VU Magazine 1980 - pagina 226

Wl magame 4 de en politieke konflikten) terwijl de politieke belangstelling van vrouwen verondersteld wordt meer uit te gaan naar voedselproblematiek. woningnood, zedelijke beginselen en verwerping van oorlogsideologieën. En daarover werden geen vragen gesteld.

Van Mierlo's Kennedy-Iook ,yrouwen verpersoonlijken de politiek". Zo zou Hans van Mierio in 1967 zijn D'66-winst danken aan zijn Kennedylook en Kennedy versloeg in 1959 Nixon ..vanwege zijn lichamelijke aantrekkingskracht'". De feiten bevestigen deze vooronderstelling doodeenvoudig niet en daarmee IS de cliché-kous af, volgens Boddendijk c.s. 54% van de Nederlandse vrouwen is geïnteresseerd in plaatselijke en 37% in landelijke politiek en ,,dus"" zijn vrouwen niet in de .,echte" politiek geïnteresseerd. ..Echt" staat dan echter wel gelijk aan de mannelijke kijk, waarin landelijke politiek belangrijker is dan plaatselijke. En dan de mening dat vrouwen haar echtgenoten vojgen. De door Boddendijk c.s. bestudeerde onderzoeken vroegen echter selektief: ,,Ondanks het feit dat deze hypothese reeds een lang leven leidt, is de feitelijke ondersteuning ervan krakkemikkig. In de meeste verkiezingsonderzoeken worden geen echtparen, doch individuele mannen en vrouwen ondervraagd. Aan vrouwelijke respondenten wordt niet alleen hun eigen politieke voorkeur, maar ook die van hun eventuele partner gevraagd. Aan de mannen wordt in de regel niet gevraagd wat de politieke voorkeur van hun echtgenotes is, omdat er waarschijnlijk vanuit gegaan wordt dat mannen, als politiek geïnteresseerden, zelfstandig tot een politieke keuze komen. Uit dergelijke onderzoekingen kan natuurlijk nooit gekonkludeerd worden dat vrouwen hun mannen volgen."

Een zandkasteel Vrouwen behoudender dan mannen? Het is maar hoe je met de gegevens goochelt, is een konklusie uit het onderzoeksverslag. De hypothese stamt nog uit de tijd dat er geen vrouwenkiesrecht was. In 1977 bijv. stemden vrouwen iets vooruitstrevender dan mannen. Waar vrouwen echter conservatiever stemmen blijkt dit veel meer samen te hangen met opleiding.

Frank Boddendijk

godsdienst en beroepsnivo dan met ..vrouw-zijn". ,,De hypothese mag dan zo sterk als een kasteel lijken te zijn, bij nader inzien blijkt het om een zandkasteel te gaan. Na de volgende vloed is er niets meer van over, al kan je natuurlijk opnieuw beginnen". Maar we zijn nu waakzaam geworden.

,,Ja- en je eten ook!" Er zijn aardige citaatjes te plukken uit het boekwerkje. Bijvoorbeeld over de traditionele rolverdeling tussen'man en vrouw: ,, Want juist deze traditionele arbeidsdeling tussen de sexen brengt ook met zich mee dat mannen vaker in aanmerking komen voor andere funkties, bijvoorbeeld politieke, dan vrouwen. Mannen ontmoeten andere mannen in andere funkties, maar wie ziet een huisvrouw? Precies, de buurvrouw, maar zij heeft geen baantjes te vergeven. Daar komt bij dat een man zijn andere, o.a. politieke funkties kan uitoefenen omdat zijn lieve vrouwtje het eten op tafel zet, desnoods warm houdt als hij wat verlaat is (en welke vrouw beantwoordt de vraag .,schat, staat de Bokma koud" met ,,ja, en je eten ook"?), terwijl ze pas aan haar andere bezigheden kan toekomen als ze hem weer liefdevol heeft uitgezwaaid, op weg naar zijn volgende vergadering".

De vrouw wei in de poiitiek in Europa lopen de socialistische landen voorop als het om vrouwelijke parlementsleden gaat. Bovenaan staat Albanië met 34%. Daarna volgen respektievelijk de DDR, de Sovjet-Unie, Tsjechoslowakije en Hongarije. Ons eigen land verkeert met 12,4% in de gebruikelijke brave middenpositie.

De zusters der mannen broeders Verscheidene partijen in ons land hebben altijd een rol gespeeld in het

weren van de vrouw in de politiek. Zeer aktief daarin was de ARP. Tot 1917 heeft hij zich tegen vrouwenkiesrecht verzet. Daarna voerde hij een offensief tegen het passief vrouwenkiesrecht: dat derhalve de ARP zich heeft te onthouden van het candidaat stellen van vrouwen; dat op deze regel alleen uitzondering toelaatbaar is als onder leiding des Heren het voor de ARP duidelijk is geworden dat dit door God gewild is dat dit thans niet het geval is"". Het duurde tot 1961 voor de wil des Heren duidelijk werd en tot 1963 voor de eerste ARP-vrouw in de Tweede Kamer kwam. De vooroorlogse liberalen en de naoorlogse VVD hebben een lange vrouwvriendelijke traditie; niet alleen kwamen de voorstellen voor vrouwenkiesrecht uit het liberale kamp, ook heeft de VVD altijd een relatief zeer hoog percentage vrouwen m vertegenwoordigende lichamen gehad. De socialisten hebben in driestromenland meestal een middenpositie ingenomen.

In het boekwerkje staan tal van aardige grafiekjes en tabelletjes. • Sinds 1945 zijn er slechts vier vrouwelijke ministers geweest en zes staatssekretaressen (waarvan vier in het huidige kabinet). • De CPN heeft sinds 1959 geen vertegenwoordigsters meer in de Tweede Kamer gehad en Boerenpartij, GPV, PSP en SGP nog nooit. • Het hoogste percentage vrouwen ooit in de Tweede Kamer staat op naam van de PPR (33,33% in 1977). De W D (25% in 1963) en D66 (25% in 1977) delen de tweede plaats. • De drie partijen met het hoogste percentage vrouwelijke Tweede Kamerleden in 1946: - W D 16,66% - CHU 12,50% - CPN 10,00% Insgelijks, ter vergelijking, in 1977: - PPR 33,33% - D66 25,00% - W D 17,85% • Sinds 1974 hebben we onze eerste vrouwelijke kommissaris der koningin (mr. A. P. Schilthuis in Drenthe) • Van de 808 burgemeesters zijn er 10 vrouw. • De provincies met de meeste vrouwelijke statenleden zijn sinds 1946 beurtelings Utrecht (4x), NoordHolland (3x) en Drenthe (2x) geweest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen