GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 481

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 481

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

zelf is het niet belangrijk met welke zaken we onze tijd vullen: met slapen, reizen, weven, bankwerken, eten, vrijen of inkopen doen. Tijd die geen betekenis heeft voor het maken van onze eigen levensgeschiedenis is verknoeide tijd." Is dit nu grensverleggend, annexerend of grenzeloos kritiekloos? Misschien alle drie wel een beetje, maar mij boeit het omdat het moedig is om je zo kwetsbaar op te stellen, want dat doe je als je op die wijze hierover spreekt, en omdat het gelukkig uitgaat boven gewoon savoir vivre en bonhommie. Inklusieve gezondheidszorg Er was en is een enorme, jaarlijks toenemende, kritiek op de gezondheidszorg. Eén van de grootste bezwaren was dat de geneeskunde veel te veel accent krijgt en veel te dominant is binnen het terrein van de gezondheidszorg. Natuurlijk was de welzijnszorg ook niet volmaakt maar de geneeskunde was veel te veel omvattend, bestuurd door overgewaardeerde, veel te autoritaire figuren en gebruikt door veel te dociele, passieve figuurtjes die zichzelf patiënt noemden. De machtsstructuren waren in de zestiger jaren benauwend toegenomen, waarbij de invloedsstructuren van de geneeskunde duidelijk gestalte kregen, zelfs horizonvervuilend in kolossale gebouwen. Medische Centra genaamd. Tot in de zeventiger jaren leken de werkers in de geneeskunde evenredig meer macht te krijgen, wat uiteraard even onverteerbaar als onverantwoord was. Overigens voor de insiders (ik bedoel duidelijk de binnenzijde van de witte jas), was het allang

VU-MAGAZINE — NOVEMBER '85

.^h.

f ¥ Wet besef dat mijn Ë. Kideeën over gezondheidskunde en inklusieve gezondheidszorg in medische kringen tot nu toe nauwelijks enige weerklank hebben gevonden ontmoedigt mij niet. Niet een oppervlakkig optimisme dat snelle veranderingen verwacht drijft mij, naar de overtuiging dat er radikaal veranderd kan en moet worden.' duidelijk dat ze meer meedraaiden in het systeem dan het systeem zelf draaiende hielden. Eigenlijk was deze ontwikkeling niet verrassend: Zola vertelde het al: In de middeleeuwen heersten de mannen van de Kerk. Zij bepaalden alles, de cultuur, de kunst en de kruistochten. Na de Verlichting kwamen de mannen van de Wet en de zegeningen en rampen waren niet minder bepalend voor het leven. Nu, sinds kort (ongeveer 100 jaar?) zijn we in de moderne tijd waarin we. kennis hebben van dood en leven. Na de ontkoppeling van goed en kwaad in het Paradijs, ontkoppelden we dood en leven in deze eeuw. Enkele decennia lang had-

den de medici die kennis, en werd aan hen dus gevraagd om te bepalen wie ziek en wie gezond was. De (nieuwe) kennis hield een onteigening in om zelf als leek te bepalen en te voelen en dus te weten hoe het er voor staat; er ontstond een onmondigheid die geheel nieuw was. Ziekte en kwaal werd belangrijker dan lust en leven. Groette men elkaar vroeger, en men doet het gelukkig in ontwikkelings(!)landen nu nog, met een opgewekt 'Waar ga je heen?' of, 'Waar kom je vandaan?*, nu kijken we elkaar diep in de ogen, houden stevig de hand vast en zeggen met gepaste ernst 'Hoe gaat het?', wat een directe vraag is naar 'somatische' belevingen. Het eten van de boom der kennis van dood en leven heeft ons opgezadeld met een onrust die met moderne geneeskunde niet te bestrijden is. Kuiper schrijft over de kritiek op de gezondheidszorg, die, hoe kan het anders, vaak erg ongenuanceerd was, terwijl de kritici geen praktisch uitvoerbare alternatieven aandroegen: "Hoewel ik het met hun analyses in belangrijke mate eens ben, kan ik niet ontkennen dat ze mij ook ten dele ergeren en ontmoedigen. Bij mij blijft de boodschap achter: Er zijn geen alternatieven en vluchten kan niet meer. Ik verzet me daartegen en dat resulteert in de ontwikkeling van het concept inklusieve gezondheidszorg. " Zo eenvoudig was dat in 1974! Naar aanleiding van Boerwinkel die enkele jaren tevoren over 'inklusief denken' schreef, en de bovengenoemde ergernis en ontmoediging van Kuiper, werd de inklusieve gezondheidszorg geboren. Het inklu-

397

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 481

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's