GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1984 - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1984 - pagina 13

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

volg een explosieve kennistoeneming, waarvan in het bijzonder de technologische en geneeskundige echo ons leven, beleven en ook sterven ingrijpend heeft veranderd. En wij zijn nog lang niet aan het eind want de mogelijkheden voor kennisverwerving en -toepassing lijken momenteel wel onbegrensd.

verwant van de mens, de vermeende uiterst primitieve werktuigen waren getoond. Het inventief bedenken en omvormend maken van accessoires van het eigen lichaam is kenmerkend voor onze soort. Met deze werden wij ,,méér mans". De ontwikkeling van deze grensverleggende prothesen is heel langzaam gegaan. Eigenlijk hebben wij pas in de laatste tientallen jaren reuzenstappen vooruit gemaakt door het ontwerpen van hulphanden (van robotmachines tot micromanipulatoren), hulphersenen (de computers: sneldenkers met enorme geheugens), hulpzintuigen (denk aan electronenmicroscopen, radar en aan de IRAS-infrarooddetectoren) en hulpcommunicatiemiddelen (wij konden zelfs de mannetjes op de maan zien en horen). Deze formidabele hulpmiddelen worden in toenemende mate door alle wetenschappen gebruikt, met als ge-

vu-Magazine 13 (1984) 1 januari 1984

Wel „méér mans", maar niet „méér mens" Maar, vragen wij ons vervolgens af, waarom zijn wij dan niet blijer? Is het soms zo dat wij allen langzamerhand aanvoelen dat er toch ergens grenzen moeten zijn, grenzen aan de groei, en dat wij ons in toenemende mate realiseren dat wij deze hier en daar al griezelig dicht hebben benaderd (denk b.v. aan euthanasie en het kweken van menselijke embryo's) of zelfs reeds duidelijk hebben overschreden (nucleaire bewapening)? Met schrik constateren wij dat er voor ons, als eersten, geen ons beveiligende natuurlijke, niet te overschrijden, grenzen (bergen, zeeën, de,,hemel") meer zijn en dat wij deze dus nu voortaan zelf moeten stellen. Maar waar behoren deze grenzen dan ,,in vredesnaam" te liggen? En welke politieke macht kan deze en dient deze dan te bewaken? Zitten wij oudere en vooral

jongere, mensen bij deze vragen niet sprakeloos, en zelfs tegenwoordig dikwijls werkeloos, met onze beperkte handen in ons korte of lange haar dat slechts boven drie pond hersenen groeit? Zouden wij er niet goed aan doen de wetenschap, en met name de natuurwetenschappen, eerst maar eens flink af te remmen of zelfs stop te zetten? Zou het niet een zegen zijn wanneer in de volgende eeuw een nieuwe Orwe//ofWux/ey terugblikkend zou kunnen schrijven dat in onze tijd het natuuronderzoek welbewust op een laag pitje werd gezet en dat de zwaartepunten van het wetenschappelijk bedrijf wijsgerig verschoven naar de belangrijke vragen van de politieke vormgeving van de maatschappij en naar de ontwikkeling van de morele waarden die de mensheid broodnodig had om uit de gerezen, iedereen benauwende, problemen te komen? Of om het nu maar meteen netjes in het Engels van de toekomstige roman samen te vatten: ,,But at this period men gave up inquiring into the works of nature, and philosophers diverted their attention to political science and to the virtues which benefit mankind". Het is de moeite waard om over de strekking van deze zin even wat langer na te denken. Niet omdat ik deze zou hebben verzonnen of zo helderziend zou zijn dat ik uit nog niet verschenen boeken kan voorlezen. Nee, want — er is niets nieuws onder de zon — deze uitspraak is een citaat uit een Engelse vertaling van een reeds meer dan 2000 jaar oud geschrift, namelijk een van de werken van Aristoteles. Het is om verschillende redenen uiterst leerzaam daarin eens te lezen. Wanneer ik dat als bioloog doe word ik er allereerst door verrast dat door hem de natuurwetenschap juist met kracht weer naar voren wordt gebracht en dat hij reeds vele moderne hoofdproblemen van mijn vak duidelijk zag, b.v. die van de erfelijkheid en van de differentiatie tijdens de embryonale ontwikkeling. Ook had hij een scherp oog voor detailproblemen zoals de vraag hoe het komt dat er jongens en meisjes worden geboren en of men dit zou kunnen beïnvloeden, en hij kende door scherpe observatie een diergedrag de, pas tegenwoordig weer de aandacht vragende, ook voor onze maatschappij belangrijke, verschijnselen van territoriumvorming en van agressie tussen soortgenoten. Kortom, de mens is in de laatste 2000 jaar, en misschien zelfs sinds de tijd van de grotten, wel „méér mans" maar niet,,méér mens" geworden. Het enige verschil vormen de accessoires.

11

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's

VU Magazine 1984 - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's