GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 33

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 33

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

teerd; het gat wordt bij SAS door Duitse reservisten opgevuld. Nederland hoeft dus geen 10 brigades meer te leveren in crisistijd en kan zich beperken tot het goedkopere beveiligen van het achterland. Dat zou de kosten voor de extra brigade (450 miljoen investeringen en 150 miljoen jaarlijks) moeten compenseren. De modellen benadrukken de landverdediging. In alle modellen is de noodzaak van luchtmacht beperkt. Afheldt denkt die in het geheel niet nodig te hebben. Hij meent, dat een eigen luchtmacht altijd vliegvelden en faciliteiten nodig heeft, die als doelwit zouden dienen voor een vijandelijke aanval. Afheldt wenst absoluut geen doelen te bieden en kan dan schieten op alles wat in de lucht beweegt. SAS neemt wel een luchtmacht in de plannen op, maar slechts vliegtuigen die vijandelijke toestellen onderscheppen en uitschakelen. Het interceptorvliegtuig zal zo moeten worden ontworpen, dat het van kleine, eenvoudig aan te leggen bases kan opstijgen, opdat het aantal doelen weer zo . groot wordt, dat uitschakelen onbegonnen werk is en schade gemakkelijk is te herstellen. Zolang een optimaal vliegtuig niet bestaat, zal men het moeten doen met de beschikbare. De marine komt weinig aan de orde. SAS noemt de kustbescherming door mijnen, kustbatterijen en snelle aanvalsvliegtuigen (hier dus toch nog een vliegtuig!). Zeevarende naties als de Nederlandse en de Britten zouden dan verantwoordelijk moeten zijn voor de zeeën, in het bijzonder de Noordzee. Wereldmacht Amerika zou de oceanen voor haar rekening moeten nemen. Dat doet ze uit eigenbelang toch al. Ten slotte de bescherming van de burgerbevolking. De drie behandelde auteurs betogen, dat het onmogelijk is die afdoende te beschermen — ook de huidige NAVO planning kan dit niet. Het beste lijkt om de steden niet te verdedigen, zodat ze ook niet onder vuur genomen worden. De gebieden tussen de steden zijn voldoende om hun defensie door te voeren. Voor de steden kan men een beroep doen op het internationale recht, dat het aanvallen en bombarderen van onverdedigde steden en dorpen verbiedt. Het is dan ook goed beleid dat recht

te versterken, door zich te houden aan letter en geest van verdragen en door bestaande verdragen uit te breiden. Vergelijking van de modellen Door het voorafgaande zijn de overeenkomsten en de verschillen tussen de drie modellen in grote trekken aangegeven. Er is nog wel iets aan toe te voegen. De benodigde mankracht bij voorbeeld is in de modellen verschillend. Afheldt heeft een gevechtssterkte nodig van 940.000. Hannig gebruikt 85.000 voor zijn artillerie, 100.000 voor de bevelling van het achterland en 300.000 voor de ondersteuning. SAS gebruikt 600.000 voor de landstrijdkrachten, waarvan 250.000 parate troepen (met inbegrip van logistiek); voorts 180.000 voor marine, luchtmacht en centrale ondersteuning; in totaal 780.000. De drie totalen zijn dus 940, 485 en 780 duizend. Deze getallen zijn echter niet goed te vergelijken, omdat Afheldt berekent wat nodig zou zijn voor een puur Duitse defensie van de Bondsrepubliek, terwijl de anderen slechts kijken naar een Duitse bijdrage. Afheldt en Hannig negeren de marine en de luchtmacht in hun berekeningen. De modellen verschillen ook in het percentage van de totale strijdkrachten, dat daadwerkelijk aan de gevechten deelneemt. Bij Hannig is dat klein en van dezelfde orde als momenteel bij de NAVO-troepen, 10 tot 20 %. Bij Afheldt kunnen praktisch alle manschappen vechten, omdat door de eenvoudige logistiek en de eenvoudige opdrachten weinig mankracht op gaat aan ondersteuning, verbinding en het bevel voeren. SAS komt op een waarde tussen beide in; ook hier spaart de eenvoud geld, maar onder andere voor het pantser is wel degelijk ondersteuning van reparatie- en andere eenheden nodig. Interessant is een vergelijking van de modellen in het werkelijke gevecht. Dat is gedaan met uitvoerige computer natbootsingen door een onderzoeksgroep van de Hogeschool voor de Bundeswehr in München. Men stopte een zeer nauwkeurige beschrijving van een paar Duitse grensgebieden in hun computer (hoogten tot op 10 cm nauwkeurig!) en gingen na hoe individuele Sovjet-tanks door de defensiesystemen werden opgevangen. De tekening rechtsboven geeft een indruk van de uitkomst. Men ziet

DRAAIENDE TV CAMERA

MORTIER VOERTUIGEN

Waarneming van een vijandelijke eenheid, commandopost en afvuurinrichtingen zijn gescheiden

VU-MAGAZINE — JANUARI 1986

150r

VEREISTE OPERATIONELE DIEPTE Q

KOSTEN

100 40

50

- 20

AFMELDT

SAS CAVALERIE

TOEKOMST IG BUNDESWEHR

Het stuklopen vem een offensief V8ui drie achtereenvolgende versterkte, gemobiliseerde Soyjet-regimenten op de (Duitse) NAVO defensie. op de linkeras de diepte, die nodig is om een offensief met drie achtereenvolgende Sovjet-regimenten te laten stranden (d.w.z. terug te brengen tot minder dan, zeg, 40 % van de sterkte). Bovendien ziet men op de rechteras een indicatie van de kosten van de voorstellen. De berekeningen betreffen die van Afheldt, maar dan zonder de dure raketten voor de langere afstand, die van een pantserregiment (brandweer) van SAS en die van een van de toekomstplannen van de Duitse landmacht. In elk van de gevallen is er rekening mee gehouden, dat de vijand zijn taktiek en uitrusting aanpast aan de structuur van de verdediging. Computer simulaties zijn slechts berekeningen op plaatselijk niveau, ter grootte van een vak van SAS. Ze geven geen beeld van een situatie, waarin de wisselwerking tussen de verschillende onderdelen van een systeem (zoals vangnet en brandweer) optimaal worden benut. Desondanks kan men de conclusie trekken, dat de effectiviteit van SAS niet onder doet voor die van de Bundeswehr, zodat andere politieke en militaire argumenten de doorslag zullen geven. De rol van nieuwe technologie in de voorstellen is verschillend. Afheldt vertrouwt op het beschikbaar komen van precisie raketten voor de langere afstand. Hannig heeft nog niet bestaande raketten nodig met precisie geleiding op afstanden tot 200 km. SAS kan uitgevoerd worden met de bestaande technologie, maar heeft wel een verlanglijstje. Daar staat op; betere mijnen; een raket die een glasfiberverbinding heeft met het geschut, waardoor de schutter als het ware vanaf de raket naar het doel kan kijken; voorts een automatisch kanon met een kaliber van 60 tot 75 mm, bruikbaar tegen helicopters, tegen infanterie en zelfs tegen zwaarder pantser op korte afstand. Belangrijk is dat een nieuwe doctrine zoals defensie zonder provocatie ook een nieuwe richting geeft aan militaire research. Dat onderzoek zou niet leiden tot nieuwe destabiliserende ontwikkelingen, maar integendeel de wapenwedloop ombuigen en op de duur capaciteit vrij maken voor civiel gebruik. • 31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 33

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's