GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 384

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 384

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

an alle levende wezens op aarde behoort ten minste vijfentachtig procent tot de klasse der insekten. Niet alleen in absolute zin zijn deze diertjes het meest talrijk, ook de variatie en het aantal soorten waarin insekten zijn onder te verdelen is veruit het grootste binnen het gehele dierenrijk. De belangstelling van de mens voor het insekt staat daarmee in geen verhouding. Wie wel eens een dierentuin bezoekt zal merken dat de meeste interesse uitgaat naar de zoogdieren; de groep dus, waartoe de bezoekers zelf behoren. En nergens wordt heviger gegriezeld dan in het insektenhuis van, bij voorbeeld, Artis. Nauwelijks één op de drieduizend bezoekers van dierentuinen blijkt speciaal voor de insekten naar de diergaarde gekomen, zo hebben biologen proefondervindelijk vastgesteld. Bij de uitgang blijkt dan gemiddeld toch nog een kwart daar-

V

beeld het eten en gegeten worden helpen zij het evenwicht in de natuur te bewaren. Daarnaast zijn het de insekten die de voor de plantenwereld onmisbare bestuiving verzorgen. Het lijkt dus hoog tijd voor een grondige herwaardering van het insekt. n eerste oogopslag lijkt uitroeiing van deze diergroep vooralsnog onwaarschijnlijk. Insekten bevolkten de aarde lang voordat de eerste aap rechtop liep. En ze zullen er misschien nog zijn, lang nadat de kroon der schepping aan het eigen vernuft zal zijn bezweken. Niet alleen de omvang van, en de enorme verscheidenheid binnen de insektenwereld maken dat waarschijnlijk, ook de aanpassingsmogelijkheden die deze diersoort kenmerken zullen daaraan debet zijn. Want insekten worden beschouwd als aanpassers bij uitstek, hetgeen hun overlevingskansen, als geheel al-

Ï

De sabelsprinkhaan is een bekende verschijning in ons land; een echte planteneter die met z'n heldergroene kleur moeilijk waarneembaar is voor eventuele vijanden. Op de detailopname is de kop met antennes en facetogen en de aanhechting van de poten aan het borststuk goed te zien

van tijdens het bezoek met deze beestjes in aanraking gekomen, zij het in veruit de meeste gevallen met de hinderlijke, vrij rondvliegende soorten: stekende muggen en wespen rond het gebak. Vlooienpoeder, muggenolie, vliegenmeppers, DDT en spuitbussen; afgezien van de nuttige honingbij, de nijvere zijderups en de vanwege zijn exotische pracht veelbezongen vlinder, heeft het insekt in het algemeen niet de warme sympathie van de menselijke soort, zelfs niet van de leden daarvan die zich intensief met natuurbescherming bezighouden. En dat is — om meerdere redenen — zeer spijtig. Talloze insektesoorten worden, mede door menselijk toedoen, met uitroeiing bedreigd. Slechts zeer weinigen bekommeren zich daarom. Insekten worden in het algemeen vooral als schadelijk beschouwd. Want ze zijn hinderlijk, brengen ziekten over, vernielen oogst en voorraden, zo redeneert men. Ten dele is dat waar. Insektenplagen, die schade aan economie en volksgezondheid kunnen toebrengen, zijn echter vaak een teken dat het natuurlijk evenwicht uit balans geraakt is; symptomen dus van dieper liggende ellende. En vanuit ecologisch oogpunt blijken de risico's bovendien onvoorspelbaar groot, wanneer de thans bedreigde insektesoorten daadwerkelijk zouden verdwijnen. Door hun massale aanwezigheid vormen insekten overal ter wereld een noodzakelijk onderdeel in de voedselketen; met bijvoor-

338

thans, aanzienlijk groter zou maken dan die van welke diersoort ook. Toch verdwijnen, naar men aanneemt, dagelijks insektesoorten die het menselijk oog zelfs nooit heeft waargenomen, zoals in het Amazonegebied als gevolg van grootscheepse ontbossing. Maar ook ander menselijk ingrijpen — het in cultuur brengen van ongerepte natuurgebieden en het versnipperen daarvan, wegenaanleg, industrialisatie, verontreiniging van bodem, lucht en water bijvoorbeeld — bedreigt, direct of indirect, grote delen van het insektenbestand. Het is allemaal een gruwel in de ogen der entomologen, biologen die zich in het leven der insekten gespecialiseerd hebben. Onlangs belegden zij, aan de VU, hun derde conferentie op Europees niveau, die geheel gewijd was aan het verband tussen insekten en hun overlevingskansen en aan het belang van het instandhouden van bedreigde insektesoorten. Want insekten vormen een ten onrechte sterk verwaarloosd aandachtsveld binnen het raamwerk van de internationale natuurbescherming, zo luidde de eindconclusie der vergaderde entomologen. Bescherming van insekten, met behulp van wettelijk regelingen en op internationaal niveau, is van groot belang en vergt een grondiger en systematischer aanpak dan het beschermd verklaren van die ene spectaculaire VU-MAGAZINE - OKTOBER 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 384

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's