GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 54

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

i ^ magaüne 8 dan zij vroeger voor mogehjk hield. Dit zou veel bezorgdheid kunnen wegnemen. Ook Ruppert ging in op het door Schouten aangesneden probleem van de spanning tussen beginsel (ideaal)en werkelijkheid. Als .Tien m Kuypers dagen had nagelaten het ideaal te stellen, dan zouden wij nu aiets te doen hebben gehad; de ARP moest met bang zijn ook de toekomstige generaties een perspectief voor ogen te stellen. De meest nijpende kwestie bleef, volgens de voorzitter van het CNV, de verhouding tussen de protestantschristelijke partijen. Om uit de impasse te komen droeg hij de suggestie aan een christelijk staatkundig centrum in het leven te roepen, niet gebonden aan eén partij maar een ontmoetingsplaats voor antirevolutionairen, christelijkhistorischen, aanhangers van de Protestantse Unie en verder ,,zo nodig een door braakman die terug wil". Vanuit een dergelijk centrum zou, wanneer het mogelijk was gebleken tot eenheid te komen langs de normale organisatorische weg, een vastbera-. den initiatief kunnen worden genomen. Voor deze gedachte bleek Schouten niet erg geporteerd. Hij vreesde dat wanneer men een nieuw orgaan zou stichten, aanhangers van ARP en CHU antithetisch tegenover hun partijen zouden komen te staan. Het leek hem beter te proberen, in overleg met de besturen, een conferentie te houden van antirevolutionairen en christelijk-historischen - tot deze kring wilde hij de zaak in elk geval beperken - om de wenselijkheid en mogelijkheid van samenwerking nader te bezien. Hij hield staande dat de ARP zich duidelijker dan enige partij over de bedrijfsorganisatie had uitgesproken. Tegen het ingediende wetsontwerp had hij echter grote bezwaren, zodat hij niet kon beloven in laatste instantie vóór te zullen stemmen. ,.Deed hij het ilan had Romme de zaak weer in zijn zak". Wat de geleide economie aanging, misschien waren er inderdaad wat misverstanden ontstaan door een te eenzijdige benadering van deze kwestie. Zeker was echter dat de ARP geen volledig vrije economie voorstond, zoals ook bleek uit het laatste Program van Actie (,,De Overheid heeft de algemene voorwaarden te helpen scheppen voor maatschappelijke ontwikkeling en welvaart, waaruit tevens volgt, dat zij een bepaalde leiding aan het economisch leven geeft"). Wilde men meer bewogenheid?

,,Ik spreek altijd met de grootste kalmte, Ik sta in de Kamer niet te huilen. Ik houd daar niet van. Ik vind het geen vent, die dat doet. Het leven ga je in met gewassen hoofd en gezalfd aangezicht. Hier zit de liefde in en spreekt de bewogenheid uit (...)." Het tegenvoorstel van Schouten (een conferentie) en een door H. Diemer, vertegenwoordiger van de christelijke werkgevers, gelanceerd idee tot het stichten van een politiek centrum binnen de ARP, waar tegenstellingen tussen groeperingen konden worden overbrugd, werden door VU-hoogleraar Okma ,,doodgeboren"" genoemd. Schouten zag wel iets in Diemers voorstel, al gaf het organisatorische problemen, maar volgens Okma bood alleen een centrum buiten de partij-organisatie enige kans op succes. ,,Vogels van diverse pluimage"" zouden er elkaar moeten treffen en in het bijzonder het CNV zou er zwaar in vertegenwoordigd moeten zijn, want de vakbeweging kon de politiek inspireren. Als het initiatief van haar uitging zou het er fris op los gaan! Ruppert kwam tijdens deze vergadering op een pijnlijke manier in botsing met Kruithof, die net als een jaar eerder dwars inging tegen alles wat de jongere generatie van CNV-bestuurders te berde bracht. Welke partij stelde nu, zei Kruithof, in het publiek zijn voormannen aan de kaak? Hij zelf zou onmiddellijk voor zijn lidmaatschap bedanken wanneer de ARP haar afkeuring over Colijns politiek uitsprak, want het ging niet aan zo de man af te vallen die, zoals men wist, een groot persoonlijk offer had gebracht door Kuyper als leider te willen opvolgen. De lutheraan Ruppert, de eerste nietgereformeerde in de rij van CNVvoorzitters, zag in zijn streven naar eenheid van de reformatorische partijen voorbij aan het feit dat de verhoudingen in wezen nog net zo lagen als ten tijde van de breuk tussen Kuyper en Lohman. Ruppert nam afstand van de ARP, maar hij moest bedenken dat hij de historie niet ongedaan kon maken. De opmerking in zijn brief, dat de ARP in lang niet voldoende mate leefde vanuit het besef van haar bijzondere roeping, diende hij terug te nemen. Als Ruppert in twijfel trok of het woord Gods door de partij nog wel als norm voor haar optreden werd aanvaard, was dat dan niet in strijd met de goede trouw? Ongeveer een jaar na deze bijeenkomst besloot het Centraal Comité tot instelling van een ,,College van Ad-

v i e s ' , dat zich, eigener beweging of op aanvraag van het bestuur, met de voorbereiding van het beleid in concrete kwesties zou moeten bezighouden. Men hoopte hiermee tegemoet te komen aan het van meer dan één kant uitgesproken verlangen naar een beter contact tussen de verschillende stromingen in de partij; het college zou dienen te fungeren als het ,,politieke centrum" dat Diemer voor ogen had gestaan. Deze vorm van gestructureerd overleg, mede bedoeld om vleugelvorming in de ARP te voorkomen, had iets van het ,,vertrouwvol beraad" dat niet lang tevoren in de KVP was ingesteld. Maar het Centraal Comité, met name Schouten, wilde geen voorbeeld nemen aan de manier waarop de katholieken intern orde op zaken stelden. Want, werd gezegd, hun onderling beraad was er alleen op gericht de van onderop komende kritiek te leiden en te bedwingen. In de ARP werd kritiek niet door de leiding gesmoord, integendeel, het bestuur had soms moeite het grondvlak te weerhouden van het royeren van leden met een afwijkend inzicht. De antirevolutionairen in het CNV zagen in het College van Advies lang niet het middel tegen de door hen gesignaleerde kwalen. Ruppert liet zijn teleurstelling blijken over de halfzachte maatregel van het bestuur- die zijns inziens voorbijging aan de kern van het probleem, gelegen in de mentaliteit van de A R P - door een lidmaatschap van het college te weigeren. Aan de wrijving tussen partij en vakbeweging kwam voorlopig geen eind. Wat nog éénmaal de bedrijfsorganisatie betreft, die in de discussie zo"n grote rol had gespeeld: in de Tweede Kamer stemde Stapelkamp, met de rest van zijn fractie, op grond van formele bezwaren tegen de PBO-wet. Schipper viel in de Eerste Kamer uit de boot en stemde vóór. Vleugels Er brak in het begin van 1950 een periode aan waarin de ARP intern te kampen kreeg met een steeds lastiger wordende behoudende oppositie, die zich onder meer druk maakte over in het beleid van fracties en bestuur geproefde concessies aan de christelijke arbeidersbeweging. Naarmate Schouten zich noodgedwongen meer met deze bedreiging voor de eenheid ging bezighouden werd ook de onvrede ter linkerzijde weer groter. De partij scheen, net als bijvoorbeeld de KVP, in vleugels uiteen te worden getrokken. Van CNV-zijde bleef men

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's