GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 59

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 59

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

waarbij? Waartoe? Wat werkt wezenlijk ten gunste van de zusterkerken daarginds? Hoe ligt het met de wederkerigheid tussen ,,Noord" en „Zuid"? Bestaat er niet een kans dat er—evenals dat het geval is op het vlak van de relatie tussen kerken — ook op het vlak van dagelijks werk spanningen zich voordoen tussen „zelfstandigheid" en „samenwerking", tussen de verschillende doelen van het handelen, bij voorbeeld tussen het „erbij-zijn, gewoon meedoen" en het bijstaan van de kerken om achterstelling, onrecht en conflict aan te pakken? Ligt er in dit begrip ook niet een uitdaging voor christenen hier, tot zowel een mentaliteitsverandering als tot veranderingen van de betrekkingen met,,Zuid"? Vragen die verwant zijn aan de discussies binnen het ontwikkelingswerk omtrent ,,partnership". Hoe kan men in plaats van hulp te verlenen ,,uit de hoogte" een werkelijke partner worden van de mensen in het gastland? En omgekeerd? Deze vragen richten zich mede tot de uitzendende instanties en ook de zendingen zullen niet aan een nadere bezinning op dit punt kunnen ontkomen. Vooralsnog is de taak van een zendingsmedewerker zelden scherp omschreven. Desondanks heeft men op grond van jarenlange ervaring de doelstelling van het HKI duidelijk gepreciseerd in een achttal leerdoelen, die door het onderzoek niet weersproken werden. Er zijn leerdoelen bij die betrekking hebben op het losweken uit de eigen situatie, het leren zien van een andere cultuur via de verschillen en overeenkomsten met de eigen cultuur; een ander deel richt zich op de persoon zelf zoals: zich leren aanpassen, zicht krijgen op eigen reacties, goede relaties kunnen leggen tot arbeid en mensen, enz. En ten slotte stelt men uiteraard ten doel gelegenheid te scheppen voor het opdoen van kennis en begrip voor de toekomstige leef- en werksituatie en voor de oriëntatie op een missionaire taak. Deze leerdoelen zijn uitgewerkt in het programma, zoals dat in het begin is geschetst. Typerend voor de Basiscursus zijn dus twee dingen: de combinatie van informatieve en vormingselementen (de zogenaamde informatie-vormings-mix) en de confrontatie — zo breed als in Nederland maar mogelijk is — met aspecten van de toekomstige situatie. Zoals gezegd, het merendeel van de cursisten heeft veel aan dit programma gehad (,.zinvolle tijd", ,,veel steun aan gehad",,,volstrekt nodig als brugfunctie"), maar er is ook een enkeling die het — op verschillende gronden —

vu-Magazine 12 (1983) 2 februari 1983

„Het intern zijn, de huisgemeenschap, speelt een belangrijke rol." Kinderen van aanstaande ontwllckelingswerkers in het Kraemer Instituut, (foto AVC-VU-Steve de Reus)

afwijst. Anderen hadden moeite met bepaalde aspecten ervan: het internzijn, de zendingsgedachte (die te veel resp. te weinig nadruk kreeg!), de lengte van de cursus, méér versus minder kennisoverdracht, enz. Er werden geen grote wijzigingen voorgesteld, geen onderdelen die geschrapt zouden moeten worden, al komt er ook een aantal kritische opmerkingen en suggesties op tafel. Merkwaardig is het overigens dat over geen van de afzonderlijke onderdelen en aspecten zo gunstig wordt geoordeeld als over de Basiscursus als totaal! De cursus is kennelijk meer dan de som van de delen! Slechts het aspect van de huisgemeenschap als zodanig heeft evenveel voorstanders ais de cursus in zijn geheel. Zou de verdienste ervan dan wellicht vooral met deze factor samenhangen? Uit het onderzoek komt ten slotte heel duidelijk naar voren wat de functie van zo'n voorbereidingsperiode is. Hij valt samen te vatten als een sluis (gelegenheid tot vergelijken en ont-leren), een proefpolder (analogie met de derdewereldsituatié, leren met het oog op de toekomst) en een laboratorium (experimenteren met ander gedrag en functioneren onder andere omstandigheden). Het is een soort totaalleerproces. Al met al een merkwaardig soort opleiding, voorlopig nog uniek in Nederland. Wel zou het gedeeltelijk verplaatsen ervan naar het gastland of -continent wellicht beter zijn, maar pogingen hiertoe zijn tot nog toe mislukt.

Zijn nu de gegevens, die mede door dit onderzoek op tafel liggen, ook van belang voor andere uitzendende instanties, of is zo'n programma daarvoor te specifiek gebonden aan de zending? Onze indruk is dat de situatie waarin westerse hulpgevers in de Derde Wereld terecht komen, ongeacht het type assistentie en ondanks alle verschillen, een reeks kenmerken gemeen hebben, waarmee bij de voorbereiding van die werkers rekening gehouden dient te worden, wil men tenminste het doel van de hulp — mensen in staat te stellen om zelf tot welzijn te komen —optimaal kunnen nastreven. In de woorden van een ex-cursist in Indonesië: ,,Je werkt hier aan processen binnen een kerk. Daar is geduld voor nodig; in zeker zin kunnen de Indonesiërs het zelf best, maar bepaalde taken ziet men nog niet zo zitten. Dat is dus een hele klus om daar als buitenstaander aan te werken. Jouw hulp is maar ten dele nuttig, en dit geldt toch ook wel voor andere vormen van hulp, die zogenaamd direct functioneler zijn. De bekende discussie over het nut van helpen. Je doet die cursus om er meteen al aan te wennen dat het mogelijk niet direkt nuttig is. Je duikt in een andere situatie: bezint eer men begint, ervaring van hindernissen, enz. Wie met een houding komt van „jongens, we gaan er even tegen aan met onze kennis" kan beter thuis blijven. Op deze wijze bereid je je echter uitstekend voor op de kostbare, kostelijke, lastige taak van helpen in de Derde Wereld." 53

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 59

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's