GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 370

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 370

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

dig omdat geen van tien ervoor wil betalen. In Nederland heeft bij voorbeeld de handhaving van de koopkracht van de sociale minima bij velen een hogere prioriteit dan een effectief werkgelegenheidsbeleid. (...) Alle democratische partijen komen op deze manier in dezelfde situatie als destijds de Duitse Weimarrepubliek, dat wil zeggen de situatie waarin alle democratische partijen voor het falend werkloosheidsbeleid aansprakelijk worden gesteld en alleen niet-democratische totalitaire bewegingen, die steunen op terreur en geweld een alternatief lijken te bieden. Juist de nihilistische dus pre-fascistische, rellen in Engeland vormen een teken dat de geschiedenis zichzelf herhaalt." Vooral in 1930 liepen de werkloosheidscijfers in Duitsland snel omhoog. Het Nederlandse dagblad De Standaard (zie VU-Magazine, jan. '81), dat intensief meeleefde met de crisistoestanden in Duitsland schreef januari '31:,,Vermoedelijk niet voor 1940 kan men een merkbare verlichting van den druk op de arbeidsmarkt verwachten, en die verwachting is dan gebaseerd op (...) de sterke daling van het geboortecijfer." Enkele jaren later, januari 1933 kwam Hitler aan de macht. Hij bepleitte geen geboortebeperking, maar joeg met tal van maatregelen het geboortecijfer in Duitsland juist op. Niettemin verdween onder zijn bewind de werkloosheid binnen enkele jaren. Eind jaren dertig kwam Hitler-Duitsland zelfs arbeidskrachten tekort, aanleiding voor de Nederlandse regering om werklozensteun te onthouden aan arbeiders die niet,,vrijwillig" in Duitsland gingen werken (zie B. A. Sijes: De Arbeidsinzet). Opvallend is het aanvankelijke ongeloof dat onder de nazi's de werkloosheidscijfers terugliepen. Het wordt in 1934 afgedaan als propaganda van Goebbels. In april 1934 wordt in het Chr. weekblad De Spiegel, dat zich baseert op Engelse bronnen, de economische vooruitgang in Duitsland 'n fabeltje genoemd. „Zelfs blijkt dat de werkloosheid niet inderdaad heeft afgenomen, hoe men in Duitsland dit feit ook tracht te camoufleren. "Het mocht niet waar zijn. Na de Tweede Wereldoorlog is vaak beweerd dat Hitler het vraagstuk onder de knie kreeg met zijn bewapeningspolitiek. ,,Kanonnen in plaats van boter", bralde Goring. „Maar in werkelijkheid produceerde het Derde Rijk kanonnen en boter en nog veel meer," schrijft Sebastian Haffner in zijn in 1979 verschenen ,,Kanttekeningen bij Hitler." ,,De grote meerderheid van de zes miljoen werklozen uit het begin van Hitlers bewind vond weer werk in de normale industrie." Het is een opmerkelijk boekje dat deze, in 1907 in Berlijn geboren journalist, die in 1938 naar Engeland emigreerde, geschreven heeft over het Hitlertijdperk. in Duitsland maakte het grote opgang, wellicht omdat de oudere generatie die in de jaren dertig achter Hitler had aangelopen, zich in de beschreven gevoelens meer herkende dan in menig ander boek over Hitler-tijdperk. Haffner probeert aannemelijk te maken waaróm de Duitsers zich in de loop van de jaren dertig massaal aan Hitler gewonnen gaven. „Toen Hitler in januari 1933 kanselier werd, waren er in Duitsland zes miljoen werklozen. Slechts driejaar later, in 1936, had iedereen werk en hadden de schrijnende nood en massale ellende plaats gemaakt voor een bescheiden behaaglijke welstand. Bijna even belangrijk was het feit dat er in plaats van radeloosheid en wanhoop geloof en zelfvertrouwen heersten, en nog wonderbaarlijker, dat de overgang van depressie naar economische bloei zonder infla-

tie was bereikt, bij volkomen stabiele lonen en prijzen. Zelfs Ludwig Erhard is daar later niet in geslaagd. Men kan zich nauwelijks de dankbare verbluffing voorstellen waarmee de Duitsers op dit wonder reageerden en die vooral de arbeiders na 1933 in groten getale van de SPD en KPD naar Hitler deed overlopen. De stemming onder het volk werd er In de jaren 19361938 volledig door beheerst, zodat iedereen die nog altijd afwijzend tegenover Hitler stond, als een querulante kankeraar werd betiteld. „Die man mag dan zijn fouten hebben, hij heeft ons in ieder geval weer werk en brood bezorgd," zeiden in die jaren de miljoenen die vroeger op de SPD en KPD hadden gestemd en in 1933 nog de grote massa van Hitlers tegenstanders hadden gevormd." Het waren, zo betoogt Haffner, Hitlers onverwachte prestaties in de jaren dertig, waar niemand van terughad. En dat van een beweging, die nauwelijks een idee had ontvouwd hoe men gedacht had de economische crisis aan te pakken. Haffner: „Wat Hitlers oude tegenstanders, ontwikkelde en beschaafde burgers en zelfs gelovige christenen en marxisten, zich in het midden en tegen het eind van de jaren dertig met het oog op zijn onmiskenbare prestaties en niet aflatende wonderen afvroegen — moesten afvragen — was: „Zouden mijn eigen maatstaven misschien onjuist zijn? Klopt alles wat ik heb geleerd en waaraan ik heb geloofd, misschien niet? Worden mijn opvattingen niet weerlegd door wat hier voor mijn ogen gebeurt? Als de wereld — de economische wereld, de politieke wereld, de morele wereld — werkelijk zo zou zijn als ik altijd heb gedacht, zou zo'n man toch zo gauw en zo belachelijk mogelijk schipbreuk moeten lijden, ja hij zou nooit zover hebben kunnen komen? Maar uit het niets is hij in minder dan twintig jaar het middelpunt van de wereld geworden en alles lukt hem, ook het schijnbaar onmogelijke, alles, alles! Bewijst dat niets? Dwingt dat mij er niet toe al mijn opvattingen, ook mijn esthetische, ook mijn morele, totaal te herzien? Moet ik niet minstens toegeven dat ik mij in mijn verwachtingen en voorspellingen heb vergist en in mijn kritiek zeer terughoudend moet worden en in mijn oordeel zeer voorzichtig? Heel begrijpelijk en zelfs sympathiek, deze twijfel aan zich zelf. Maar daartussen en het eerste, nog half onwillige „Heil Hitler" lag maareen korte afstand. Degenen die door de uiterlijke schijn van Hitlers prestaties bekeerd of half bekeerd waren, werden in het algemeen geen nationaal-socialisten, maar ze werden aanhangers van Hitler en geloofden in hem. En dat waren op het hoogtepunt van de algemene Hitlerverering zeker meer dan negentig procent van alle Duitsers." Hoe loste Hitler de werkloosheid op? VU-Magazine vroeg prof. dr. H. Visser een artikel over deze vraag. Prof. Visser is hoogleraar geld-, kredieten bankwezen en monetaire theorie aan de economische faculteit van de VU. Hij is tevens, naar hij meedeelt ,,enigszins tot zijn verbazing" lid van het Gezelschap van Christelijke Historici in Nederland. Op de volgende pagina's treft u zijn beschrijving over de werkgelegenheid in het Duitsland van Hitler. (BvK)

|

336 ^ ü

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 370

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's