GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 184

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 184

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 6 den), speciale statistische gegevens (bijvoorbeeld over misdaad, godsdienst, industriële of landbouwproductie en productiviteit), KGB of Glavit organen, bepaalde geografische data. en namen van afgezette politieke figuren. De censuurvoorschriften treffen niet alleen gedrukte stukken zoals boeken, tijdschriften of kranten, maar ze worden ook toegepast op muzikale composities, theaterstukken of films en natuurlijk radio- en televisieuitzendingen. Al deze bronnen die onderworpen zijn aan censuurvoorschriften hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze kunnen worden aangemerkt als afhankelijke bronnen. Religieuze organisaties vormen een delicate marginale categorie van dergelijke afhankelijke bronnen. De Sovjet-praktijk maakt duidelijk dat het principe van scheiding van kerk en staat, zoals dat in de Grondwet is afgekondigd, niet gehanteerd wordt op de wijze, zoals dat in het westen gebruikelijk is. Het cruciale aspect van alle rechten van de kerk is dat deze rechten worden toegekend door de staat, en daarom onderworpen zijn aan manipulatie door die staat, als dat in de praktijk gewenst geacht wordt. Op deze manier worden de ,,rechten" van de kerk tot .,rechten" van de staat. Een eerste stap op deze weg werd al kort na de revolutie gezet met Lenins ,,Decreet betreffende de scheiding van kerk en staat" van januari 1918, dat de kerken van hun rechtspersoonlijkheid beroofde, en daarmede van hun recht op eigendom of het recht bindende regels voor hun leden op te stellen en vaste bijdragen te heffen. In april 1929 - het jaar ook dat een amendement op de Grondwet het tot dan toe toegekende recht van ,,religieuze propaganda" afschafte, zodat alleen de erkenning van ..anti-religieuze propaganda" in de Grondwet overbleef- werd de ..Wet op de religieuze Organisaties" afgekondigd; deze wet werd pas in juni 1975 officieel herzien, hoewel er talrijke ongepubliceerde wijzigingen tussentijds moeten hebben plaats gehad. De volgende opsomming van bevoegdheden van de Staat ten opzichte van de kerk geeft de bestaande relatie goed weer: Allereerst heeft de overheid de macht elk kerkgenootschap of plaatselijke kerkelijke gemeente te legaliseren of te verbieden via de procedure van ,,registratie" (of met het weigeren of intrekken van zo'n registratie), die verplicht is voor alle gemeenten en alle geestelijken van alle rangen. Zonder

een dergelijke ,,registratie" kunnen ze niet wettig functioneren. Ten tweede heeft zij de bevoegdheid de genationaliseerde gebouwen en benodigdheden voor de eredienst te verhuren (of zo'n verhuur te weigeren of te beëindigen) en toe te zien op hun gebruik door de kerkelijke gemeenten. Ten derde heeft het regiem het recht om welk lidmaat dan ook te verwijderen uit het uitvoerend comité of de controlecommissie die bij openbare stemming door elke gemeente verkozen worden ter regeling van de zaken. Ten vierde heeft het de bevoegdheid theologische scholen, religieuze publicaties, algemene bijeenkomsten van de plaatselijke gemeenten, zowel als regionale en nationale bijeenkomsten van religieuze groeperingen en geestelijken al of niet toe te staan. Ten vijifde heeft de overheid regelende, vergunninggevende en toezichthoudende bevoegdheden betreffende de actitiveiten van religieuze organisaties op alle niveaus. Aan deze verstrekkende bevoegdheden werd in de administratieve praktijk een zo ruim mogelijke interpretatie gegeven. Isolatie van de kerk wordt nagestreefd door middel van het bevorderen van anti-religieuze propaganda, die erop gericht is religie als ,,onwetenschappelijk" af te schilderen (religie is uiteraard per definitie niet-wetenschappelijk) en, daarom, primitief en achterlijk terwijl er ook bijvoorbeeld gezinspeeld wordt op de hang naar macht en geld van inidividuele kerkleiders. Elke vorm van evangelisatie, of activiteit op sociaal, cultureel of charitatief gebied is verboden. Verboden is ook religieus onderwijs aan minderjarigen onder de achttien, behalve door de ouders zelf. Als gevolg van deze omstandigheden is de situatie voor de kerken in de Sovjet-Unie slechter dan in welk ander land van Oost-Europa ook (behalve in Albanië dat in 1967 alle religieuze instellingen totaal uitbande). Drie artikelen in het Wetboek van Strafrecht vormen de Sovjet-tegenhanger van het artikel in de Grondwet dat handelt over de scheiding van kerk en staat. In het Wetboek van Strafrecht van de RSFSR (met gelijke artikelen in de wetboeken van de andere republieken) dit zijn de artikelen 142, 143 en - te midden van artikelen die handelen over narcotica, huizen van ontucht en pornografie - artikel 227. Artikel 152 geeft de mogelijkheid schending van wetten betreffende de scheiding van kerk ern staat en van

school te bestraffen met gedwongen tewerkstelling tot maximaal een jaar en voor recidivisten voor maximaal drie jaar. Artikel 227 handelt over ,,Het organiseren en leiden van een groepering waarvan de activiteiten, bedreven onder de schijn van het prediken van religieuze doctrines en het opvoeren van religieuze ceremonieën verbonden zijn met het veroorzaken van schade aan de gezondheid van burgers of met welke andere schendingen ook van de persoon of de rechten van burgers of met het aanzetten van burgers tot het weigeren van sociala werkzaamheden of het uitvoeren van burgerplichten, of met het betrekken van minderjarigen in zo'n groep..." De straffen in dit artikel gaan tot een vrijheidsberoving van vijfjaar of verbanning voor een zelfde periode met of zonder verbeurdverklaring van eigendom. Zoals met alle andere vrijheden die door de Sovjet-wet gegarandeerd worden, moet,,vrijheid van geweten" in de Sovjet-Unie in de eeste plaats geïnterpreteerd worden als vrijheid van ,,correct" of ,.Sovjet" geweten. Niettegenstaande de intensieve controle van alle drukkerij uitrusting (er waren een 4000 drukpersen in 1975) en andere copieer mogelijkheden en het regelmatig bijhouden van papiervoorraden, de censuurmaatregelen bij de post, de interne en externe paspoortregelingen en de inbeslagneming van alle ongewenste communicatie in bezit \4an reizigers, verkreeg het Russische woord voor ,.Zelf-publiceren" samizdat grote bekendheid over de hele wereld. Hoewel samizdat geschriften zelfs al van voor de revolutie van 1917 stammen en er sindsdien altijd geweest zijn, is hun aantal sinds 1968 drastisch toegenomen. Een schatting van het aantal samizdat documenten dat in het begin van de jaren zeventig in de Sovjet-Unie circuleerde kwam al tot meer dan 3000, terwijl in elk jaar erna dit aantal met honderden toenam. Bij deze aantallen telde men publicaties van meer dan vijftig verschillende organisaties en meer dan dertig tijdschriften. Al deze organisaties - hoe ze zichzelf ook aanduiden - groepen, unies, clubs, bewegingen, comités, organisaties, liga's fronten of partijen - met elkaar vormen ze wat genoemd kan worden de samizdat beweging. De mensen die bij de beweging betrokken zijn, delen enkele ideologische opvattingen (waaronder in ieder geval de wens om als onafhankelijke bron op te treden en een of andere nuancering in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 184

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's