GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 468

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 468

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

belangstelling naar de eigen overlevingskansen van Nederlanders. In het juli/augustusnummer 1972 al wordt uitvoerig ingegaan op de mogelijkheid om meer met molens te doen om te voorzien in de Nederlandse energiebehoefte. Menigeen beschouwt het dan nog als een aardig, maar niet geheel serieus te nemen gestoei met kabouterdromen. En als dr. ir. E. Schuurman in het septembernummer van 1973 een autoloze zondag bepleit, („om te beginnen") tooit hij zich in veler gedachten ook al met een puntmuts. Maar als kort daarop de oliecrisis uitbreekt, slaat de paniek even wild om zich heen, worden autoloze zondagen echt een feit en lijkt zich een moment te verwezenlijken wat Goudzwaard in het maartnummer van 1972 voorzag, nl. dat er wel weer het een en ander „ op de £»on" zou moeten. Bladerend in de VU-Magazine-jaargangen krijgt men de indruk dat er in het begin van de jaren zeventig enorm veel maatschappelijke veranderingen zouden zijn geaccepteerd wanneer Nederlands politieke top daaraan leiding had weten te geven. Inkomensnivellering, autoloze dagen, benzinedistributie, stimulering onderzoek naar alternatieve energiebronnen. De laatste grote algemene vergadering van de VUVereniging, juni 1973, waarop Goudzwaard spreekt, getuigt ook van een grote mate van openheid voor veranderingen. Maar luttele jaren later lijkt de stemming in Nederland aan het omslaan. Den Uyls woorden „I-let wordt nooit meer zoals 't geweest is", zijn verwaaid. En in 1975 gebruikt Nederland, om slechts een ding te noemen, meer energie dan ooit tevoren. <VU-Magazinesept. '75.) In 1974 start in de kerken de werkgroep ,,Nieuwe Levensstijl". In het januari-en apriinummer van 1980 valt over de lotgevallen daarvan iets te lezen: een kribbige discussie naar aanleiding van het proefschrift van dr. G. Manenschijn. De jaren zeventig zijn misschien niet mat begonnen, maar wel mat geëindigd.

CPN-discussie Vraagstukken als euthanasie en abortus worden al in de eerste jaargang aan de orde gesteld. Maar de meeste beroering in de jaren zeventig voltrekt zich rond de vraag of de doelstelling van de VU enigbaar is met een CPN-lidmaatschap. De discussie draagt een sterk theoretisch karakter. Of er ooit een CPN-lid gekozen is tot lid van de Universiteitsraad of niet is merkwaardigerwijze nooit duidelijk geworden. Waarschijnlijk niet. Maar de theoretische mogelijkheid wordt onder ogen gezien op een wijze die de indruk wekt dat er heel wat aan de hand is. Voor VU-Magazine is het o.a. aanleiding tot het schrijven van een uitvoerige documentaire over veertig jaren CPN-iectuur „Opium van (niet voor) tiet volk", december 1976, waarin nagegaan wordt hoe communisten en gereformeerden op grote afstand over elkaar dachten. Veel navraag is er ook naar het decembernummer van 1977 waarin een artikel wordt gebracht over de kop „Huwelijk aan revisie toe?" De belangstelling daarvoor heeft vooral te maken met het feit dat VUrector-magnifucis prof. mr. J. de Ruiter, die in dit artikel enkele voorzichtige gedachten ontvouwt (geflankeerd door de instemmend knikkende gereformeerde predikant dr. J. Rinzema) kort na het uitkomen van het nummer geroepen wordt tot het ambt van ministervan Justitie. Wat zou hij nu gaan doen? Geen been aan de grond voor de uitvoering van zijn vu-Magazine 10 (1981) 11 (december)

ideeën krijgt tijdens het ministerschap van prof. De Ruiter de VU-criminoloog prof. mr. H. Bianchi. Maar wie de discussie tussen beide hoogleraren in het decembernummer 1976 over een mogelijke ombuiging van het publiekrechtelijk strafrecht in privaatrechtelijke richting had gelezen, kon dat al voorspellen.

Oorlog-Vredè Het is ondoenlijk om zelfs maar bij benadering aan te geven wat er allemaal aan de orde geweest is in 10 jaar VU-Magazine. Men krijgt bladerend de indruk dat er géén vraagstuk van betekenis is overgeslagen. Een belangrijk thema is nog niet genoemd. Het eerste artikel in het eerste nummer lokt de volgende misprijzende reactie uit: „VU-Magazine is mij te pacifistisch", T.Z. te D. Het heeft vermoedelijk te maken met de beschouwing van prof. dr. Johan Blok: ,,De oorlog is niet meer wat hij geweest is", waarin duidelijk wordt gemaakt dat kernwapens het verschijnsel oorlog principieel van karakter hebben veranderd. Arend van Dam, die als cartoonist ook al in het eerste nummer aanwezig is, brengt treffend in beeld wat de „balance of terror" feitelijk inhoudt: de soldaten staan niet meer dreigend tegenover elkaar: vechten kan niet meer. De twee militairen in zijn tekening dreigen beide met opgeheven dolk de ballon aarde lek te prikken waarop zij beiden zitten. Wederzijdse afschrikking. Twee vijandige ploegen kapers in één vliegtuig. De zorgeloosheid van de passagiers in deze situatie is begin jaren zeventig nog groot. Misschien is de enorme toename van verontrusting over de dreiging met een kernoorlog wel een van de meest opvallende verschijnselen, die zich vooral tegen het eind van de jaren zeventig heeft voltrokken. De mensen zijn wakker geworden. En bang. ,,Hoe kunnen mensen in deze situatie verder leven zonder als struisvogels de kop in het zand te steken?", vraagt prof. Blok zich nog in dat eerste artikel af. Want zo leven dan nog de meesten. Hij waarschuwt ook tegen de gevaren van de voortgaande technologische ontwikkeling. „De stabiliteit komt in gevaar, indien de ontwikkeling van betere wapens of betere afweermiddelen grote vorderingen zou maken. Reeds het op weg gaan in die richting houdt grote gevaren in, omdat er een periode zou kunnen aanbreken, waarin na een aanval de vergelding onmogelijk is geworden. Het wordt dan voordelig om als eerste toe te slaan en de vijand te vernietigen voordat hij kan aanvallen. Dit is in een tijd van politieke spanning een uiterst gevaarlijke situatie. Zolang er geen radicale ontwapening heeft plaatsgehad, is de hoop er verwachting van wie de vrede zoeken gericht op voorlopige handhaving van de wederzijdse bedreiging van honderden miljoenen met een afschuwelijke dood. Kan het absurder? Is er nog duidelijker bewijs nodig „dat de oorlog niet meer is wat hij geweest is"?" Prof. mr. I. A. Diepenhorst (aangehaald in het nummer van oktober 1978) verwoordt in 1970 in het ,,groene boekje", dat in dat jaar naar de gereformeerde gemeenteleden gaat een gruwelijke waarheid die iedereen eigenlijk wel beseft, al slaagt niet iedereen er in gelijke mate in dit te verdringen: „IVIen moet weten wat men doet. Wie het atoomwapen handhaaft, gebruikt het vroeg of laat. De enkele dreiging met innerlijke onbereidheid van gebruik is 427

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 468

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's