GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 13

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

schaft God, net als in het verhaal van Abraham, uitkomst. Het Réveil is dus zowel van invloed geweest op het ontstaan van deze kinderliteratuur als op de inhoud ervan. Ook als het Réveil als min of meer georganiseerde beweging ophoudt te bestaan (ca. 1865) blijven de Réveilgedachten in de protestans-christelijke kinderliteratuur doorwerken.

,,Want vader zegt mij: Dierbaar kind, Als gij den Heere Jezus mint, Moogt gij nooit angstig beven! Dan is de dood voor u gewin, En 'tstervensuurtjehetbegin Van 'teeuwigzalig leven". Behalve beschouwingen over de dood wordt vele malen beschreven hoe een volwassene of een kind in vertrouwen op God sterft, bekeringen die op het sterfbed plaatsvinden komen echter opvallend weinig voor.

De bekering en de dood De bekering wordt voor iedereen, dus ook voor het kind, noodzakelijk geacht, omdat ieder mens van nature zondig is. De bekering, zowel van kinderen als volwassenen, speelt in deze kinderliteratuur dan ook een grote rol. Deze rol is niet zo groot, dat elk werkje erdoor getypeerd kan worden; de bekering is in de eerste en tweede periode nog altijd in resp. 61 % en 39 % van het proza afwezig. Er worden diverse redenen aangevoerd waarom men het kind niet te jong acht voor geloof en bekering. Zo wordt wel genoemd dat de dood ieder moment kan toeslaan, zodat uitstel van de bekering wel eens te laat kan zijn. Daarnaast wordt verwezen naar Gods bijzondere gerichtheid op het kind, dit komt vooral in de tweede periode veel naar voren, de kinderzegening van Jesus uit de Evangeliën wordt dan nogal eens genoemd. Voorts wordt het kind beschouwd als een wezen dat ontvankelijker is voor het geloof dan de volwassene voor wie allerlei beslommeringen een belemmering kunnen gaan vormen om tot geloof te komen. De bekering verloopt bij kinderen dan ook meestal gemakkelijker dan bij volwassenen. Zo komt in Het weeskind (Cornelia, 1861) de ca. 5-jarige wees Henri tot geloof door contact met het meisje Agnes dat iets ouder is: ,,lk houd veel van u, lieve Henri, hernam Agnes, maar ik zou u nog liever hebben indien ik wist dat gij den Heer Jezus ook liefhadt. Wat moet ik daarvoor doen, zeg mij, sprak Henri. Gij moet er de Heer Jezus om vragen, want Hij alleen kan het u leeren. Maar ik kan niet bidden, Agnes. Ik heb het nooit geleerd. Gij behoeft niet te leeren bidden, antwoordde Agnes. Mama zegt altijd dat wij maar vrijuit tot Jezus moeten spreken. Zeg maar, Heere Jezus, leer mij u liefhebben, want ik wil in den Hemel komen waar Gijzijt. ...Willen wij eens samen bidden Henri?" Dit laatste gebeurt. Hierna verandert Henri helemaal, hij gaat voortaan veel bidden en wordt liefdevol voor andere mensen. De bekering biedt ook vaak oplossing

vu-Magazine 12 (1983) 1 januari 1983

Dedeugden voor de problemen: een alcoholist wordt geheelonthouder; ongehoorzame, ontevreden en slordige personen worden gehoorzaam, tevreden en netjes. De bekering wordt vaak beschreven als een keerpunt in iemands leven: men doet daarna nog wel zonde, maar de houding t.a.v. de zonde zal anders zijn. Zo wordt van een ca. 9-jarig meisje in Liefhebben (E. Gerdes, 1888)gezegd: „A/u is het wel waar dat Johanna.... wel eens dingen deed, die heel verkeerd, ja zelfs zondig waren, maar dan had zij er spoedig leed van, en bad God haar krachten te geven, om het kwade te laten en het goede te doen." De thema's dood en bekering hangen nauw met elkaar samen; de dood verliest namelijk zijn afschrikking, omdat deze voor de gelovigen niet het einde betekent, f^/leestal wordt gewezen op het eeuwige leven dat het deel wordt van ieder die gelooft. De dood betekent zo een einde van de ellende die aan dit aardse bestaan is verbonden en biedt uitzicht op een leven bij God. Men hoeft dus niet bang te zijn voor de dood; integendeel, men kan er juist blij omzijn. Zo komt in het gedicht De vlieger u\t de bundel Kindergedichtjes (P. van Eik, 1853) het volgende voor:

De deugden worden sterk benadrukt vanuit de gedachte dat het geloof gevolgen moet hebben voor het leven van alledag. Een religieuze motivatie is dan ook meestal wel aanwezig. Zo wordt de veelvoorkomende deugd dat kinderen hun ouders moeten gehoorzamen benaderd vanuit de optiek dat de gehoorzaamheid aan de ouders een leerschool is voor de gehoorzaamheid aan God. Daarnaast wordt ook verwezen naar het 5e gebod, zoals bij voorbeeld in De nieuwe strijkplank{P. A. Sparenburg, 1906): ,,— Een oppassende jongen — dacht de heer Van Zonhoven en dat was Hendrik ook. Op de dag- en op de zondagsschool, welke hij getrouw bezocht, had hij meermalen horen spreken over het vijfde gebod en was den leerlingen ernstig voorgehouden hun ouders en allen, die over hen gesteld waren, te eeren en te gehoorzamen omdatGoddat wilde hebben." Voorts wordt er op gewezen dat men geen dieren mag plagen, vooral in de eerste periode, en dat men nederig, dankbaar en tevreden moet zijn. Daarnaast ook dat men matigheid moet betrachten: goed omgaan met geld en niet te veel snoepen, eten, praten en slapen. Alles is gave en schepping van God, daarom moet men er goed mee omgaan. Het goed omgaan met geld wordt bij voorbeeld aan de orde gesteld in Knikkeren in Kindergedichtjes (P. van Eik, 1853): ,, 't is heel zondig, om het geld. Door den lieven God gegeven, Soms zo karig toegeteld Te verdobb'len in ons leven!" De opofferingsgezindheid als deugd, wordt vooral in historische verhalen geprezen. Het in de waagschaal stellen van het eigen leven voor de eer van het vaderland of van God, zoals bij voorbeeld in de strijd tegen de,,Roomse tyrannie", wordt als heel prijzenswaardig beschouwd. Meestal loopt

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's