GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 424

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 424

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

mensklassen zijn hiervan het slachtoffer. In Zweden wordt onderzocht of het in bepaalde gevallen nodig is om bij zwangere vrouwen dergelijke tekorten aan te vullen. In 1984 werden in het stadje Soderhamm zwangere vrouwen met een zinktekort behandeld door hen een extra dosis van dit metaal toe te dienen. Het aantal miskramen daalde vervolgens. Al een tiental jaren is bekend dat de werking van verschillende spoorelementen sterk met elkaar samenhangt. Zink en koper zijn eikaars tegenhangers. Meer zink in het lichaam betekent minder koper. Koper verhoogt op zijn beurt echter de giftige werking van cadmium. En cadmium in het lichaam vermindert weer de opname van zink. Inmiddels zijn tientallen van dit soort wisselwerkingen bekend. De spoorelementen vormen met elkaar een subtiel systeem. In gevarieerd en hoogwaardig voedsel vindt het lichaam de verschillende stoffen in de juiste,verhouding. Het lichaam is van nature in staat hiermee het evenwicht tussen de verschillende spoorelementen te bewaren. In brochures en voorlichtingscampagnes wordt de bevolking tegenwoordig geleerd om goed en veelzijdig te eten. De 'schijf van vier' komt op elke school aan de orde. Sommige wetenschappers menen echter dat er meer moet veranderen dan alleen de eetgewoontes. Volgens hen is het rond de spoorelementen ingewikkelder dan medici en overheid willen geloven. Zij menen dat het gezonde evenwicht van spoorelementen bij bepaalde mensen verstoord is onder invloed van medicijnen en de chemische verontreiniging van het milieu. Volgens hen begint zich langzaamaan een epidemie te ontwikkelen.

E

en Britse onderzoeksgroep heeft de invloed van de anti-conceptiepil op de zinkhuishouding onderzocht. Bij gebruik van de 'pil' daalt de hoeveelheid zink in het bloed. Vrouwen die een kind krijgen, kort nadat ze met de pil zijn gestopt, lopen daardoor een verhoogd risico op afwijkingen bij hun baby, zo menen de onderzoekers. Er zijn aanwijzingen dat de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van een kind kan worden gestoord door zinkgebrek bij de moeder of de vader. Het is niet ondenkbaar dat hierdoor ook de zinkhuishouding van het kind grondig ontregeld raakt. Sommige onderzoekers menen dat het kind verkeerd 'geprogrammeerd' wordt wanneer vader of moeder een verstoorde zinkhuishouding vertoont. De ouders zouden in dat geval het eigen zinktekort overdragen op het lichaam van hun kind. Dat lichaam weet dan niet beter dan dat het zo hoort. Een van de aanhangers van deze theorie is dr. Ellen Grant. In Groot-Brittannië doet zij onderzoek naar het verband tussen woordblindheid en zinkgebrek. Zij onderzocht

374

In deze Chileense mijn bevond zich teveel mangaan waardoor de mijnwerkers verschijnselen van mangaan-gekheid gingen vertonen

woordblinde jongens op de school van haar zoon. De onderzochte kinderen vertoonden allen een groot tekort aan zink, dat opvallend groter was dan dat van de broertjes en zusjes die niet aan woordblindheid leden. De toename van woordblindheid die volgens dr. Grant op dit moment aan de orde zou zijn, wijdt zij onder meer aan het gebruik van anti-conceptiepil. "Als toe niet snel ophouden met die pil, is het te laat!", waarschuwt deze onderzoekster. Op onderzoeker van deze aard wordt door de medische wereld tamelijk sceptisch gereageerd. Volgens dr. W. de Jong is weinig bewezen over deze verstrekkende gevolgen van zink-tekorten. Hij kan zich kwaad maken op onderzoekers die stellige beweringen doen in die richting: "Als dit allemaal zo is, dan moet er toch een eenvoudige suggestie zijn om het probleem op te lossen. Elk weldenkend mens zou dat zeggen." De Jong vindt het een slechte zaak dat de indruk nu al jaren gewekt wordt dat belangrijke kennis over de gezondheid van miljoenen mensen niet gebruikt wordt: "Ik wil weten of het waar is. Men moet niet met stellingen of beweringen schermen, maar gewoon met een voorstel komen voor een onderzoek of experiment om het te bewijzen." Hij is van mening dat de onderzoekers zelf met hardere bewijzen moeten komen. De relatie tussen een oorzaak en een gevolg wordt volgens hem maar al te makkelijk gelegd.

B

egin september werd in Amsterdam het derde internationale symposium over spoorelementen en gezondheid gehouden, dat vooral veel buitenlandse belangstelling trok. In eigen land bleek de interesse voor dit onderwerp, net als de vori-

ge keren, minimaal. Dr. Copius Peereboom is mede-organisator van dit tweejaarlijkse congres. "Met de belangstelling uit Nederland is het droevig gesteld", constateert hij. "Er groeit een enorme kloof tussen waar men in het buitenland mee bezig is en wat men in Nederland meent te kunnen doen." De oorzaak van de Nederlandse houding is niet eenvoudig te begrijpen. Eén van de oorzaken is volgens Copius Peereboom de geringe onderzoeksactiviteit op dit gebied; "Eigenlijk ligt dat hele gebied hier braak. Daarbij komt dat de kennis van spoorelementen bij Nederlandse artsen uiterst gering of niet aanwezig is. In de Nederlandse artsenwereld heerst een soort dogma, datje bij een normale, gevarieerde voeding voldoende vitamines en spoorelementen binnenkrijgt. Dit is gewoon aantoonbaar onjuist, maar het is nog steeds de heersende mening. Je kunt uitrekenen dat je bij normale, maar geringe voeding niet de hoeveelheden spoorelementen binnenkrijgt die je nodig hebt." De Nederlandse geneeskunde bevindt zich in een vicieuze cirkel, aldus Copius Peereboom. Kennis over spoorelementen is nauwelijks aanwezig, als gevolg waarvan er ook geen belangstelling is voor onderzoek op dit gebied. En omdat er geen onderzoek verricht wordt, neemt niemand het onderwerp serieus en blijft de kennis ook gering. Copius Peereboom geeft toe dat het onderwerp spoorelementen voor 'alternatief' wordt aangezien. Volgens hem ten onrechte: "Er is niets alternatiefs aan. Dit is zuivere, keiharde wetenschap" In het buitenland worden publicaties over het onderwerp zonder mankeren in de wetenschappelijke vakbladen opgenomen. Kritiek op het onderzoek naar de werking

vu MAGAZINE - NOVEMBER 1986

^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 424

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's