GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1984 - pagina 424

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1984 - pagina 424

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

verkoop, bij onvermogenden, van huisraad, kleêren en kindergoed; het uiteendrijven met de blanke sabel van bijeenkomsten, waarbij dikwerf mishandeling en verwonding plaatshad; de inlegering van militairen, zes, tien, twaalf en meer; de mishandelingen door het grauw; de vervolging door de plaatselijke overheden, ook in gevallen waarin de rechtbank had vrijgesproken!"

Wijk

^

Aan Zn~^Jjn ^ -wordt do» Burge^ee..

Het is nog altijd een lange reis van de randstad naar Hattem, al is de benodigde tijd om er te komen, vergeleken met 150 jaar geleden, aanzienlijk bekort: vijf kwartier met de trein, een kwartier met de bus. En ook nu is het warm op deze nazomerse dag. Te warm in ieder geval om een geconcentreerde lectuur van Brummelkamps levensbeschrijving toe te laten. Achter Hoenwaard en I Jsseldijk ligt Hattem te soezen in de zon. Op het pad langs de gemeentelijke kruidentuin en de Franse School naar de Markt is niemand te bekennen. De kerkdeuren staan open. ,,De kerk iS' heden te bezichtigen voor het publiek", staat er op een bord. Maar de animo blijkt deze maandag gering. Jammer, want het prachtige orgel aan de zijbeuk, de banken der notabelen (waarop nu het bordje ,,vrij"!), de indrukwekkende kansel en het indertijd bijna afgebroken, houtgesneden koorhek, ze zijn het bekijken meer dan waard. ,,Nee", zegt de man bij de ingang peinzend vanachter een tafel met kleurrijk propagandamateriaal, ,,krassen en beschadigingen van die 16e augustus zijn er bij mijn weten niet meer, als ze er al ooit zijn geweest. Maar 't moet er heet aan toe gegaan zijn in die tijd van Brummelkamp, dat weet ik uit overlevering. De kerk moet toen haast uitz'n voegen zijn gebarsten van al 't volk dat hier twee keer per dag naar toe kwam. Kom daar nóu eens om!" Het enige dat nog aan Brummelkamp herinnert is zijn vermelding op één van de twee houten wandborden, die de namen van alle predikanten uit het verleden van deze kerk vermeldt. Daar staat hij, bijna helemaal onderaan links: ,,1834-1835 A, Brummelkamp"; de dominee die er het kortste stond, maar er de meeste geschiedenis maakte. Naast de kerk, op de hoek van de Markt, staat het onlangs gerestaureerde stadhuis, waarin bouwstijlen uit diverse eeuwen op moderne, maar lumineuze wijze met elkaar zijn verbonden. Op de eerste etage houdt stadsarchivaris, Gerrit Kouwenhoven, verblijf. Hij wil op ons verzoek de stukken uit die tijd nog wel eens uit de kelder halen. Het openen van de dichtgestrikte leggers gebeurt met gepaste eerbied. Hierin liggen immers de authentieke, stille getuigen van een turbulente periode opgeslagen. We gaan terug in de tijd. En daarbij past een gevoel van schroom en ontzag.

Boze opzet ,,staten en billetten van de uitbetaalde Inkwartieringsgelden aan Separisten", schrijft de klerk ten stadhuize op 24 januari 1838 met zwierige letters op het bandje dat de bundel met bescheiden bijeen houdt. Opmerkelijk is dat hij de afgescheidenen aanduidt met het scheldwoord separatisten al is zijn spelling niet correct. In de kolom,,Handtekening voor kwitantie" vindt men de signaturen van Antonie Brummelkamp, van zijn 342

^elhoudeteu dezer Stad n Y/ ^ ^ ^^^

-^^.^^^

.enn. gegeven, d . . e d e n - 7 ^ ' ^ Man, N ^ -

HA.rrEM- den / » ^

Herhaalde reis naar Hattem

'.^^

£

,oornoe»d

Ter ordonniintis vm degelvt

Kennisgeving van inl^wartiering aan Brummell^amp: „opgedrongen lijfwaclit"

vader Johannes, en van een veertiental anderen, van wie sommigen de schrijfkunst niet of nauwelijks beheersen, zoals bij voorbeeld het kruisje aangeeft dat Hendrik Vedder de Weerd voor ontvangst neerzet ,,als verklarende niette kunnen tekenen". De bedragen lijken gering, maar de 63 guldens die Brummelkamp in totaal tegoed heeft voor de twee inkwartieringen die hem kort na elkaar overkomen, staan in die tijd gelijk aan een derde van een gemiddeld jaartractement. Des te schrijnender dat deze afgescheidenen pas ruim een jaar na dato dit geld krijgen uitbetaald. Boze opzet van de toenmalige Hattemse burgemeester, die de afgescheidenen nog eens extra dwars wil zitten, zo blijkt onomstotelijk uit de archiefstukken. Op 26 november 1836 begeeft bode Hendrik Jaspers zich naar de Waburg, een kleine, oude en verzakte boerenwoning aan de voet van de Hattemse Gaadsberg, waar Brummelkamp en zijn gezin een onderkomen hebben gevonden, nadat zij uit de pastorie zijn gezet. Op de kaart die de bode overhandigt wordt gemeld dat nog diezelfde dag een tiental militairen bij het gezin zullen worden ,,ingekwartierd"; officieel geen straf, maar een preventieve maatregel, om te voorkomen dat de bewoners van het bewuste pand andermaal het wetsartikel zullen overtreden dat godsdienstige bijeenkomsten van meer dan twintig personen strafbaar stelt. Dat inkwartiering echter wel degelijk als straf bedoeld en gevoeld wordt mag blijken uit het dreigement van de burgervader aan het adres van Brummelkamp dat hij bij een volgende gelegenheid hem vijftig man op zijn dak zal sturen; de helft voor hem, de andere helft voor degenen die ruimte afstaan voor dergelijke illegale kerkdiensten.

Een ouwe rot in de val En zo verschijnen die gure namiddag een sergeant, een korporaal en acht manschappen op het erf van de Waburg. ,,Als de militairen genaderd zijn en halt houden, slaat de aanvoerder aan, laat front maken en de manschappen het militair saluut geven. 'Sergeant', zegt mijn Vader, 'mag ik, eer ge binnengaat, iets zeggen?' 'Asjeblieft, mijnheer de Pastoor'. 'Manschappen, dan heb ik een woord aan u. Ik weet wat ge doen komt. Gij wordt door de Overheid gezonden; gij zijt daarvoor niet verantwoordelijk, en ik zal mij tegen het doen der Overheid niet verzetten. Maar vu-Magazine 13 (1984) 9 oktober 1 £

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's

VU Magazine 1984 - pagina 424

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1984

VU-Magazine | 536 Pagina's