VU Magazine 1980 - pagina 205

1^ magame 27 kritische refleksie. In hoeverre w o r d t hen dat geleerd en voorgelegd? 3) het onderzoeksbeleid. Waar leggen w i j onze grenzen van onderzoek en in verband daarmee van toepassingsmogelijkheden van onderzoeksresultaten. Waar liggen voor ons grenzen in de mogelijke verwevenheid met andere belangen (industriële-, commerciële etc). Hoe stellen wij onze prioriteiten in de keuze van onderzoeksterreinen, -thema's, -doelgroepen? Welke methoden van onderzoek passen wij toe (vgl. in de sociale wetenschappen bijv. empirisch-analytische onderzoeksmethoden met handelingsonderzoek). 4) het buitenlandbeleid. Wat is onze prioriteitstelling, werkwijze? Hoe bereiden w e de mensen voor die uitgezonden w o r d e n , en hoe vangen w e onze buitenlandse gasten en studenten o p ? " Prof. dr. J. Verkuyl (emeritus hoogleraar theologie VU):

Referentiekader zoeken in richting van Wereldraad van Kerken „In ons land zijn twee christelijke universiteiten: de op het Rooms-Katholicisme georiënteerde universiteit van Nijmegen en die meer op de Reformatie georiënteerde Vrije Universiteit. Hoewel gemeenschap en uitwisseling (ook personeel) tussen beide universiteiten wenselijk is en de facto geschiedt, is het toch zinvol dat het referentiekader voor de oecumenische gemeenschap aan de VU vooral gezocht wordt in de richting van de Wereldraad van Kerken en dat het referentiekader voor de universiteit van Nijmegen vooral gezocht wordt binnen de invloedssfeer van de ecclesia Romana in de geest van het Tweede Vaticanum." (...) Prof. Verkuyl geeft tot slot de volgende beleidsaanbevelingen: „ 1 . Het is zeer gewenst dat de VU-vereniging in ledenbestand en bestuursformatie veel meer dan tot nu toe de oecumenische oriëntatie weerspiegelt. 2. Bij benoemingen in verband met onderwijs en onderzoek moet ernstig worden gezocht naar docenten en wetenschappelijke medewerkers voor wie de grondslag een geloofsrealiteit is en die bewust de doelstellingen van de V U ais hun eigen doelstelling aanvaarden. 3. In verband met het „semper reformanda" dat ook voor de V U geldt, is telkens een evaluatie van de ontwikkelingen aan de V U nodig, een kritische beoordeling van de onderzoeksprojekten en zo nodig reoriëntatie van de universitaire gemeenschap als er ontsporingen zijn. 4. Nu de V U in vele opzichten een regionale universiteit is geworden, moet ervoor worden gewaakt dat grondslag en doelstelling niet tot ornamenten verworden of leiden tot lippendienst. 5. In de samenwerking met universiteiten in andere landen en vooral in de „derde wereld" wordt de V U krachtens grondslag en doelstelling geroepen om als

krachtige christelijke universiteit de zwakke verwante organisaties naar de mate van haar vermogen te steunen". Dr. H. J. G. Waltmans (lid 2e Kamer P.P.R.):

Kernvraag: neemt VU stelling tegen gevaren van nu? „Ik denk, dat de vraag of de Vrije Universiteit in honderd jaar tijd van haar oorspronkelijke route, zoals deze door Kuyper was uitgezet, is afgeweken, nauwelijks een serieuze mag worden g e n o e m d . Wel neem ik aan, dat de vraag blijft in hoeverre de Vrije Universiteit net als tegenover de gevaren van toen stelling neemt tegenover de gevaren van nu en of zij wel in de gelegenheid is tot een principiële stellingname te komen in de geest zoals haar oprichter dat bedoelde zolang zij het aantal hoger stelt dan haar beginsel. Dat lijkt mij de kernvraag van dit ogenblik, die in de discussie naar voren zal moeten komen. ( . . . ) Toen artikel 208 van de Grondwet in behandeling kwam in de Tweede Kamer, heb ik gezegd het ontstane rumoer niet te begrijpen omdat de nieuwe Grondwetsbepalingen de vrijheid van stichting en richting van scholen niet verwateren. Wat echter nooit de bedoeling kan zijn, is, dat men de situatie van 1917 cementeert en schoolbesturen onvoldoende democratisch laat. Ik schreef t o e n : „Ik ben bang dat diegenen die zich nu tegen deze Grondwetswijziging keren, dat doen vanuit de twijfels over de identiteit van hun eigen school". A l s i k h e t g e v a a r z i e v a n decementering aan de ene kant dan zie ik best wel grote gevaren van centralisering en bureaucratisering aan de andere kant. Ook voor de twijfels heb ik begrip, w a n t de samenleving is wel dusdanig in beweging gekomen sinds 1917, het jaar van de onderwijspacificatie, met de massaficatie in het onderwijs, met de ontkerkelijking en de mondialisering als de belangrijkste werkzame factoren, dat het heel erg moeilijk zal zijn o m de eigen identiteit van de Vrije Universiteit te vertolken naar de situatie van het jaar 2000".

Prof. dr. ir. P. Wesseling (hoogleraar numerieke wiskunde aan de TH in Enschede):

Wiskundig bedrijf niet autonoom „ O p de iceper beschouwt is het wiskundig bedrijf niet a u t o n o o m " , stelt prof. dr. ir. P. Wesseling. „Pogingen o m de zekerheid van de wiskunde veilig te stellen door volledig van het niet-wiskundige af te zien, mislukken".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen