VU Magazine 1981 - pagina 119

Nieuwe plannen in de maaic van VU-Vereniging De VU-Vereniging moet een belangrijker rol gaan spelen naar de samenleving als centrum van bezinning op ethische en fundamentele problemen van wetenschapsbeoefening. Verder moet de VU-Vereniging de te eenzijdige samenstelling van het ledenbestand verjongen en uitbouwen in oecumenische zin. Dit zijn twee van de belangrijkste aanbevelingen die worden gedaan in een rapport van de Werkgroep Toekomst Vereniging, oktober vorig jaar uitgebracht, waarmee Ledenraad en Bestuur inmiddels in grote trekken hebben ingestemd

Concreet betekent het dat de VU-Vereniging zich voorstelt tal van nieuwe activiteiten op te zetten; forumbijeenkomsten, werkdagen (met discussiegroepen), excursieprogramma's (naar de VU) ten behoeve van organisaties en groepen, het organiseren van (internationale) congressen en studiedagen, het houden van lezingenseries of cursussen ten behoeve van vrouwenorganisaties, kleuteronderwijs, jonggehuwden, politieke partijen enz. Ook wordt gedacht aan de uitgave (naast VU-magazIne) van publlkaties voor een breder publiek, het stimuleren van discussies over vraagstukken over de verhouding geloof en wetenschap, het verlenen van wetenschappelijke bijstand aan christelijke sociale organisaties en het beleggen van disciplinegewijze bijeenkomsten van wetenschappen die actief zijn in de samenleving, met name voor discussie over achtergrondvragen.

Uitvoerings-Commissie Gewerkt wordt op 't ogenblik aan de samenstelling van een uitvoeringscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de Vereniging, Universiteit en samenleving, die deze ideeën op een creatieve wijze zal moeten uitwerken. Een uitbreiding van de staf van de Vereniging wordt In het rapport van de Werkgroep een vereiste genoemd. Al deze ideeën borrelden op rond de jubileumviering van de VU. Toen deze op 3 februari 1979 ingezet werden met het 100jarig bestaan van de Vereniging kwam de toekomst ter sprake van de organisatie waarvan de VU uitgaat. De Ledenraad besloot enkele maanden later, mei 1979 een Werkgroep in het leven te roepen die zich over deze problematiek moest buigen. Voorzitter was ds. K. M. R. van der Beek (bestuurslid van de Vereniging), en leden drs. J. P. Balkenende, mr. A. Herstel, prof. dr. D. Th. Kuiper, prof. dr. J. Lever, ds. Y.

VU-Magazine10(1981)3 (maart)

Vereniging: VU open voor alle Christenen Schaaf, prof. dr. H. Verheul (rector-magniTicus), mr. T. Vroon en P. H. Kruysse (secretaris). Op de achtergrond van het feestgedruis hield deze commissie zich met de toekomstvragen bezig. In het rapport wordt gesteld: 1. Er is behoefte aan deze universiteit, indien zij steeds weer opnieuw de confrontatie tussen christelijl< geloof en wetenschap aan de orde stelt. 2. Er is behoefte aan deze universiteit indien zij voortdurend, m.n. in het licht van de doeistelling, in communicatie staat met de samenleving. 'n Belangrijk punt van zorg was de samenstelling van het ledenbestand van de Vereniging. Historisch Is verklaarbaar waarom deze overwegend (hoewel niet uitsluitend) bestaat uit kerkelijk gereformeerden. Er zijn wel hervormden (en ook rooms-katholieken) lid van de vereniging, maar van een grootscheepse doorbraak in oecumenische richting kan tot dusver niet gesproken worden, ook al verdween 10 jaar geleden uit de grondslag het begrip ,,gereformeerd". Het rapport schrijft: ,,Geconstateerd moet worden dat in de loop der jaren een discrepantie is ontstaan tussen het klimaat binnen de VU en de Vereniging, omdat kerkelijk gezien het ledenbestand beperkter is dan het personeelsbestand van VU en AZVU, en dan van

de studentenpopulatie van de VU. De Vereniging en de Vrije Universiteit volgen gedurende de laatste jaren een meer oecumenisch benoemingsbeleid. Zo omvat het docentenbestand momenteel verscheidene Rooms-Katholieke hoogleraren. De verruiming van de doelstelling heeft dit mede mogelijk gemaakt. De Vrije Universiteit heeft dit als positief ervaren. De werkgroep meent dat ook de Vereniging zich in de naaste toekomst open zou moeten stellen voor allen die vanuit een Evangelische basis willen meedenken en meewerken".

Naam Kan het aanhouden van de naam „Vereniging voor wetenschappelijk onderwijs op gereformeerde grondslag" geen misverstanden oproepen bij 'n dergelijk streven? Uiteraard. Het vergt een voortdurende uitleg dat de Vereniging reeds lang ook toegankelijk is voor nIet-Gereformeerden. Noch in de huidige grondslag van de Vereniging, noch in de Doelstelling van de VU wordt over,,gereformeerd" gesproken. De Werkgroep beveelt dan ook aan:,,De naam van de Vereniging zou dan ook beter kunnen luiden: ,,Vereniging voor de Vrije Universiteit". Rector-magnificus prof. dr. H. Verheul opperde deze suggestie reeds In zijn rede op 20 oktober vorig jaar bij de viering van het 100-jarlg bestaan van de VU in de Nieuwe Kerk (zie VU-magazIne november '80). Maar de gedachte Is al veel ouder. Tien jaar geleden was er al sprake van. Het VU-blad van januari 1971 meldt:,,Het bestuur heeft de indruk gekregen dat gaande weg in steeds bredere kring ook een wijziging van de naam juist zou worden geacht. Mocht deze indruk tot zekerheid worden dan zal het bestuur niet aarzelen alsnog een voorstel te doen om ook de naam te wijzigen. Het zal dan vermoedelijk aanbeveling ver-

109

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen