GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 405

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 405

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pauline Naber gedurende een schooljaar twee klassen van eerdergenoemde school in Zaandam. Een tweeledig doel werd beoogd: het zoeken van interview-kandidaten en het opbouwen van een vertrouwensrelatie. Pauline Naber: „Je komt meisjes niet op straat tegen. Als je ze benadert via jeugd-en jongerenwerk krijg je een hele selectieve groep. Ik wilde bovendien op eigen initiatief kontakten leggen en niet via volwassenen, omdat volwassenen voor veel jongeren een funktie vervullen als opvoeder en als iemand die kan moraliseren. Ik wilde voorkomen dat ik op die manier zou worden waargenomen. Als de meisjes in een interview zouden toestemmen, wilde ik dat ze dat deden omdat ze mij zagen zitten en niet omdat de lerares had gezegd dat het goed was om met mij te praten. Er moet op een bepaalde manier iets klikken willen mensen bereid zijn iets over zichzelf te vertellen. Tijdens het optrekken met elkaar konden ze een beetje zien wie ik was: hoe praat ze, hoe loopt ze, hoe gedraagt ze zich. Maar vooral ook: wat doet ze met de informatie die we geven?" Docenten-wc De omgang met leraressen op school leverde ook enkele malen moeilijkheden op omdat de loyaliteit van Pauline Naber in eerste instantie bij de meisjes lag, terwijl zij qua leeftijd en maatschappelijke positie meer tot de groep leraressen behoorde. „Het paradoxale gegeven doet zich voor dat na aanvankelijke acceptatie in toenemende mate een distantie ten opzichte van de docenten gezocht wordt naarmate de kontakten met de meisjes zich verder ontwikkelen'", schrijft Pauline Naber in haar boek. „Het is ook noodzakelijk vanwege het beeld dat de leerlingen van de koffiekamer hebben: het domein van de docenten waar over hen gekletst wordt." "Aanvankelijk was dat heel raar", vertelt bij de snackbar.

ze verder, „om je als volwassene tussen de leerlingen te begeven. Zij waren overigens net zo onzeker als ik, of omgekeerd. Zo bemerkte ik zelf hoe lastig het is het schoolplein over te lopen als daar groepjes jongens staan die opmerkingen maken." Pauline Naber is vrij klein van gestalte en viel daarom nauwelijks op tussen de leerlingen. „De docenten hebben me ook wel eens aangezien voor een leerling. Ze stuurden me bij voorbeeld een keer van de docenten-wc." Het onderzoek bleef niet beperkt tot het houden van interviews. Pauline Naber trok ook met de meisjes op in hun vrije tijd. Ze sprak bij voorbeeld met vriendinnen van de leerlingen, bezocht discotheken en snackbars en ging mee winkelen. „Maar ik ben nooit naar een disco gegaan als ze mij mij niet meenamen. Het zou dan net lijken of ik kwam observeren. Bovendien kon ik de informatie die ik zó kreeg moeilijker plaatsen dan wanneer ik,er met ze over praatte. Vragen als: 'waarom ga je hier zitten en niet bij je vriendin?' waren vaak essentieel voor dit onderzoek." De namen van de meisjes in het boek zijn veranderd. Toch zijn enkele situaties zo specifiek dat ze voor bekenden (redelijk makkelijk) te herleiden zijn tot de 'juiste' persoon. Publikatie nu levert wat dat betreft geen gevaar meer op — in een geval van een geheime verkering bleek het meisje inmiddels met de bewuste geliefde getrouwd te zijn — omdat de interviews enkele jaren geleden plaatsvonden. Op het moment van interviewen was het voor de meisjes echter van het grootste belang dat Pauline Naber de informatie niet doorvertelde. Dat deed ze dan ook niet. 'Naam' De conclusies die uit het onderzoek kunnen worden getrokken wijzen op een grote kloof tussen de wereld van jongens en de wereld van meisjes. De geïnterviewden wa-

ren in de tijd van het onderzoek — 1980 — tussen de 14 en 18 jaar. Pauline Naber concludeert dat de vrijheid van meisjes om hun eigen "cultuur" te creëren in feite zeer gering is en wordt ingeperkt door de ruimte die de jongens innemen. De vrijheid van de een blijkt de onvrijheid van de ander. Zo worden veel publieke ruimtes bepaald door de constante aanwezigheid van jongens, en mogen meisjes de ruimte opvullen die de jongens openlaten. Pauline Naber: ",Het is eigenlijk geen wonder dat meisjes in het gewone jeugdonderzoek niet zichtbaar zijn, omdat dat door jongens gedomineerde groepen zijn. Wil je meisjes zichtbaar maken, dan moet je alleen met hén kontakten leggen. Zo maak je hun netwerk van relaties zichtbaar. Ik concludeer dat meisjes in hun vriendinschap niet alleen gedomineerd worden door jongens, maar ook door de ideeën die er bestaan over de vanzelfsprekendheid van een later huwelijk. Een perspectief dat nu al z'n schaduwen vooruitwerpt. Op het moment dat ze een vaste verkering krijgen, schuiven ze hun vriendin naar de zijlijn. Ook in seksueel opzicht worden ze onderdrukt. Niet alleen in de meest letterlijke zin door hun relaties met jongens, maar tevens omdat de ruimte buiten de beslotenheid van het huwelijk er niet is; er is een constante dreiging een 'naam'te krijgen." Deze conclusie is vooral zo triest, meent Pauline Naber, omdat meisjes van een jaar of zestien op een leeftijd komen waarop ze zich ook buiten het ouderlijk huis gaan begeven. Daar buiten stuiten ze echter weer op nieuwe beperkingen. Grieten en gosers Marieke heeft d'r vorige verkering uitgemaakt omdat het te vast werd: Ik kon niks meer doen, moest het aan hem vragen. Als ik een keer met m'n vriendin... die zag ik natuurlijk ook de hele week niet, omdat we op een andere school zitten... zeg ik: ja, ik ga vrijdagavond naar de koopavond in Purmerend, vind je dat goed? zegt ie: Ja, dat is goed. En de volgende avond zegt ie: dat flik je niet meer hè, om naar die koopavond te gaan. Nou van die rare dingen, net of hij de baas over mij was. Ook Janneke kreeg het benauwd: Ik zeg, ik moet bij jou komen staan, jij komt niet bij mij staan. Zegt ie: ja, je denkt zeker dat, als jij bij al die grieten staat, dat ik bij jou kom staan. Ik zeg: ik moet wel bij jou komen staan met al die gosers. Ik zeg: van mij hoeft het niet Hij zegt: van mij ook niet. Uit de twee verhalen van Marieke en Janneke blijkt dat ze niet altijd over zich heen laten lopen, en een verkering ook wel eens verbreken als ze te veel in hun bewegingsvrijheid worden beperkt. „Het is inderdaad

335

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 405

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's