GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 284

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 284

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veranderingen in de hedendaagse wijsbegeerte Oikwijls wordt de vraag gesteld welke wijsgerige stroming vandaag de meest belangrijke is. Men kan daarop een antwoord geven door een wat schematisch overzicht van de vele stromingen die elkaar sinds de laatste wereldoorlog opgevolgd hebben. Want de veranderingen in de hedendaagse wijsbegeert zijn vele. Oit gebeurt in onderstaand artikel. Men kan ook proberen deverschuivingen in de inhoud (het 'them a' de systematische aanpak) van de wijsbegeerte te laten zien. Oat gebeurt, in aansluiting bij onderstaand overzicht, in een volgend artikel, waar dan ook minder'beschrijving en meer positiekeuze aan bod komt. ,

prof. dr. C. A. van Peursen De eerste stroming die de aandacht trekt en die ook thans nog bij velen de

meest bekende IS, wordt gevormd Beter misdoor het existentieusme. schien nog: de existentietilosotieen, want zeer verschillende wereldbeschouwingen spelen er een rol. Er waren immers atheistische (b.v. Sartre), religieus humanistische (b.v. Jaspers), Protestanse (b v, Gusdorf, de

vroegere Ricoeur), Rooms-Katholieke (b. v Marce!) denkers onder. De existentietilosotie richtte de aandacht op het concrete, bewogen men.

selijke bestaan. 'Existentie' betekent het bestaan van de mens, in vrees en beven (Kierkegaard), in angst en beslissingen ($artre), in het uitreiken boyen persoonlijk tekort (Gusdorf), in verwachting en hoop (Marce!). De vrijheid van de mens en zijn verantwoordelijkheid voor de beslissingen die hij, telkens weer, moet nemen Cde mens is gedoemd vrij te zijn', Sartre) staan centraal. En dat terecht na een tijd van oorlogsontzetting, van de verachting van menselijke waardigheid, van uit-

zichtsloosheid

en

wanhoop.

Overigens waren er al voor de oorlog existentietilosotieen. In de vorige eeuw zelts de voorloper Kierkegaard, die in Denemarken protesteerde tegen verstarde godsdienstige vormen en tegen een wijsbegeerte die de concrete mens liet opgaan in indrukwekkende, maar lege begrippen. Heideggerschreet al in de jaren rond 1930 dat de concrete mens meer bij eigen bestaansvragen betrokken moet zijn. En Jaspers schreet toen al over de grens-

238

ervaringen van het menselijke leven, zoals schuld, angst, liJden. Na de oorlog tormuleren existentietilosoten een wijsgerig protest tegen het objectieveren, het tot object, tot ding, maken van de mens. Ook de wetenschappen beschouwen de mens te zeer als voorwerp, als te onderzoeken object. Vooral in de toneelstukken van Sartre, ook wei van Marcel, heeft dit 'existentiele appel' in brede kring invloed verworyen. De tilosotie trad hier buiten de studeerkamer en academiezalen. Inzicht in regels Zoals aan de kust golven deels over elkaar heen rollen, zo is de fenomeno/ogie de stroming die deels met, deels na de existentiefilosotie naar voren komt. Eigenlijk waren vele existentietilosoten al door de tenomenologie van de kort voor de oorlog overleden Husser/ beinvloed, zowel Heidegger, Jaspers en Sartre spreken daarvan. In Frankrijk is Mer/eau-Ponty een vertegenwoordiger van een existentietilosotie die opgegaan is in fenomenoloqre. Onder studenten was zijn tilosotie een tijdlang in de mode en spraken zij van 'faire du Merleau' wat zo ongeveer wil zeggen: in termijn en stijl van Merleau-Ponty spreken. Toch is de fenomenologie veel moeilijker toegankelijk dan de existentietilosofie. De werken van Husserl werden voor een belangrijk deel pas na de oorlog, de belangrijkste in de vijftiger jaren, uitgegeven. Maar dat is niet aileen de reden, waarom velen zich van de existentiefilosotie atkeerden en fenomenoloog werden. Aileen zich concentreren op het concrete mense ijke bestaan - ook al gingen Jaspers en zeker Heidegger in

(1

)

een moeilijke tilosotie van het Zijn daar wei boven uit - werd als te eng qezien.

onderzocht de tenomenologie niet allereerst de mens en zrjn wereld,

Zo

maar vooral de regels: welke regels zijn er in het geding als een mens zegt dat hij iets in de wereld opmerkt, ziet, bekijkt? Een van die regels blijkt dan dat men een materieel voorwerp, als een tafel, steeds binnen de beperkingen van een ruimtelijk perspectiet ziet. Nooit ziet men iets van aile kanten tegelijk en daarom blijkt de plaats en verschijning Cfenomeen') van dat voorwerp (ik zie de voorkant, niet de achterkant) terug te verwijzen naar de plaats die ik als waarnemer inneem. Deze, en vele andere, soms ingewikkelde regels, laten zien dat de verschrjnselen in de manier waarop zij zich voordoen (in hun 'hoe' zegt Husser/wei), verbonden zijn aan het act leve kijken van een subject (in dit geval de waarnemer). Daarom vraagt deze tilosotie om zeer overdacht inzicht in regels, volgens welke de dingen en gebeurtenissen zich kunnen voordoen. Daarom ook verwijdert deze filosofie zich van het klemmende appet van existentietilosofen die over het menselijke bestaan in vrijheid, angst en hoop spreken. Analyse van taalgebruik Is het spreken over het inzicht, over de plaats van een subject, en nog meer over existentie en hoop niet erg subjectief en al te onwetenschappelijk? Filosotie als appel is toch nauwelijks wetenschappelijk te noemen. Het is eigenlijk taal zonder echte betekenis, zinloos taalgebruik. aldus ook al weer voor de oorlog sommige vertegenwoordigers van het /ogisch positivisme (ook wei neopositivisme genoemd): aileen de positieve beweringen tellen mee, want men moet iets ondubbelzinnig kunnen vaststellen. Deze gedachtengang bleek van belang voor de wetenschappen, want hoe kan men anders wetenschap van

kwasi-wetenschap onderscheiden? Een voortzetting yond deze stroming in de taalanalytrsche filosofie. Als reactie op het accent op de persoonlijke beleving Wilden velen een veel meer objectieve en zakelijke analyse. Geen analyse van existentie of van

VU.Magazlne

14(1984)6IUnI1985

c ý

( ý

t

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 284

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's