden is hem tot zijn dood toe een bron van groot verdriet geweest.

de droogmaking van de Zuiderzee heeft hij in de Senaat zijn stem laten horen. Van 1892 tot 1901 was hij lid van de Prov. Staten van Noord-Holland. Van zijn vele andere functies noem ik nog slechts zijn dertigjarig bestuurslidmaatschap, meestal als penningmeester van de Geref. Kweekschool

Kerk Nog één aspect van dit zeer werkzame leven heb ik nog niet voldoende belicht. Het is zijn verhouding tot de kerk en de Heer der Kerk. Uit al zijn correspondentie en zijn redevoeringen blijkt overduidelijk dat geen geldingsdrang hem dreef maar - zoals hij het zag - een heilig moeten. Aanvankelijk lid van de Waalse gemeente liet hij zich in 1867 inschrijven als lid van de Ned. Hervormde Kerk van Amsterdam en nadat Kuyper daar in 1870 zijn intrede had gedaan voelde hij zich zeer tot hem aangetrokken om zijn manmoedige strijd voor handhaving van de belijdenis. En het bleef niet bij aanmoedigende woorden; zonder Hovy's vaak koninklijke giften zou de verschijning van de Standaard al na enkele jaren zijn gestaakt en was de Vrije Universiteit nauwelijks van de grond gekomen. Met Kuyper streed hij de strijd voor Kerkherstel, als mede-ouderling werd ook Hovy in 1886 eerst geschorst en later afgezet: de Doleantie was een feit. In de eerste tijd ging Hovy bij

Politiek Ook op politiek gebied is Hovy zeer actief geweest. Van 1881 tot 1899 was hij lid van de Gemeenteraad van Amsterdam; als zakenman met een helder inzicht had hij daar een grote invloed. Maar hij had het niet altijd gemakkelijk in de Raad; vooral zijn niet aflatende strijd tegen de ontucht werd vaak met hoongelach bejegend. Zo was het in 1895 toen hij met tien anderen een voorstel deed om krachtdadig op te treden tegen de ,,karnertjeszonden"; zijn laatste optreden in de raad in 1899 was een interpellatie over de bordeelkwestie naar aanleiding van klachten van Rokinbewoners. Ook in de Eerste Kamer, waarvan hij van 1901 tot zijn dood in 1915 deel uitmaakte, heeft hij ter verdediging van de openbare zedelijkheid zijn stem laten horen en met een beroep op de Bijbel de prostitutie openlijk bestreden. Eveneens ten gunste van het Christelijk onderwijs en ter verdediging van

De familie Hovy

gebrek aan predikanten vaak voor in naburige gemeenten als Buiksloot, Nieuwendam, Wormer en Marken. Omdat hij het niet juist achtte dit onbetaald te doen vroeg hij meestal een gulden als honorarium en stortte dat dan als gift weer terug in de kerkekas. Van de familie Rutgers ontving ik enkele preken ter inzage en wat daarbij opvalt is naast een innige vroomheid een fabelachtige kennis van de Bijbel. Hij had er altijd een op zak en wist de teksten die hij nodig had feilloos uit het hoofd te citeren. Door alles heen was hij echter zo ruim van opvatting, dat hij in eigen kerkelijke, politieke en sociale kring vaak iets miste. Waren het de vruchten van de Geest en de persoonlijke geloofszekerheid die hij meer aantrof in Engelse Revivalkringen en waarom hij in Zeist, waar hij de laatste jaren van zijn leven woonde dikwijls de samenkomsten van de Herrnhutters in de Broedergemeente bezocht? Ook in Zeist is Willem Hovy overleden op 27 februari 1915. Dr. Kuyper heeft hem nog enkele dagen voor zijn dood bezocht en getuigde bij de begrafenis van de grote invloed die Hovy ook op hem had uitgeoefend.

P.S. Veel gegevens voor dit artikel ontleende ik ook aan twee artikelen van de heer T. D. Smid in A.R, Staatkunde van 1964.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's