GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 426

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 426

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

H

et doorbreken van de stammen-autonomie in de Kempen, een streek die deel uitmaakt van het MaasDemer-Scheldegebied is, na de Bataafse opstand van 70, door de Romeinen bewust opgezet om de bevolking voor eens en voor al onder de duim te krijgen. Deze de-tribalisering werd gerealiseerd door de oude verbanden en organisatievormen te ondermijnen, die nog werden gedomineerd door principes van leeftijd, geslacht en verwantschap. De 'tribale' elites liet men echter zoveel mogelijk in tact. Deze werden betrokken in de bestuurlijke organisatie van de civitas, het district. Zo'n dorpshoofd behield z'n traditionele rechten, zoals de eigendom van het platteland, en verkreeg daarbovenop alleszins eervolle burgerrechten.

Een 'coupe' (dwandoorsnede) van een i paalkuil. Het donka \ gekleurde gedeelle \ geeft aan waar ooil I één van de palen I heeft gestaan die, \ aan het begin van on-1 ze jaartelling, hel | dak van een inheem-\ se boerderij droegen I

Slofstra spreekt hier van een Romeinse succesformule; men maakte de traditionele elite tot een nieuwe, maar dan één van grootgrondbezitters. De bewoner van de Hoogeloonse villa heeft daar vrijwel zeker toe behoord, evenals die van vergelijkbare villa's uit die tijd. Een indirecte maar bijzonder stevige greep van de Romeinen op de inheemse bevolking was het bewust nagestreefde effect. De afhankelijkheid van de dorpsbewoners ten opzichte van de hoofdman, aan wie men verplichtingen had, maar die ook een beschermende en bemiddelende rol vervulde, zorgde daarvoor.

Saté- en andere plastic hakjes doen dienst om de talrijke kleinere vondsten te bergen (A VC/VU)

geromaniseerde nederzetting bij Hoogeloon en haar wijde omgeving. Het blijkt een theorie die tot veel meer in staat is dan het scheppen van een statisch beeld van dit dorp op één bepaald moment. Deze blijkt ook de mogelijkheid te bieden om het ontwikkelingsproces en de dynamiek van deze nederzetting vrij nauwkeurig te volgen.

Het Kempenproject De opgravingen in Hoogeloon staan niet op zichzelf. Ze maken deel uit van het Kempenproject; een regionaal, grootschalig opgezet onderzoek waarin, naast het Archeologisch Instituut van de VU, ook het Albert Egges van Giffen Instituut voor Prae- en Protohistorie (IPP) van de Universiteit van Amsterdam en de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) te Amersfoort deelnemen. Het totale project omvat opgravingen bij Bladel, Dommelen, Bergeijk, Riethoven en Hoogeloon. Gezamenlijk bestrijken deze opgravingen zowel de prehistorische ijzer- en de Romeinse tijd, als de Middeleeuwen. Deze min of meer gelijktijdig lopende onderzoekingen maken het mogelijk om een vergelijking te maken tussen de perioden waarin de Kempen te maken kregen met staatsvormingsprocessen: het opnemen van deze streek in grotere staatsverbanden. Dergelijke ontwikkelingen deden zich voor bij de inlijving bij het Romeinse en het Frankische rijk en later bij het hertogdom Brabant, Deze opzet betekent dat de samenwerkende archeologen niet zozeer naar afzonderlijke oudheidkundige vondsten op zoek zijn, maar dat zij — in een breder verband — de ontwikkelingen van vroegere nederzettingen en hun bewoners, vóór, tijdens en na deze integratiepro-

346

T

erwijl, toen Slofstra deze theorie in 1982 neerschreef, dit verhaal nog grotendeels op onbewezen stellingen berustte, lijken de resultaten van de recente opgravingen de juistheid van deze visie te bevestigen. In de eerste plaats omdat het bewijs inmiddels geleverd is dat de eigenaar van de villa geen Romein maar een inheems dorpshoofd was. In de tweede plaats omdat nu vaststaat dat villa èn inheemse bebouwing daaromheen, gelijktijdig aanwezig zijn geweest. En uit dat feit leiden de archeologen af dat er van afhankelijkheisrelaties sprake is geweest.

cessen, willen bestuderen. Uiteindelijk doel daarvan is de 'bewoningsgeschiedenis' van de Brabantse Kempen in de tijd te schetsen. Het Kempenproject wijkt daarmee nogal af van wat gangbaar is in de archeologische wereld. Theorie- en modelvorming, waarvan in dit project uitvoerig gebruik wordt gemaakt, is in de ogen van veel traditionele archeologen nog altijd modieuze poespas. Maar alleen door deze gedegen benaderingswijze kunnen de pretenties van het Kempenproject worden waargemaakt. In de Kempen zelf worden de opgravingen met grote belangstelling gevolgd. Tal van jonge amateur-archeologen — waaraan de Kempen kennelijk even rijk zijn als aan oudheidkundige bodemschatten — namen enthousiast deel aan het project. Een tikkeltje argwaan kan die nieuwsgierigheid wellicht ook wel verklaren. Aanvankelijk hebben veel Kempenaren het gevoel gehad: 'wat moeten die grootsteedse snuiters van boven de rivieren hier? Wat rommelen ze in onze grond? En waar blijven al de vondsten?' Dat wantrouwen is wel wat afgenomen in de loop van de jaren die de opgravingen nu al duren. Niet in de laatste plaats door de openheid en het geduld waarmee de onderzoekers belangstellende bezoekers van de opgraving ontvangen en rondleiden. De verslaggeving van de onderzoeksresultaten aan de inwoners, in dit geval van Hoogeloon en omstreken, heeft, aldus projectleider Slofstra, dan ook steeds de allerhoogste prioriteit. En dat betekent dat Slofstra, daags nadat de opgraving werd gesloten, al verslag uitbracht van de eerste resultaten in het dorpshuis van Hoogeloon. D

Van alle vondsten zoals hier: glassche-Ë ven, dakpanfragmeim ten en stukjes aarém werk — wordt zotM vuldig geregistreeii waar en hoe ze zi/'l gevonden

VU-magazine 14e jaargang nr. 9 oktober 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 426

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's