GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 163

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 163

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

en glorie, waardoor er onoordeelkundige restauraties kunnen plaatshebben. De Grieken hebben er op gewezen dat in het verleden ook in hun land sprake was van een dergelijk gevaar, maar dat Griekenland nu een stabiele democratie is. Een land dat bij voorbeeld lid is van de Europese Gemeenschap en dat zegt zoveel over te hebben voor het thuisbrengen van de historische erfenis dat men de hoge kosten voor restauratie en bescherming van de 'Elgin Marbles' graag wil opbrengen. De geëmotioneerde oproep van Melina Mercouri om Griekenland zijn culturele en historische erfenis terug te geven bracht bij velen gedeeltelijk sympatiserende en gedeeltelijk gegeneerde reacties teweeg. Haar ongebreideld enthousiasme voor het nieuwe en het oude Griekenland en het pleidooi om de 'Elgin Marbles' te retourneren, dat zo af en toe met tranen op het gelaat werd uitgesproken, maakte mensen aan het lachen, ledereen weet dat de teruggave van de stenen niet een zaak van tranen is, maar van lang en hard onderhandelen. Inmiddels heeft de Unesco zich opgeworpen als pleitbezorger van de Grieken. Deze organisatie bemiddelt tussen Engeland en Griekenland. Directe teruggave is nog niet in zicht, maar waar gepraat wordt is een kans.

H

et is misschien goed op dit punt even terug te kijken. Hoe zijn de 'Elgin Marbles' eigenlijk in Engeland terecht gekomen en wat is er in al die eeuwen met de Arcropolis gebeurd? Zoals vele Griekse steden in de oudheid, had Athene een versterkte heuvel waarop zich tempels bevonden. De acropolis, zoals zo'n heuvel genoemd werd, was een voornaam punt van de stad. Op de acropolis van Athene werden twee belangrijke tempels opgericht, het Parthenon, gewijd aan de patrones van de stad Athene, en het Erechtheion met zijn kenmerkende pilaren in de vorm van vrouwenfiguren. Daarnaast stonden er ook andere gebouwen op de klassieke Acropolis. Met de ondergang van de klassieke beschaving en de vestiging van het Christendom in Europa, onderging de Acropolis een verandering. De tempels werden kerken, het Parthenon werd aan de heilige maagd Maria gewijd. Athene was een provinciestad in een uithoek van de wereld toen ridders op kruistocht er in 1204 neerstreken. Frankische edelen zouden tweëeneenhalve eeuw in de stad blijven hangen. Zij maakten van de Acropolis een middeleeuws fort en bouwden onder andere een hoge toren. In de eerste helft van de vijftiende eeuw bezocht Cyriacus van Ancona de stad Athene. Hij kan gezien worden als een voorloper van de humanisten en hij had belangstelling voor het verleden van Athene. Over het Parthenon sprak hij niet als de kerk van

VU-MAGAZINE — APRIL 1986

De Acropolis in Athene Maria, maar als '... de tempel van Pallas, het meesterwerk van Phidia'. Cyriacus heeft de oudste ons bekende tekening van het Parthenon gemaakt. De tekening werd later gecopieerd en diende als voorbeeld van hoe een klassiek bouwwerk er uit diende te zien, maar van een grote invloed of een toenemende belangstelling voor de oudheden in Athene kan niet gesproken worden. De belangstelling die Cyriacus var Ancona opbracht voor de Acropolis bleei een op zichzelfstaand geval. In 1458 werd Athene door de Turken veroverd en werd het Parthenon een moskee. Op het dak verscheen een minaret. Pas in de zeventiende eeuw kwamen er weer meer reizigers uit Europa naar Athene. Sommigen van hèn waren geraakt door de Renaissance en zij hadden belangstelling voor de resten van het klassiek verleden van de stad. Voor zij echter tot conservering van die resten of roof ervan konden overgaan gebeurde er iets vreselijks. In september 1687 vielen huurtroepen onder leiding van een Venetiër de stad aan. Zij belegerden de Acropolis. De Turken waren niet van plan zich zonder slag of stoot over te geven en braken een gedeelte van het Niké-tempeltje, dat tegen de muren van de Acropolis aan gebouwd is, af, om de heuvel verder te versterken. In het Parthenon sloegen zij voldoende kruit op om een langdurige belegering militair te kunnen doorstaan. Wat gebeurde was te voorspellen: de tempel van Athene werd geraakt door een kanonskogel en vloog grotendeels in de lucht.

Y

anaf het midden van de achttiende eeuw was er in Europa onder invloed van de Verlichting sprake van een hernieuwde belangstelling voor de klassieke oudheid. Johann Joachim Winckelmann publiceerde zijn 'Geschichte der Kunst des Altertums'. Hij riep daarin op om de volmaaktheid van de klassieke bouwkunst in de moderne tijd te evenaren. Ook al bedoelde hij met evenaren misschien niet copiëren, het is duidelijk dat studie van een belangrijk klassiek bouwwerk als het Parthenon onderdeel ging uitmaken van de studie van de bouwkunst.

Er zijn uit de achttiende eeuw verschillende beschrijvingen van de gebouwen van de Acropolis overgebleven. Helaas kwam niet iedereen alleen om te kijken. Er heerste ook een ware antiek-verzamelwoede. Een van de fanatieke verzamelaars. Lord Elgin, wist in 1799 permissie te krijgen van de heersende Turkse sultan om steigers tegen de muren van het Parthenon te bouwen. Hij mocht copiën maken van belangrijke beeldhouwwerken en mocht in voorkomende gevallen stenen met inscripties of figuren meenemen. Vooral van deze laatste mogelijkheid heeft de Schotse lord gebruik gemaakt. Zo werden met name de versieringen aan de rand van de tempel, boven de pilaren weggehaald. Via een omweg bereikten de stenen Engeland en werden daar de 'Elgin Marbles" genoemd. Niet iedereen was in die tijd te spreken over de actie van Lord Elgin. „Wat de goden niet gedaan hebben, hebben de Schotten bewerkstelligd" riep de romantische dichter Lord Byron uit toen hij in 1809 een

149

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 163

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's