GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 457

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 457

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

I

s*-^

•AK I \ M':,/-|^_ d^rfu.

") ü ^.

Louis Couperus: 'pornographie van den ergste soort.' Fatsoensnormen wogen veelal zwaarder dan literaire normen.

Couperus liever anders hadden gewenscht, maar dat wij vertrouwden dat de indruk van de zeer groote kunstwaarde (...) het onverkwikkelijke van enkele toonelen zou doen vergeten.'' Dezelfde Van Hall gaf in 1914 een andere draai aan het slot van Titaantjes van Nescio en verving overal 'God' door 'Zeus', waarna de schrijver zijn verhaal toch maar elders besloot te publiceren. En veel later, in 1950, blijken fatsoensnormen nog steeds een ro! te spelen. In een rondschrijven verklaart redacteur J.W.F. Bunning zich tegen opname van een essay van Bert Schierbeek over Henry Miller: "Miller is een viespeuk en het stuk erbarmelijk.''

E

r moet een kwalitatief uitstekende bloemlezing uit de Nederlandse literatuur zijn samen te stellen, louter uit bijdragen die door De Gids geweigerd zijn: gedichten van Bloem en Dèr Mouw en een vroege versie van 'Prometheus' van Carry van Bruggen, dat toen nog een essay was. Toen in 1919 A. Roland Holst poëzieredacteur werd, verbeterde de situatie. Hij begon ermee zijn poot stijf te houden tegen Huizinga die, omdat hij vond dat je ouderwets moet durven zijn, tegen plaatsing van de expressionistische gedichten van Marsman was. Samen met Nijhoff, die in 1926 redacteur werd, zorgde Roland

Langzaam maar zeker werd De Gids het orgaan van de gezeten burgerij. 14

Holst er vervolgens voor dat de belangrijkste dichters uit het interbellum in De het beruchte plagiaat van H.T. Colenbrander. Deze Leidse hoogleraar vaderlandse geschiedenis was Van Hall opgebrander. Deze Leidse hoogleraar vaderlandse geschiedenis was Van Hall opgevolgd als secretaris van De Gids. In 1933 publiceerde hij ter gelegenheid van de vierhonderdste geboortedag van Willem van Oranje een lang artikel, waarvan hij een verkorte versie uitsprak op een plechtige bijeenkomst, bijgewoond door leden van de koninklijke familie. Het artikel bleek treffende overeenkomsten te vertonen met het standaardwerk van Pirenne. Zelfs diens uitgebreide notenapparaat was overgenomen, alleen een verwijzing naar Pirenne ontbrak. Colenbrander mocht van de rest van de redactie blijven zitten. Zijn kwart eeuw hart voor de zaak woog zwaarder dan de missstap. Dat was vriendelijk, maar het nam niet weg dat de meeste redacteuren wel stuk voor stuk zelf opstapten, waaronder Roland Holst en Nijhoff. Tijdens de oorlog was de voornaamste zorg van de redactie de verschijning voort te zetten en bevatte het blad zolang de redactie daarin slaagde voornamelijk wetenschappelijke bijdragen. Na de oorlog dreigde De Gids een professorenblad te blijven, maar dankzij een fusie met het jonge Ad Interim ging de literaire vernieuwing er ditmaal niet aan voorbij.

O

okEd. Hoornik, die in 1954 redacteur werd, versterkte aanvankelijk het literaire karakter. In 1965 vond echter onder zijn leiding

een coup plaats, waardoor De Gids eindelijk weer in de politieke en maatschappelijke voorhoede terecht kwam. De Gids verdedigde Provo, veroordeelde de verloving van Beatrix en Claus (van wie men nog niet vermoedde dat hij best aardig is) en hekelde in dezelfde periode als waarin Actiegroep Tomaat begon op te treden, de traditie om iedere nieuwjaarsdag de Gysbreght van Aemstel te verminken. Grote populariteit verwierven de commentaren van Nederlands laatste anarchist, Anton Constandse. Maar wat er in de jaren zestig ook aan waarden overboord werd gezet. De Gids bleef ook in deze tijd de eigen traditie eerbiedigen. Vlak voor zijn aantreden als redacteur schreef Harry Mulisch een memorandum waarin hij zijn visie op die traditie uiteen zette. De Gids moest zich volgens hem weer gaan inspireren op de jaren 1848-1865, toen er veel aandacht aan politiek werd geschonken. "Dit wordt gerechtvaardigd door de revolutie waar de samenleving zich op het ogenblik in bevindt", schrijft Mulisch. Ook al kent de geschiedenis van De Gids" behoorlijke flauwtes, de traditie ervan kan kennelijk altijd opnieuw inspireren. Vanwege het honderdvijftigjarig bestaan heeft het Letterkundig Museum in Den Haag De Gids geëerd met een fraaie tentoonstelling, die een gedetailleerd beeld geeft van die geschiedenis. Aardig zijn vooral de vele met humor geselecteerde briefjes, die een beeld geven van het dagelijks leven op de Parnassus. Zo ligt er de brief van mr. G.J.B. Hilterman uit 1944, die op dat moment bij uitgeverij Elsevier werkt en schrijft dat hij

VU-MAGAZINE - DECEMBER 1987

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 457

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's